Ruim een jaar na het overlijden van zijn moeder verschijnt Moedervlekken. Een boek dat hem tijdens het schrijven onverwacht emotioneerde. Arnon Grunberg (45) over relaties, leven in het huis van zijn moeder, Nederland en de angst om omgelegd te worden: Ze hebben wel wat beters te doen.
Jaren geleden had je een prioriteitenlijst. Je schrijven stond op één, je moeder op twee, je petekind op drie, je vriendin op vier. Hoe zit dat nu?
Mijn vriendin vond dat destijds niet zo eervol. Ik kan het me goed voorstellen. Misschien deed ik er te laconiek over. Je bent toch iemands geliefde omdat je op één wilt staan. Zij was ook weleens jaloers op mijn moeder. En nu? Ik denk dat werk wel op één staat. Mijn petekind is heel belangrijk, maar mijn geliefde ook. Ik denk dat het allemaal dichter bij elkaar zit. Mijn huidige liefde kan ook beter leven met het belang dat schrijven in mijn leven heeft.
Waarom overnacht je nog steeds in het huis van je moeder?
Mijn moeder heeft een paar keer gevraagd het huis niet te verkopen. Dat doe ik ook niet.
Je blijft er gehoor aan geven?
Dat vinden sommige mensen raar. Maar ze wilde het heel graag, dus waarom ook niet? Het is misschien even lastig voor mij. Ik woon niet meer in Amsterdam. Ik moet mijn zus uitkopen. Ik moet een hypotheek nemen om haar dat geld te geven. Het huis moet verbouwd worden. Maar ik vind er wel een bestemming voor.
In een column schreef je: Ik wil de profeet Mohammed en Allah in hun Geheime Opening bezitten, omdat ik zoveel van hen houd. Ben je ook niet band dat je iets wordt aangedaan?
Heel grappig: gewoonlijk krijg ik van de Volkskrant-hoofdredacteur eens per jaar een fles champagne. Daar blijft het bij. Maar toen stuurde Philippe Remarque een sms: Weet je zeker dat je dit in de krant wilt hebben, want ik weet niet of ze het overal goed begrijpen. Ik wist het zeker. Als ze het niet begrijpen, hebben ze pech. De column draaide om Halbe Zijlstra die zei dat dit soort opmerkingen niet meer konden. Ik dacht: dat kan best. Hij citeerde Reve ook nog verkeerd.