Nieuwe Revu ontmoet Maarten Heijmans
Waar? Amsterdam. Nog iets genuttigd? Thee. Verder nog iets? Maarten tourt op dit moment met strijkorkest Kamerata Zuid door het land met de voorstelling Maarten zingt van alles. Samen brengen ze, met een zorgvuldig gekozen programma en prachtige orkestraties, een ode aan de Nederlandse kleinkunst. Ook maakt Maarten met muzikant Keez Groenteman de wekelijkse podcast De Videogame Show. Ze duiden het laatste nieuws, behandelen vragen van luisteraars en bepreken vanuit hun eigen perspectief alles wat het grootste medium van deze tijd – hun woorden – te bieden heeft.
Je bent volle bak bezig met je nieuwste project, de theatervoorstelling Maarten zingt van alles. Dat klinkt lekker eh... breed.
‘Mijn oorspronkelijke idee was om alleen nummers van Maarten van Roozendaal, Theo Nijland en Peter van Rooijen te doen. Hun werk is van zo’n hoog niveau, dan heb je het echt over het level Randy Newman, Tom Waits, Joni Mitchell. Dat is uniek voor Nederland, maar daar hebben we met z’n allen veel te weinig kennis van. Ik vind dat zonde, want je bouwt op de schouders van degene die je is voorgegaan. Zo werkt ontwikkeling. Daarom vind ik het van groot belang om juist deze artiesten te coveren, wat op sommige mensen elitair zal overkomen. Maar het gaat niet over elitair, het gaat over ware schoonheid. Na elk liedje van deze artiesten is het alsof je een heel boek hebt gelezen, een hele film hebt gezien, een heel mens hebt leren kennen. Je maakt een verhaal door, want ja, dat is gewoon wat goede shit doet. Daarom kijken we ook liever naar HBO dan naar de zoveelste Netflix-serie. Omdat we meegevoerd willen worden en dat vergt vakmanschap. Dat hebben deze zangers. Dat wil ik vieren in mijn programma.’
Dus het is eigenlijk Maarten zingt Maarten van Roozendaal, Theo Nijland en Peter van Rooijen.
‘De nadruk ligt nog steeds op die drie artiesten, maar tijdens het samenstellen dacht ik: hoe vaak krijg ik nog de kans om met een strijkorkest op een podium te staan? Moet ik niet ook dit nummer doen? En hé, dit nummer is ook wel gaaf. Het is dus een mix geworden, vandaar: Maarten zingt van alles. Ik laat met het strijkorkest – Kamerata Zuid – bijvoorbeeld een nummer van Michael Jackson horen, maar dan wel in een totaal ander arrangement dan je gewend bent. Er komt ook een nummer van Kinderen voor Kinderen voorbij, als eerbetoon aan die hele liedjestraditie. De eerste tien jaar zaten die nummers zo goed en harmonieus in elkaar. Je hoort ook mijn grote voorbeeld Het Klokhuis, waar ik zelf vanaf 2007 veel in heb gespeeld. Bij elke bezuinigingsronde op de publieke omroep wordt er weer gezegd: “De liedjes moeten weg, dat vindt de jeugd niet leuk.” Maar gelukkig zit er één persoon op de redactie die zich al jaren hard blijft maken voor het behoud van de liedjes, wat tot nu toe altijd is gelukt. Verder spelen we een nog nooit uitgebracht nummer van Ramses Shaffy, wat slechts tweehonderd mensen ooit live tijdens een concert hebben gehoord. Ik heb die opnames bemachtigd, zodat ik dat prachtige nummer voor een groter publiek kan spelen.’
‘Ik heb nooit de ambitie gehad om alleen maar acteur te worden, of alleen maar zanger. Het ging me om het totaalplaatje’
Tien jaar lang heb je de nummers van Ramses Shaffy op het podium vertolkt, in navolging van je rol in de gelijknamige dramaserie Ramses. Ben je ondertussen niet een beetje klaar met hem?
‘Zijn materiaal is zo rijk, dat verveelt nooit. Ik heb wel een beetje mijn best gedaan om in dit programma weg te blijven van de grote en bekende nummers van hem. Het plan was eerst zelfs om niks van hem te doen in dit programma. Uiteindelijk zit er toch één nummer van hem in.’
Hoe diep zit Shaffy onder je huid?
‘Hij heeft grote impact gemaakt op mijn leven. De rol die ik speelde in Ramses was wel een beetje een – ik vind dit een rotwoord, maar ik ga het toch zeggen – doorbraak. Die serie heeft me op de kaart gezet, waardoor meer mensen met me wilden werken en wilden zien. Dat heeft me veel mogelijkheden gegeven, zowel op professioneel als artistiek gebied. Ik heb veel geleerd door Ramses te bestuderen, zoals het op een nieuwe manier benaderen van mijn stem. Voor die tijd zat ik vaak te hoog met mijn stem, waar ik op de Toneelschool regelmatig commentaar op kreeg. Ik deed allerlei oefeningen om mijn stem naar beneden te krijgen, maar ik had daar blijkbaar toch een specifieke motivatie voor nodig. Shaffy heeft me geleerd om mijn stem anders in te zetten, waardoor het kwartje ineens viel. Als persoon was hij natuurlijk ook heel interessant. Voor veel mensen was hij een spiritueel voorbeeld, een goeroe.’
Kenmerkend voor hem was zijn losbandige, frivole levensstijl. In hoeverre heb jij zijn onstuimigheid op het gebied van drank, drugs en vrouwen vertaald naar je eigen leven?
‘Ik ben net als Ramses heel nieuwsgierig en experimenteel aangelegd, dus ik ben me daar door de rol in de serie wel even mee gaan identificeren. Maar het is niet wie ik in de kern ben. Niet op de manier van Ramses. Hij had natuurlijk iets destructiefs in zich, door zijn jeugdtrauma. Hij was verlaten door zijn moeder en dat moest gecompenseerd worden. Hij deed dat door het leven volledig tot zich te nemen. Ik heb die compensatie niet zo nodig gehad.’
Je groeide op in Zuidoostbeemster, als zoon van een ziekenhuisarchivaris en een lerares. Wat voor kind was je?
‘Ik was erg in mezelf gekeerd. Een beetje mensenschuw, ook wel. De jongens in mijn omgeving vond ik te druk en hard. Al dat stoeien, voetballen en tackelen, daar was ik te gevoelig voor. Ik hield niet van typische jongensdingen en trok me liever terug op mijn kamer. Met lego spelen of naar muziek luisteren. Ik banjerde ook vaak in m’n eentje door de buurt, beetje fietsen of rennen. Ik vond het prima om op mezelf te zijn, maar dat kwam ook een beetje voort uit een gebrek. Het liefst was ik gewoon met de andere jongetjes gaan spelen, maar ik vond dat ik daar niet capabel genoeg voor was. Je gebreken vorm je dan om naar een nieuwe identiteit.’
Dat teruggetrokken jochie durfde het wel aan om op een koor te gaan. Was dat een doorslaand succes?
‘Ja, dat klikte meteen. Koorzang heeft iets fantasierijks en tegelijkertijd ook iets heel sociaals. Je bent met dertig kinderen aan het zingen en creëert samen een nieuwe wereld met klanken. Dat was een schot in de roos. In diezelfde periode zag ik Michael Jackson op tv, waardoor ik dacht: ik wil ook op een podium staan. Het theatrale, de videoclips, de dansjes. Het leek me fantastisch om al die middelen in te zetten om je publiek iets voor te schotelen. Bij Het Klokhuis vond ik de liedjes, het acteren en de sketches ook geweldig. Ik heb nooit de ambitie gehad om alleen maar acteur te worden, of alleen maar zanger. Het ging me om het totaalplaatje en alles wat erbij kwam kijken.’
Heb je het jezelf daarmee moeilijk gemaakt? Mensen vinden het toch fijn om een labeltje op iemand te kunnen plakken?
‘Op de Toneelschool soms wel. De ene maand volgde ik kleinkunstworkshops, het volgende moment begon ik te twijfelen en ging ik weer acteren. De docenten zeiden vaak: “Bijt je ergens in vast en fladder niet zo rond.” Daar hadden ze ook wel een punt. Steeds maar iets anders doen kan ook een manier van vluchten zijn, maar ik vind wel dat het me een fijne carrière heeft opgeleverd. Ik verveel me nooit, werk met veel verschillende mensen aan uiteenlopende projecten en heb veel te leren. Dat is toch prachtig?’
Het klinkt als een lastige spagaat: mensenschuw zijn en toch het podium op willen.
‘Je bent op het podium heel kwetsbaar, omdat het goed moet zijn wat je doet. Als het niet goed is, dan krijg je negatieve reacties. Tegelijkertijd heb je een zekere macht, want mensen hebben een kaartje gekocht om jou te zien. Op het podium kun je afstand nemen, terwijl je in werkelijkheid juist contact wilt maken met het publiek. Het is een soort paradox. Je wilt de gezamenlijke energie voelen, maar jij bent de sjamaan van de avond, degene die het publiek meeneemt op een reis. Dat is een archetypische functie die je vervult. Je bent de verteller en dat moet je serieus nemen. Andersom moet het publiek ook hun functie van toehoorder serieus nemen.’
Doen mensen dat altijd, jou serieus nemen als verteller?
‘Niet altijd. Soms zie je verveelde mensen, of ze kijken op hun telefoon. Aan de ene kant snap ik dat, want het is niet fijn als je iets kut vindt. Maar zelfs een klotevoorstelling kan heel waardevol zijn. Je moet bereidwillig zijn om je te laten raken, dat hebben wij als artiest nodig, want ons ritueel valt of staat bij de aandacht van ons publiek. Ik heb er tijdens een tour weleens grappen – gepikt uit een show van Louis CK – over gemaakt, als ik tijdens bepaalde nummers zag dat al die telefoons weer tevoorschijn werden gehaald om te filmen of foto’s te maken. Dan zei ik: “Wisten jullie dat er een veel betere camera bestaat dan je telefoon? Het is een veel hogere resolutie dan 8K en de kleuren zijn fucking levensecht. Die camera’s zitten in je kop, je ogen zijn de beste kijkers die er bestaan en daarmee kun je ook gewoon naar dit nummer kijken in plaats van een filmpje te maken waar je nooit meer naar kijkt.” Dat vertel ik nu heel stoer, maar ik ga vanavond naar een concert in de Tolhuistuin waar ik ook wel een stukje ga filmen om aan iemand te laten zien. De crux is denk ik dat je erbij stilstaat wat het met een artiest doet als iedereen alleen maar met z’n telefoon bezig is. Mensen hebben tijdens een theatervoorstelling het gevoel dat ze gewoon naar een tv zitten te kijken. Maar het is heel anders, want jij bent een wezenlijk onderdeel van wat er op het podium gebeurt.’
‘Je kunt heel dankbaar zijn voor al het moois dat we op cultureel gebied hebben en toch genieten van een avondje gamen. Het leven bestaat uit tegenstellingen’
Waar ga je vanavond naartoe?
‘Billie Marten, een zangeres. Ik ga best vaak naar concerten en het theater, maar ik zou het nog meer willen doen. Naar de bioscoop ga ik ook te weinig, terwijl ik daar zo van geniet.’
Hang je ook nog weleens in de lampen?
‘Nee, ik ben nooit een stapper geweest. Van kroeg naar kroeg gaan, de disco in. Dat ken ik helemaal niet. Ik hou wel van de roes en de extase van dansen en met mensen zijn, hoor. Toen ik op de Toneelschool zat, waren er veel huisfeestjes bij andere studenten thuis. Dat vond ik geweldig. Nu zijn er nog weleens feestjes bij mensen na een première. Dat vind ik heerlijk, maar ik ga niet uit in een club. Dat voelt heel nihilistisch voor mij, zo’n grote, onpersoonlijke ruimtes vol onbekenden.’
Over nihilistisch gesproken: je doet om de paar jaar een groots en ‘vaag’ ding: een cursus in oosterse spiritualiteit, stilte-retraite, ayahuasca-sessie of in je eentje op de motor door Mongolië rijden. Wat brengt dat jou?
‘Ik denk dat het heel belangrijk is om af en toe uit je routine te breken. Iedereen raakt vast in een bepaalde groef, een soort neutrale stand van het leven. Daardoor worden we uiteindelijk allemaal die volwassen persoon waarvan we als kind dachten: dat word ik nooit. Maar het gebeurt wel, omdat we vastlopen in onze eigen patronen. Ik heb dat ook en denk dat het goed is om me daar actief tegen te verzetten door af en toe totaal uit mijn comfortzone te gaan. Door iets te doen waar ik bang voor ben of in mijn eentje op reis te gaan. Dat reduceert je tot wat je bent: een zakje vlees dat is gevormd door ervaringen en niets meer dan dat. Het brengt je terug naar de kern van wie je bent.’
Wat is het laatste dat je in dat kader hebt gedaan?
‘Daar wil ik het liever niet over hebben.’
O, oké. Is er iets hypothetisch dat je wellicht ooit, in de toekomst, zou kunnen gaan doen?
‘Tien jaar geleden heb ik een stilte-retraite gedaan. Ik voel dat het tijd is om dat weer eens te gaan doen, maar ik wil dat niet van de daken schreeuwen. Als het goed is, dan leveren zelfonderzoekende, reflectieve avonturen je iets op, waardoor je je vlak na zo’n piekervaring beter voelt dan je je ooit hebt gevoeld. Het gevaar is dat je je verheven gaat voelen en gaat zenden, zo van: “Kijk eens wat ik heb gedaan!” Ik wil niet pretentieus overkomen, want ik vind het zelf ook altijd heel irritant als mensen dat doen. Ik had niet gedacht dat ik in dit interview de Bijbel zou gaan citeren, maar ik doe het toch: “Bid nooit in het openbaar.” Daarmee wordt bedoeld: loop niet te koop met je eigen persoonlijke zoektocht in het leven. Gebruik het niet als zelfverheerlijking, maar doe het voor jezelf. Niemand heeft er wat mee te maken. Ik snap dat het in mijn geval in een interview ter sprake komt, want het heeft iets uitzonderlijks, maar ik wil niet zo iemand zijn die daarmee pronkt.’
Vind je het belangrijk dat je jezelf, op welke manier dan ook, blijft ontwikkelen?
‘Op persoonlijk gebied, maar ook professioneel is nieuwsgierigheid essentieel. Als je een voorstelling voor de vijftigste keer speelt, moet je nog steeds willen weten wat het antwoord op een bepaalde vraag is, ook al staat het in het script. Je moet iedere keer weer tot het uiterste willen gaan en niet gemakzuchtig worden.’
Hoe zorg je ervoor dat je niet inkakt?
‘Door te beseffen dat elk moment uniek is, zelfs als je het al honderd keer hebt gedaan. Het is een andere dag, jij bent een ander mens en je tegenspeler ook. De mensen in de zaal zijn weer anders dan de dag ervoor. Het is net zoals elk jaar kerst vieren; het blijft hetzelfde feest, maar het voelt toch elke keer anders. Die frisse blik moet je bewaren.’
Je komt over als een echte intellectueel, maar je zit thuis ook regelmatig urenlang achter je spelcomputer.
Glimlachend: ‘Het één sluit het ander niet uit. Je kunt heel dankbaar zijn voor al het moois dat we op cultureel gebied hebben en toch genieten van een avondje gamen. Het leven bestaat uit tegenstellingen.’
Wat is er zo leuk aan pak ’m beet Hollow Knight?
‘Dat is mijn favoriete game, hoe wist je dat? Hollow Knight is een heel mooie artistieke samenstelling van heel veel disciplines waarin er ook nog eens een beroep op jou, als speler wordt gedaan. Van toeschouwer word je deelnemer. Dat is uniek, er bestaat geen andere kunstvorm zoals games. En toch ook weer wel, omdat alle kunstvormen – visueel design, film maken, acteren, verhaalvertelling, muziek, architectuur – erin samenkomen en vermengd worden met gametheory, wat een spel is. Dat is een geweldige mix die heel verslavend kan zijn en enorm fantastisch is.’
Ben jij verslavingsgevoelig?
‘Zeker. Daar moet ik wel rekening mee houden. Ik heb geen strikte regels voor mezelf, want dat kan een verslaving juist in de hand werken. Denk maar aan een kind dat heel strikt wordt opgevoed qua drugs en drank en zichzelf daar juist in verliest. Ik denk dat het meer zit in: waar liggen je andere prioriteiten, wat vind je belangrijk in het leven? Je moet goed je plantjes water geven, daarna mag je gamen. Als je plantjes verdorren, is het tijd om wakker te worden.’
Ironisch genoeg trek je mensen met je werk juist naar een scherm toe. Even een kleine opsomming van de oogst van dit jaar: je speelt in de bioscoopfilm Een schitterend gebrek naar het boek van Arthur Japin en bent te zien in het tweede seizoen van de dramaserie Arcadia. Hoe kies jij je rollen uit?
‘Dat is een luxe die je niet altijd hebt. Vaak kies ik intuïtief. Bij Een schitterend gebrek zei ik meteen ja omdat ik goede ervaringen heb met de regisseur, Michiel van Erp. Soms kies ik een project puur vanwege de makers, zoals bij Arcadia, omdat ik het leuk vond om met een Belgische crew te werken. Het kan ook liggen aan de medespelers of simpelweg omdat ik geld nodig heb.’
Veel acteurs klagen over de grote hoeveelheid romcoms die in Nederland uitkomt. Hoe denk jij – met zelf twee romcoms op je naam: Weg van jou en Wat is dan liefde – over het genre?
‘Mensen zeggen vaak dat er veel slechte romcoms worden gemaakt, maar het is eigenlijk een fantastisch genre. When Harry Met Sally en Sleepless in Seattle zijn uitstekende films. Iedereen die daar iets op tegen heeft, zou ik willen uitdagen om betere romcoms te maken. Met het genre zelf is dus niks mis, sterker nog: ik vind het hartstikke leuk. Als het maar goed wordt uitgevoerd.’
Een trendje in romcomland zijn verhalen over gepensioneerde of zelfs hoogbejaarde hoofdpersonen. Vind je dat een hoopgevende ontwikkeling, met het oog op je eigen carrière?
‘Haha, ik heb daar nooit op die manier over nagedacht, dat het mij werk zou opleveren. Als ik heel eerlijk ben, denk ik dat er vooral een marketingidee achter zit. Mensen die twintig jaar geleden naar een film als Zwartboek gingen, zijn nu geïnteresseerd in deze verhalen. Het is mooi dat er aandacht is voor oudere personages, maar ik denk dat het vooral draait om waar het publiek nu behoefte aan heeft.’
Je bent zzp’er. Heb jij je pensioen netjes geregeld of zie je dat later wel?
‘Pensioen opbouwen gaat niet zo gestructureerd, maar ik probeer wel verstandig met mijn geld om te gaan. Een beetje sparen, wat beleggen, dat soort dingen. Of dat voldoende is, dat zal de toekomst uitwijzen.’
Is geld een drijfveer voor je?
‘Zeker. Niet per se vanwege het geld zelf, maar om wat je ermee kunt doen. Ik vind het heerlijk om mensen ergens mee naartoe te kunnen nemen of iets te kopen zonder dat ik hoef na te denken: kan dit wel? Als ik ergens een weekje naartoe wil, dan kan ik dat gewoon doen. Ik woon op dit moment in Amsterdam, maar een concrete toekomstdroom is dat ik ergens aan het water wil wonen. ’s Ochtends opstaan, de schuifpui opentrekken en het water inspringen. Dat wil ik heel graag.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Amrita Bloemen-Panday