'Voor Marokkaans-Nederlandse voetballers is Oranje geen optie meer'

De keuze van Sofyan Amrabat voor Marokko is allang geen sportieve kwestie meer. Het is politiek geworden.

Özcan Akyol

Afgelopen week werd er in nagenoeg elk voetbalpraatprogramma laconiek en lacherig gereageerd op het nieuws rond Sofyan Amrabat, de 21-jarige Feyenoorder die definitief heeft gekozen om voor het nationale elftal van Marokko uit te komen, ondanks het feit dat hij over twee paspoorten beschikt. Oranje is geen optie meer.

De meeste analytici kwamen schouderophalend niet verder dan een schamperende conclusie: hij zou sowieso niet goed genoeg zijn voor het Nederlands elftal, dus we missen er helemaal niets aan. En: de druk die familie en vrienden hebben uitgeoefend, met het oog op het aanstaande WK, waar Marokko misschien wél aan meedoet, moet doorslaggevend zijn geweest, daar kunnen Dick Advocaat, Ruud Gullit en zelfs Art Langeler niets aan veranderen.

Dit soort duiding tekent de onmacht van de verspreiders. De keuze van Amrabat is allang geen sportieve kwestie. Veel eerder is ze politiek gedreven. Er werd de afgelopen weken bijvoorbeeld herhaaldelijk naar de Marokkaanse voetbalbond gewezen, die veel op de speler zou hebben ingepraat, maar dan wordt er voorbijgegaan aan wat de Feyenoorder in Nederland allemaal krijgt te lezen en horen. In het politieke discours valt winst te behalen door systematisch af te geven op mensen die Marokkaanse en Turkse roots hebben.

Het is niet alleen de PVV die hier een businessmodel van heeft gemaakt: de hele maatschappij is een stuk naar rechts opgeschoven. Buma stelde bijvoorbeeld eerder in zijn HJ Schoo-lezing dat ‘gastarbeiders, meer dan verwacht, vasthouden aan hun eigen geloof, taal en cultuur’ waardoor gewone Nederlanders verweesd achterblijven. En volgens Mark Rutte moeten Turkse Nederlanders die zich schofterig gedragen gewoon oppleuren, iets wat hij bijvoorbeeld nooit zou kunnen zeggen tegen blanke voetbalhooligans die een hele binnenstad slopen.

Ik kan uit eigen ervaring vertellen dat het in zo’n atmosfeer steeds moeilijker wordt om te roepen dat ik me volwaardig Nederlander voel – hoezeer die boodschap ook gemeend is. De grote groep mensen die mijn Nederlanderschap in twijfelt trekt, beperkt zich niet alleen tot een paar anonieme toetsenbordstrijders. Hun opvattingen zijn inmiddels ook geïnstitutionaliseerd. Een partij als Forum voor Democratie is bijvoorbeeld almaar aan het groeien, terwijl hun frontman ons doodleuk waarschuwde voor homeopathische verdunning.

Of Sofyan Amrabat de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen volgt, weet ik niet, maar de uitvloeiselen daarvan – dat steeds meer allochtonen zich gecriminaliseerd voelen – moeten hem wel bereiken. De druk van de Marokkaanse voetbalbond is helemaal niet nodig: we zijn inmiddels zover gekomen dat voetballen voor Oranje bijna gelijkstaat aan een soort collaboratie met vreemdelingenhaters en conservatieve christenen die bang zijn voor globalisering. Dat leest hij vast dagelijks op fora, sociale media en in zijn WhatsApp.

Dat maakt de keuze voor Marokko overigens niet per se goed. Integendeel. Op korte termijn zal hij als sportman vermoedelijk veel plezier beleven, maar de problemen van onze samenleving blijven bestaan. Ze worden zelfs uitvergroot en zadelen een nieuwe generatie met grote dilemma’s op. Het is jammer dat de zelfbenoemde deskundigen in columns en tv-analyses niet een oplossing bedenken voor deze grote kwestie. Maar misschien is het ijdele hoop om dat van hen te verwachten.