'De grootste zeesluis ter wereld bij IJmuiden moet de Irma Sluis gaan heten'
Columnist Bart Nijman over de iconische hamstergebaren van doventolk Irma Sluis.
Zeg het woord ‘hamsteren’ en niemand denkt nog aan Harry Piekema en z’n knaagdieren. Iedereen ziet doventolk Irma Sluis en haar iconische hamstergebaren. Haar aanwezigheid bij coronapersconferenties zorgde voor toegankelijke informatievoorziening voor doven en slechthorenden en ook voor een beetje afleiding, humor en ontspanning tijdens een loodzware pandemie. Heel Nederland ging van Irma houden.
Zomer 2020. Bij IJmuiden wordt de grootste zeesluis ter wereld geopend en de gemeente Velsen zoekt een naam voor dit pareltje van modern ingenieurschap. Het internet was eensgezind: in een golf aan reacties stak één naam overal bovenuit: het moet de Irma Sluis worden.
Irma Sluis is gehuldigd in talloze columns en reportages, maar bleef bescheiden, bewoog zelfs ongemakkelijk en zonder valse bescheidenheid onder alle aandacht, en wees steevast naar het belang van haar vak. Nog meer reden om iets naar haar te vernoemen. Maar helaas: de ‘ikke ikke ikke’ van de identiteitspolitiek toonde zich getriggerd.
‘Als doof persoon voel ik me hier heel ongemakkelijk en boos over. Het slaat nogal de plank mis van waarom ze daar staat als tolk Nederlandse gebarentaal. En wat het betekent voor ons,’ twitterde een dove vrouw, die artikelen aan haar tweets toevoegde waarin steevast een klaagzang gezongen wordt over de landelijke lof voor Irma Sluis. Want, kort samengevat, dat Irma Sluis in beeld is, maakt het dovenbestaan nog niet makkelijker in Nederland. Niet dat iemand ze draagt in dit land, maar hoe moet je bijvoorbeeld liplezen met een mondkapje op, hmmm?
Doofheid is – meestal – aangeboren. Net als blindheid. Of huidskleur. Het zijn ‘kwaliteiten’ die niet zijn gebaseerd op merites, niet aangeleerd zijn na jarenlange studie of door verworven vakmanschap. Zoals het ontwerpen en bouwen van de grootste sluis ter wereld dat wel zijn.
Identiteitspolitiek neemt zulke aangeboren eigenschappen, stopt ze in een hokje en gebruikt ze als wapen om andere mensen op de knieën te dwingen. Waag als ‘horend persoon’ niet om doofheid een tekortkoming te noemen, maar zo wordt het door identiteitspolitiek denken wél ingezet. Het onderspit is immers de nieuwe overmacht.
De aanwezigheid van Irma Sluis bij coronapersconferenties is een aanwijsbaar teken van zogenaamde inclusiviteit. Maar de immer hardhorende identiteitspolitiek lukt het toch om een negatief nummertje te maken wanneer sluisdopend Nederland een eerbetoon wil organiseren. Wat denk je, wint de Nederlandse ‘dovengemeenschap’ daarmee meer of minder sympathie dan het vernoemen van een sluis, die hoog en laag verbindt, naar een doventolk die Nederland verbond in crisistijd?
- ANP