Op 13 februari 2019 zitten 22 mensen in de banken van een Rotterdamse rechtszaal. Het zijn jonge mannen en vrouwen met dezelfde brede monden en dezelfde korte, brede vingers. De gelijkenissen zijn zo sterk, dat deze mensen zomaar familie van elkaar kunnen zijn. Om dat zeker te weten, moet de rechter op deze dag het dna van Jan Karbaat vrijgeven voor vergelijkingsonderzoek. Tot zijn dood in het najaar van 2017 heeft de beruchte spermadokter de vele beschuldigingen over het insemineren van zwangere vrouwen met zijn eigen zaad steevast ontkend. In de twee jaar daarna was het zijn weduwe die het vergelijkingsonderzoek hardnekkig dwarsboomde. En uit de chaotische administratie van de Karbaat-kliniek wordt men al helemaal niets wijzer omdat de inseminatiedossiers al lang en breed zijn vernietigd.
Om de waarheid toch boven tafel te krijgen, staan de 22 vermoedelijke zonen en dochters van Karbaat vandaag voor de rechter. Al jarenlang worstelen ze allemaal met die ene vraag die hun levens domineert: is de beruchte spermadokter mijn biologische vader? Een eerdere dna-match met een erkend kind van Karbaat heeft hun vermoedens gesterkt, maar uitsluitsel zal alleen verkregen worden door een test met dna van de man himself.
Nagelbijtend kijken de donorkinderen naar de rechter als die het eindoordeel opleest. Die luidt: de persoonlijke belangen van Karbaat worden niet direct geraakt door het dna-onderzoek en bovendien wegen die belangen niet op tegen die van de donorkinderen. Kortom: deze kinderen hebben recht op hun afstammingsgegevens en daarom moet een dna-onderzoek hen uitsluitsel geven of Jan Karbaat hun biologische vader is. 22 identieke glimlachjes stralen in de Rotterdamse rechtszaal.
Tranen van geluk rollen ook over de wangen van Joey, een van de vele waarheidszoekers. Voor hem lijkt het einde in zicht van een lange, slepende zoektocht. Al op jonge leeftijd ontdekte hij dat er iets niet helemaal snor zat binnen zijn gezin. ‘Mijn opvoedvader en ik leken totaal niet op elkaar. Hij was het type: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg en ik was juist heel uitbundig en excentriek. En dan natuurlijk nog de uiterlijke kenmerken.’
De vraagtekens van de donorkinderen leiden tot, uiteraard, vragen aan het adres van hun opvoedvaders. Peter, een donorkind die net als Joey aanvoelde dat hij weinig gemeen had met zijn vader: ‘Op zijn sterfbed had ik mijn vaders hand vast toen ik hem vroeg of hij me nog iets moest vertellen. Zijn antwoord was: nee.’
Zoals Joey en Peter zijn er tientallen, zo niet honderden kinderen die op een zeker moment in hun leven ontdekten dat mama een van de 10.000 vrouwen is die zich tussen 1979 en 2009 heeft laten insemineren in de kliniek van de inmiddels wereldberoemde Jan Karbaat.
Nieuwe Revu 9 is nu te koop in de winkel of kinderlijk eenvoudig hier te bestellen. Veel plezier!
- Documentaire Het Zaad Van Karbaat