Premium

Cabaretier Johan Goossens (41): 'Seks is ook vaak een hoop gedoe' 

Na een bloeiende carrière in het theater gaat cabaretier Johan Goossens op het mbo lesgeven aan jonge asielzoekers. Oh ja, en hij vindt seks een hoop gedoe. 

Johan Goossens

Nieuwe Revu ontmoet Johan Goossens
Waar? Bij Theaterbureau De Mannen in Amsterdam. Nog iets genuttigd? Thee. Verder nog iets? Vanaf 4 december staat Johan in het theater met z’n nieuwe voorstelling Het volle leven. Je vindt de beste man verder een paar keer per week bij een lesje bikram yoga of pilates en de afgelopen twee jaar volgde hij ook nog een opleiding in hapnotherapie. Dat is niet echt therapie in de zin van je jeugd verwerken, maar meer gericht op hoe je in je omgeving staat. Hoe kun je op een bevredigende manier relaties aangaan met mensen? Johan leerde daar naar eigen zeggen ontzettend veel, maar inmiddels heeft hij een pauze genomen van een jaar, omdat hij gek werd van de lievige sfeer in de groep: ‘Alles draaide om “goed voor jezelf zorgen” en “luisteren naar je lichaam”. Dat was me even te veel. Maar de opleiding zelf vond ik tot nu toe heel leerzaam.’

De rode draad van je nieuwe voorstelling Het volle leven is dat we iedere dag volmondig ‘ja’ moeten zeggen tegen het leven. Opstaan en er iets van maken. Doe je dat zelf ook?
‘Nou, alleen maar optreden, dat vond ik te solistisch. Ik heb geen relatie en alle vergaderingen die ik heb, gaan over mij: hoe zetten we Johan Goossens in de markt? Dat wordt heel treurig, ook omdat ik het in interviews ook alleen maar over mezelf heb. Lesgeven draait juist om de leerlingen. Het is goed om de focus op iets anders te leggen. Je staat voor een klas met jonge mensen, er gebeurt van alles. Ik wil ook gewoon dingen beleven. Optreden is leuk, maar je maakt niet echt iets mee. Als je decennia achter elkaar optreedt, wat gebeurt er dan nog voor nieuws of opmerkelijks? Dat je af en toe in een vies of juist een goed restaurant zit? Tijdens het lesgeven is er altijd wel iets waar ik op aansla.’

Waar zou je als cabaretier zijn zonder je side hustles?
‘Mijn twee bekendste voorstellingen gingen over mijn werk als docent in het onderwijs, daarna had ik een voorstelling over mijn seksleven en in mijn laatste programma heb ik alles gecombineerd: mantelzorgen voor mijn vader die ziek werd en overleed, maar ook over m’n vrijwilligerswerk en seks. Dat wil ik in Het volle leven ook weer gaan doen. Werken naast m’n optredens helpt me om inspiratie op te doen, maar ook – en misschien wel vooral – om normaal te blijven. Als je alleen maar als zzp’er leeft, verlies je soms het gevoel dat je deel uitmaakt van de samenleving. Je hoort nergens bij en verdwaalt een beetje in je eigen hoofd. Lesgeven zorgt ervoor dat ik terugkeer naar de realiteit. Ik sta weer midden in de maatschappij en ben onderdeel van iets groters. Als ik dat niet heb, verlies ik mezelf soms een beetje.’

‘Mensen willen op het podium iemand zien die juist op z’n gemak is. Het duurde lang voordat ik dat echt doorhad’

Hoe ziet dat eruit?
‘Dan weet ik niet meer zo goed hoe ik normaal moet functioneren. Ik vind het heerlijk om alleen te zijn, soms kom ik dagenlang niet buiten. Maar als ik na twee of drie dagen toch een keer naar de supermarkt moet, merk ik dat ik het lastig vind om met iemand te praten. Deze zomer had ik dat ook heel sterk, toen ik alleen ging backpacken.’

Backpacken, ben je daar niet wat eh... oud voor?
‘Nou, dat was een beetje uit nood geboren. Ik ging backpacken omdat ik dacht: dat vind ik leuk. Maar het bleek teringduur. Mijn aanvankelijke idee was om in hostels steeds een kamer voor mezelf te boeken, maar in Kroatië betaalde ik al 70 euro voor een bed op een slaapzaal. Alles zat verder ook vol trouwens, dus ik had weinig keuze. Het leuke van hostels is dat je sneller contact met mensen maakt dan in een hotel. Ik heb weleens een luxe reis gemaakt met overnachtingen in chique hotels, maar dan ontmoet je niemand. Afgelopen zomer had ik soms dagen dat het helemaal vanzelf ging, met allemaal leuke mensen in het hostel en het ene na het andere gezellige gesprek. Dat was fantastisch, maar ik hoefde maar één dag te hebben waarop dat niet gebeurde en dan was het mis. Ik weet serieus niet wat er dan met me gebeurt, maar volgens mij krijg ik een soort waanzinnige grijns op mijn gezicht waardoor mensen ook gek op mij reageren. Ik hou daarom wel in de gaten dat ik blijf meedoen. Het is een risico van dit rare vak, dat je een beetje buiten de maatschappij komt te staan.’

Als je kijkt naar je prestaties in dat rare vak, ben je dan tevreden?
‘Ja, ik denk het wel. Het is heel gevarieerd geweest, zowel qua onderwerpen als succes. Ik ben blij dat ik altijd heb gedaan wat ik leuk vond. Het is nooit een vastomlijnd idee geweest dat ik per se een grote carrière moest hebben. Dat had ik oprecht niet voor ogen. Ik zou nog wel graag in het buitenland willen wonen en werken, maar dat is meer een persoonlijke wens dan dat het voor mijn werk moet.’

Waarom lonkt het buitenland?
‘Ik heb altijd het idee gehad dat ik op een gegeven moment in het buitenland zou wonen, maar ik weet niet waar dat vandaan komt of wanneer dat zou moeten gebeuren. Er moet wel een aanleiding zijn, zoals een baan of een relatie.’

Heb je weleens overwogen om een B&B op te zetten?
‘Ik kijk wel naar die programma’s: Ik vertrek, B&B vol liefde. Maar nee, ik denk dat je uiteindelijk vooral veel klagende klanten hebt. Eerlijk gezegd hou ik meer van anonieme vakantieverblijven. Ik ben best vergeetachtig, dus ik moet altijd terug om dingen te halen. Dat betekent dat ik minstens twee of drie keer langs de receptie loop. In een hotelketen zit er steeds een andere man of vrouw achter de balie die daar helemaal niet van opkijkt, maar in een B&B maak je het hele huis wakker. Daar kan ik niet tegen.’

Heb je hard moeten werken om te komen waar je nu bent?
‘In het begin werkte ik te hard. Ik was altijd bezig met het beter willen doen. Daar werd ik heel nerveus van, maar mensen willen juist op het podium iemand zien die op z’n gemak is. Het duurde lang voordat ik dat echt doorhad. Nu durf ik er meer op te vertrouwen dat ik het kan. Ik gun het mezelf om gewoon te leven en ondertussen stiekem ook een beetje te genieten.’

Ben je ooit over je eigen grenzen gegaan?
‘Ja. Mijn tweede voorstelling, Maandag, was niet goed. Ik was constant ontevreden over de onderwerpen, het decor – alles. Daarom ben ik het onderwijs ingegaan. Het lukte gewoon niet. Ik denk dat het goed is geweest om iets anders te gaan doen, om die flexibiliteit te hebben. Lesgeven heeft me enorm geholpen om weer op andere gedachtes te komen.’

Wanneer wist je dat cabaret iets voor jou was?
‘Toen Fons Jansen in 1991 overleed, zag ik op tv een fragment van hem. Ik kreeg daarbij het gevoel: dat ga ik later doen! Dat durfde ik niet hardop uit te spreken, want het leek me gewoon geen optie. Ik was ook pas 8 jaar oud. Toen ik veertien was, hadden we een kunstbende op school en kon je jezelf inschrijven voor cabaret. Dat heb ik gedaan, met het zweet in mijn handen. Daarna duurde het nog drie maanden voordat het zover was en iedere ochtend werd ik wakker met de gedachte: o god, nog twee maanden. O god, nog een maand. O god, nog een week. Achteraf vind ik het zo dapper van mezelf dat ik dat optreden heb gedaan. Ik was doodsbang en weet nog dat ik een stoel meenam het podium op, omdat ik dacht: misschien ga ik er wel op zitten. Dat heb ik niet gedaan, omdat ik zelfs dat niet durfde, haha. Maar ik heb wel mijn kladblokje met grapjes opgelezen. En de mensen moesten erom lachen!’

Is dat het moedigste dat je ooit hebt gedaan?
‘Ja. Samen met in Engeland optreden. In Nederland had ik al een aantal cabaretprogramma’s gedaan over onderwijs, omdat ik destijds lesgaf op het ROC. Maar ik merkte dat mijn publiek voornamelijk bestond uit docenten en mensen uit het onderwijs. Achter de coulissen hoorde ik ze tegen elkaar zeggen: “Hé Anja, jij ook hier?” en “Ha Bert, hoe is het op school?” Op zich prima, maar er hing om mijn optredens zo’n druk dat het moest gaan over onderwijs dat er niks anders mogelijk was. Ik was dat beu, want ik wilde ook weleens iets anders. Specifieker: grappen maken over seks, want dat was ik op de gang al de hele tijd aan het doen. Maar de combinatie docent en seks is raar, dat krijg je niet bij elkaar in je hoofd, dus toen ben ik gaan optreden in Brighton. Dat was heel gaaf, ook met Engelse liedjes die ik er speciaal voor had geschreven. Vervolgens zei mijn Nederlandse impresariaat: “Joh, die tour moet je ook hier gaan doen.” Dat was spannend, want dan moet je ook naar Middelharnis en Bovenkarspel. Ik kom zelf uit een klein plaatsje waar homoseksualiteit niet per se leuk wordt ontvangen, dus ik vond het heel eng hoe mensen zouden gaan reageren.’

‘Op het podium vent ik al mijn verslavingen, zwaktes en onhebbelijkheden uit. In de hoop dat mensen dat herkennen’

Uiteindelijk haakten zeventien Nederlandse theaters af toen het thema van je voorstelling duidelijk werd. Wat deed dat met jou?
‘Soms was het best pijnlijk. De eerste try-out hadden we geboekt in theater Pepijn in Den Haag. We dachten: laten we heel duidelijk aan verwachtingsmanagement doen. Daarom kreeg iedereen van tevoren een berichtje: de voorstelling gaat niet over onderwijs, maar over darkrooms en rimmen, u kunt uw kaartje teruggeven als u dat wilt. Op één persoon na heeft iedereen zijn geld teruggevraagd, wat ons met de neus op de feiten drukte dat veel mensen geen zin hadden in zo’n voorstelling.’

Dacht je toen niet: hier kunnen we maar beter mee ophouden?
‘In de auto, onderweg naar theaters rijdend door de weilanden, zag ik er vaak heel erg tegenop. Wat moeten die mensen nou met verhalen over mijn seksleven? Tegelijkertijd moet je het vertrouwen hebben dat je allemaal mens bent en dat het publiek er echt wel iets in gaat herkennen. Als ik defensief opkom, met in mijn hoofd het idee dat ze me niet moeten, dan is de avond bij voorbaat al verloren. Je moet je hartje openzetten, alleen dan heb je kans van slagen. Ik ben heel veel avonden verrast geweest hoever we kwamen met het publiek. Ook in Ede, ook in Middelharnis. Na afloop kwamen oude chique vrouwtjes op me af om te zeggen hoe ze hadden genoten. Stoere heteromannen sloegen me op mijn rug: “Wat tof dat je er zo open over praat.” Dat was het mooie van die show.’

Ben je weleens jaloers op andere cabaretiers, omdat je denkt: had ik dit maar bedacht?
‘Ja, soms wel. Laatst nog, tijdens een show van Alex Ploeg had hij een stuk over verwaarlozing. Ik vond dat zó mooi. Maar over het algemeen ben ik tevreden met mijn eigen carrière. Ik sta niet in grote zalen, maar bij mijn nieuwe show is dat een bewuste keuze geweest. Als je grote zalen vol wilt krijgen, dan moet je er echt aan gaan trekken. Overal opdraven, meedoen aan stomme tv-programma’s. Daar had ik geen zin in. Ten eerste omdat er niet veel programma’s zijn die ik mooi vind, maar ook omdat ik het jammer vind als een cabaretier op een gegeven moment alleen nog maar vertelt over: ik deed mee aan dit en dat programma en toen zat ik in de kleedkamer met BN’er A of B en toen gebeurde zus of zo. Dat trekt me niet. Ik heb wel meegedaan aan Wie is de mol?, maar dat heeft me niet zoveel gebracht. Ik wil sowieso geen tv meer doen die is ge-edit. Als ik al iets doe, dan moet het live zijn.’

Wie is je grote voorbeeld?
‘In mijn beginjaren had ik veel voorbeelden zoals Jeroen van Merwijk, Hans Dorrestijn en Brigitte Kaandorp. Ik vind niet dat ik op hen lijk, maar ze hebben me wel geïnspireerd. Nu heb ik meer mijn eigen ding gevonden en bewonder ik collega’s zonder dat ik mezelf met hen vergelijk.’

Hoelang doe je over het maken van een nieuwe voorstelling?
‘Dat verschilt per keer. Soms werk ik maanden aan een voorstelling, maar veel gebeurt ook op het laatste moment. Liedjes kunnen wel drie weken duren voordat ze af zijn. Het meeste werk doe ik als de druk hoog is, dan moet het gewoon af.’

Test je je grappen vooraf op iemand?
‘Tijdens de try-outs. Soms probeer ik losse verhalen uit bij vrienden of in de kroeg, maar het is lastig om iets uit te proberen dat half af is. Vaak verlies ik dan de motivatie om er nog mee verder te gaan. Laatst heb ik een half af-liedje opgevoerd tijdens een try-out en nu haat ik dat liedje. Ik weet niet of ik het ooit nog ga afmaken.’

Ben je vaak te laat met het afronden van je shows?
‘Driekwart van de tijd wel, dus soms moet er nog even een oud liedje door. Een deel van de voorstelling ontstaat ook op het podium, dus het gesproken gedeelte hoeft niet helemaal af te zijn. Ik wil graag horen van de zaal waar het écht over moet gaan. Ik zoek try-outplekken waar ik iets van het publiek terugkrijg, dat is heel belangrijk. Sommige onderwerpen blijken precies in een gat te passen, dan weet je dat je raak hebt geschoten.’

Wat vind je leuker: boeken schrijven of optreden?
‘Over mijn boeken ben ik het meest tevreden. Het mooie aan schrijven is dat een boek op een zeker moment echt af is. Je kunt er reclame voor maken en weet dat het blijft staan. Bij theater is dat anders, omdat je continu open moet staan voor wat het publiek teruggeeft. Optreden is een dagelijkse les in perfectionisme en schaamte loslaten. Schrijven voelt veiliger, lekker achter de computer. Eigenlijk zou ik meer tijd willen vrijmaken om te schrijven. Maar die hele markt is moeilijk, momenteel.’

In de zin dat je er weinig aan verdient?
‘Ja, er zijn niet veel schrijvers die van de pen kunnen leven.’

Hoeveel zijn er verkocht van je nieuwste boek Op Grindr blijf ik 39?
‘Mijn grootste hit was m’n eerste boek: Wie heeft er wél een boek bij zich? Daar zijn er zo’n 50.000 van verkocht. En hij blijft verkopen, dat heet een everseller. Dat is heel leuk. Van mijn nieuwe boek ligt de eerste druk nog in de winkels, dus zijn er een paar duizend verkocht. Ik zou zelf niet hebben bedacht om allemaal homo-columns te bundelen, maar mijn uitgeverij kwam ermee. Toen dacht ik: eigenlijk wel een heel mooi onderwerp. Ik ben 41, ruim twintig jaar uit de kast, in hoeverre speelt dat onderwerp nog? Je mag hopen dat je ermee in het reine bent en dat ben ik ook wel, maar ik was zelf verbaasd hoe vaak het toch nog speelt. Laatst ging ik ergens solliciteren voor die onderwijsbaan en dan denk ik toch: moet ik het noemen of niet? Aan de ene kant denk ik: nee, want wat hebben zij ermee te maken. Maar ik ga lesgeven aan allemaal mensen uit andere culturen, hoe ga ik daarmee om?’

Ga je het vertellen?
‘Nee, ik denk het niet. Op het mbo werd in de eerste les na 2 minuten aan me gevraagd: “Meneer, valt u op het mannelijk geslacht?” Tot grote hilariteit van de leerlingen. Zij waren volop bezig met dit onderwerp en ze wilden ook gewoon mijn nieren proeven: wat is dat voor iemand? De jongeren die ik nu ga lesgeven, hebben volgens mij wel wat anders aan hun hoofd – ze zijn 17, 18 jaar en proberen hun weg te vinden in dit land. Dan is het toch minder een gespreksonderwerp. Het scheelt ook dat ze helemaal geen Nederlands kunnen, dus ze weten niet dat ik een boek heb geschreven over gay seks.’

Ben je eigenlijk nog steeds actief op Grindr?
‘Minder dan eerst. Ik kijk nog weleens, maar ik log net zo snel weer uit. Seks wordt anders als je ouder wordt. Vroeger kon ik de hele dag ermee bezig zijn, maar nu denk ik vaak: laat maar. Vroeger nam ik gerust een taxi naar de andere kant van de stad, nu denk ik: o, je woont 2 kilometer verderop? Laat maar, dat is te ver, ik blijf lekker thuis.’

Je schrijft in het boek onder meer over een date die tijdens de daad zijn telefoon opneemt, hij gaat een gesprekje voeren over het op maat maken van een boekenkast. Jij kunt al die tijd niets zeggen, want jij hebt een bal in je mond. Waarom wilde je dat graag delen met de wereld?
‘Ik moet eerlijk toegeven dat ik die bal in mijn mond heb verzonnen. Dat vond ik leuk, lekker recalcitrant. En waarom ik dat wilde delen? Ik vind het bijna slapstick, eigenlijk. Het gaat erover hoe ongemakkelijk seks vaak is, dat je denkt: jezus, wat gebeurt hier? Je zit de helft van de tijd in een houding met kramp of je stoot je hoofd tegen het nachtlampje. Het is soms fantastisch, maar ook vaak een hoop gedoe. Ik vind het fijn om dat op te schrijven, want dan hoef ik me minder te schamen dan wanneer ik er op het podium over vertel. Als ik in een theater sta, dan zie ik meteen de reacties van mensen en voor veel mensen is seks toch een moeilijk onderwerp.’

Aan de ene kant kom je onzeker en zoekend over, aan de andere kant ben je in dit boek en in het theater heel open over alles wat goed en vooral fout gaat in je leven. Hoe verklaar je die spagaat?
‘Het is een soort frictie en soms vraag ik ook te veel van mezelf. Van de seksvoorstelling moest ik echt uitrusten, maar het is wel precies het soort theater dat ik wil maken. Ik wil mensen zo eerlijk mogelijk proberen te vertellen: hoe ervaar ik het leven? Als docent heb ik een rol waarin ik een soort afstand moet houden, maar op het podium vent ik al mijn verslavingen, zwaktes en onhebbelijkheden uit. In de hoop dat mensen dat herkennen. En erom kunnen lachen. Als dat lukt, dan geeft dat zo’n gevoel van voldoening. Ik hoop dat ik dit nog heel lang op deze manier kan blijven doen. Je kunt altijd denken: het moet groter of succesvoller, maar dan zou ik er geen baantje als leraar naast kunnen hebben. Ik heb publiek voor mijn voorstellingen, ik heb een uitgeverij voor mijn boeken. Het is wel goed zo.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Jouk Oosterhof, ANP