Het internet heeft heel veel huisjes ontheiligd, omver getrapt en schaamteloos met vieze voeten getreden. Voor mij, opgegroeid tijdens de opkomst van het medium, voelde dat met name in de nasleep van de tragische triptiek 9/11, de moord op Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh als een verademende hap zuurstof voor debat en discussie. Harde, ongeremde humor was het smeermiddel dat de sfeer (en de moed) er in hield.
Maar dat feest kon natuurlijk niet blijven duren.
Het open internet wordt hevig bedreigd. De oude internetburcht is omsingeld door nieuw opgetrokken glasvezelvinex met alsmaar uitdijende bibliotheken vol strenge gebruikersvoorwaarden en enorme overheidskantoren waar ‘nepnieuws’ wordt beoordeeld en ‘hate speech’ wordt gemonitord. Maar het meest virale symptoom van het verval: de kruistocht tegen harde grappen.
Er zijn veel te veel digitale doorzonwoningen verrezen op internet, waar alleen maar nette mensen verblijven die hoofdschuddend, tut-tut-tuttend of met een enorme fatsoenswoede gadeslaan wat er in de bandeloze burcht gebeurt. Het zijn de broodjessmerende bloemetjesjurken die ooit alleen op Condoleance.nl zaten, waar ze bij iedere dooie ‘oh, wat erg, sterkte’ plempten, maar nu het web afschuimen om hun pedante piëteit met heilige verontwaardiging te voeden.
Het drama met de elektrische bakfiets in Oss is hun feest, derhalve.
Met een zelfvoldaan genoegen waar een misselijkmakende lucht uit opstijgt, worden mensen opgejaagd die het wagen om in al hun lompe platvloersheid, vermoorde onschuld of emotionele onmacht een grap te maken over het tragische treinongeval. Bedreigingen worden geuit, werkgevers gebeld – er schijnen zelfs mensen ontslagen te zijn. De fatsoensbrigade marcheert fier voorop in deze fakkeltocht.
Zelf was ik doodstil en droef van het onvoorstelbaar treurige ongeluk in Oss. Voelde geen behoefte om er lollig over te doen. Maar in de dagen daarna heb ik soms toch wel gegrinnikt om enkele wrange grappen van anderen, die (niet in de laatste plaats dankzij de heksenjacht) breed onder de aandacht kwamen. Het helpt. Het lucht op. Het snijdt de dikste korsten van de sfeer.
Het relativeert ook een ongeluk waarvan ik als buitenstaander vind dat ik geen aanspraak maak op een stukje leed dat de betrokkenen ervaren, en waarvan ik bij die arme mensen ook niets kan verzachten. Je kunt andermans leed niet dragen. Je zou dus ook uit naam daarvan geen wraakzuchtige vervolging moeten starten.
We kunnen beter de burcht van de botte grappen bewaken, omdat humor ons beter bindt dan verontwaardiging.