De biechtvader van seriemoordenaars zat achter een tafel om zijn meest verkochte boek Serial Killers: Enquête mondiale sur les tueurs en série en andere bestsellers te signeren. Het was 2019 en de Franse truecrime-expert Stéphane Bourgoin had meer fans dan Michel Houellebecq en Patrick Modiano bij elkaar. De rijen stonden tot ver buiten de boekwinkel, dat gebeurde altijd als Bourgoin in het openbaar verscheen om over zijn grote passie te praten. Hij had 77 van de bekendste seriemoordenaars ter wereld ondervraagd en daar kon hij schitterende verhalen vol gruwelijke details over vertellen. Vleugje kannibalisme erbij, necrologie, maden, afgezaagde ledematen, altijd goed.
Stéphane Bourgoin droeg een bril, was kalend en had een buikje. Zijn stem was aan de hoge kant en hij sprak soms zo zacht dat zijn luisteraars voorover moesten leunen om zijn verhalen te kunnen horen. Hij schreef tientallen truecrimeklassiekers met titels als Het zwarte boek van serial killers, De Bijbel van de misdaad, Ik, serial killer en De man die ervan droomde Dexter te zijn. Hij droeg vaak een shirt met een foto van seriemoordenaar en kannibaal Jeffrey Dahmer. Onder het getal 213 stond in rode letters: ‘So many people, so many recipes.’ Dahmer verhuisde in 1990 naar Oxford Apartments nummer 213 in Milwaukee. Daar vermoordde Dahmer twaalf mannen en at delen van ze op. Op andere Dahmer-shirts staat: ‘If you can’t beat them, eat them.’
Bourgoins Facebookpagina @Bourgoinofficiel had meer dan 50.000 volgers. Op een dag schreef hij in een bericht het huis van Jeffrey Dahmer in Milwaukee hebben gekocht. De kannibaal bewaarde daar de schedels van zijn slachtoffers tussen de pannen in de keuken en hij had een mensenhart in zijn vriezer gestopt. Bourgoin vertelde zijn fans een vegetarisch restaurant op dat adres te gaan openen.
Bourgoin was mede zo geliefd door dit soort grapjes. In 2015 bracht hij de biografie Sex Beast over oud-politieagent en moordenaar van 34 vrouwen Gerard Schaefer uit. Zijn fans moesten allemaal naar zijn boekpresentatie in Lens komen. Hij had namelijk de urn met restanten van de moordenaar in zijn bezit. Op zijn Facebookpagina beloofde hij: ‘Ik zal alle kopers van mijn boek een klein stukje Schaefer aanbieden, nagels, haar, oor, knieschijf, huid, botten.’
77 seriemoordenaars
Bourgoin had ook een serieuze kant en niemand twijfelde aan zijn expertise. In Paris Match werd hij ‘onze nationale misdaadspecialist’ en ‘een levende database’ genoemd, een journalist van Le Figaro omschreef hem als ‘de biechtvader van seriemoordenaars’. Bourgoin gaf les aan de Nationale Gendarmerie en hij adviseerde politiebazen en magistraten. De zin die hij op lezingen en conferenties misschien wel het vaakst uitsprak: ‘Ik heb 77 seriemoordenaars ontmoet.’ Hij besprak hun jeugd, populariteit op school, verhouding met hun ouders, seksuele voorkeuren, ziekteverschijnselen, godsgeloof, voedsel, slaappatroon, alles.
Bourgoin kon uren over zijn ontmoetingen met seriemoordenaars vertellen. Een van zijn mooiste interviews was met de legendarische gek die Son of Sam werd genoemd: David Berkowitz. Een hond had Berkowitz verteld dat hij moest moorden. Bourgoin wilde daar natuurlijk alles over weten en hij stelde hem een serie gerichte, uiterst scherpe vragen. Berkowitz onthulde uiteindelijk tegen Bourgoin dat hij het verhaal van de hond had verzonnen om extra gestoord te lijken: dat zou hem goed van pas komen in zijn rechtszaak. Zo ging het vaker met Bourgoin: seriemoordenaars bekenden als hij ze ondervroeg. Dat noemde hij ‘een gave’.
Je zou het niet zeggen als je hem zag, maar Bourgoin maakte altijd dingen mee waar anderen jaloers op waren. Hij had in zijn Amerikaanse tijd naast Stephen King gewoond, ze konden het geweldig met elkaar vinden. Hij was ooit profvoetballer bij Red Star Paris en speelde Platini eens uit de wedstrijd. Andere klassieker uit zijn repertoire: hij had in de jaren 80 een drie uur durende ontmoeting met moordcultleider Charles Manson in de Vacavil-le-gevangenis in Californië. Manson ging aan het begin van het interview op de rugleuning van zijn stoel zitten om langer te lijken, zo wilde hij zijn interviewer ‘fysiek intimideren’, vertelde Bourgoin in 2017 in Le Parisien. Bourgoin is toen zelf ook op de rugleuning van zijn stoel gaan zitten, dat zou hem leren.
Waar Bourgoins fascinatie met maniakken en seriemoordenaars vandaan kwam? Dat moest eigenlijk wel door zijn persoonlijke drama komen. Hij vloog in de jaren 70 naar Amerika en ontmoette Eileen. In een tv-programma toonde hij een vergeelde foto van een knappe blonde vrouw met een wipneusje en smetteloze tanden. Ze werden verliefd en trouwden. In de zomer van 1976 keerde hij terug van een wandeling. Eileen lag bloedend op de grond van hun appartement in LA. Ze was verkracht en de moordenaar had haar lichaam in stukken gesneden. De dader werd volgens Bourgoin in 1978 gearresteerd. De man bleek nog veel meer vrouwen te hebben afgeslacht, volgens een detective was hij een ‘serial killer’. Bourgoin had nog nooit van die term gehoord en niemand kon hem vertellen wat een seriemoordenaar dreef. Bourgoin vroeg het aan experts, maar hij kreeg geen bevredigend antwoord en hij ging op zoek naar kennis in de bibliotheken van Stanford en de Library of Congress in Washington D.C. Hij vond geen enkel verhelderend boek en besloot zelf een kenner van seriemoordenaars te worden.
Op een middag in 1979 kreeg hij een telefoontje van de politie. Hij mocht de seriemoordenaar Richard Chase interviewen op Death Row. Bourgoin had een notitieboekje bij zich en stelde vragen. Chase vertelde over het belang van vitamine, daarom sliep hij jarenlang met zijn hoofd tussen de sinaasappels. Hij injecteerde konijnenbloed in zijn aderen om gezond te blijven en bracht de ingewanden van zijn slachtoffers op smaak door hun lijken met yoghurt en cola te vermengen. Hij had in totaal zes mensen vermoord en vond het jammer dat het daarbij moest blijven.
Bourgoin interviewde meer seriemoordenaars.
Ik zal alle kopers van mijn boek een klein stukje Schaefer aanbieden, nagels, haar, oor, knieschijf, huid, botten
FBI-mensen waren volgens hem onder de indruk en hij werd uitgenodigd voor een cursus om profiler te worden: een expert die psychologische daderprofielen opstelt. Buitenlanders krijgen die kans bijna nooit en gewone burgers al helemaal niet.
Bourgoin maakte ook als profiler de gekste dingen mee. In 1999 reisde hij naar Zuid-Afrika om samen te werken met zijn beroemde colle-ga-profiler Micki Pistorius. Ze gingen naar een onherbergzaam gebied in Port Elizabeth, aan de oostkust van Zuid-Afrika. De witte boer Stewart Wilken had daar een begraafplaats van zijn slachtoffers in de woestijn aangelegd. Wilken had onder meer de zoon van zijn tweede vrouw vermoord, hij had seks met zijn ontbindende lichaam en at de tepels van een ander slachtoffer op. Er landde een politiehelikopter op het terrein. De piloot vloog te dicht bij de lijken, de propellers wiekten ledematen en maden de lucht in. Pistorius en hij zaten van boven tot beneden onder. Bourgoin vertelde dit verhaal graag en vaak en hij voegde er meestal glimlachend aan toe dat ‘wassen helaas niet mogelijk is in de woestijn’.
Bourgoin had nog veel meer anekdotes over die reis. Zo ontfutselde hij ook Wilken een bekentenis. Hij koos een ‘vrij kleine, claustrofobische kamer’ om hem te ondervragen en vroeg de Zuid-Afrikaanse onderzoekers of ze foto’s van hun kinderen aan Bourgoin wilden uitlenen. Bourgoin hing ze op aan de muren, dat deed hij om Wilken ‘te laten breken’. Zijn plan werkte en Stewart Wilken gaf onder meer toe zijn eigen dochter Wuane te hebben vermoord. Ze was verkracht door haar stiefvader en hij wilde haar ziel naar God sturen. Geen journalist twijfelde aan het waarheidsgehalte van Bourgoins verhalen en daarom was de schok zo groot toen hij in 2021 werd ontmaskerd als serial menteur, serieleugenaar.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.
In het artikel lees je meer over de de serieleugenaar Stéphane Bourgoin. Hoe hij opgroeide, hoe hij door de mand viel en hoe het uiteindelijk met hem afliep. ‘Bourgoin weigerde commentaar te geven aan amateurs, maar hij stond wel een interview toe aan de gerenommeerde journalist Emilie Lanez van Paris Match.’
- ANP