De Kerk van Satan

Er gebeurt nooit meer eens wat, in Nederland. Hoe anders is dat in de jaren 60 en 70 in Amsterdam? Provo, hardcore-livesekstheaters op de Wallen, wiet en hasj op de Zeedijk én de Kerk van Satan die rond 1972 haar eerste ‘grotto’ opent in, waar kan het ook anders, Amsterdam. Nieuwe Revu duikt in de roemruchte geschiedenis van de duivelskerk in de polder. ‘De Kerk van Satan is niets anders dan een luxueus bordeel!’

de kerk van satan

Grote opschudding in de Nederlandse kranten in de jaren 70 en zelfs nog in de jaren 80. De Telegraaf kopt in de haar zo vertrouwde chocoladeletters: ‘SATAN DOET GOEDE ZAKEN. Justitie en politie in Nederland kijken toe!’ Het Nieuwsblad van het Noorden waarschuwt: ‘Kerk van Satan is een exces van gehalte!’ En de communistische krant De Waarheid roept haar lezers op uit te kijken voor ‘de onderwereldpraktijken van de Satanskerk’.

De roemruchte Amerikaanse geloofsstroming Church of Satan is dan al enige tijd als Kerk van Satan neergestreken in Amsterdam. Lange tijd weet enkel Amsterdam dat, maar langzamerhand krijgen steeds meer landelijke media er lucht van. En gezien de berichtgeving is lang niet iedereen even blij met het duistere satansgeloof in de polder.

Maar: was en is het allemaal wel zo erg, die Church van Satan? En bestaat de obscure, nevelige Kerk van Satan anno 2022, een slordige vijftig jaar na de oprichting, eigenlijk nog steeds in de polder? Of zijn de duivelsaanbidders in de krochten van het diepe donker verdwenen? Nieuwe Revu zocht het uit.

Het geld van de duivel

In de nacht van zaterdag 30 april – Walpurgisnacht – 1966 scheert de occulte Amerikaanse non-conformist annex ghostbuster Howard Stanton Levey (1930-1997), die inmiddels de naam Anton LaVey heeft aangenomen, ritueel zijn hoofd kaal en roept vervolgens de duivel aan en het bestaan van de Church of Satan uit.

Tenminste, zo gaat het volgens de heilige overleveringen van de Church of Satan. Er zijn ook menselijke bronnen die beweren dat LaVey zijn hoofd kaal schoor, omdat hij een weddenschap had verloren. Hoe dan ook, 1966 wordt het jaar 1 Anno Satanas, het eerste jaar van het tijdperk van de duivel. LaVey verft zijn huis aan 6114 California Street in San Francisco zwart en zorgt voor geheime gangen en verborgen deuren. Black House is geboren, de headquarters van de Church of Satan.
In 1967 doopt LaVey zijn 3-jarige dochter Zeena Lavey in het Black House op satanische wijze. Het ritueel haalt zelfs de kranten in Nederland. Er is een beroemde foto van. LaVey met een duivelskap met hoorns op die beide handen legt op het hoofdje van Zeena. Zijn vrouw Diane Hegarty (1942) die haar kind aanwijst met een zweep. Op de zwarte achtergrond is afgod Baphomet zichtbaar. Een bizar tafereel.

Daar kan LaVey niet mee zitten, want het vereren van de duivel komt voor hem ruwweg hier op neer: ‘Er is geen wet, doe wat je wil.’ Dat klopt niet helemaal, want de Church of Satan hanteert Nine Satanic Sins en daarnaast zijn er Eleven Satanic Rules. Die Zonden en Geboden heeft LaVey nota bene zelf op schrift gesteld in zijn The Satanic Bible.
Maar enfin. Met de satanische doop van zijn dochter – LaVey ‘schenkt’ haar aan Satan – komt er veel aandacht voor zijn gloednieuwe, occulte kerk. En dat komt LaVey goed uit, want lid worden van zijn satanische geloofsgemeenschap is niet gratis, maar kost wel geld.

En geld, dat is exact wat de flamboyante, eigengereide Amsterdamse ondernemer Maarten Joost Lamers (1947) nodig heeft. Stomtoevallig is Lamers in 1971 in New York. En stomtoevallig stuit hij daar in oktober in Manhattan in een boekwinkel op een dan vrij zeldzaam – ook dat nog – exemplaar van The Satanic Bible.

‘Er hing de sfeer van Rosemary’s Baby. Jonge priesteressen liepen in zwarte pijen met weinig kleding eronder’

Het teken van de hoorns

In december 1971 stapt een totaal verbaasde journalist het intern net volledig verbouwde pand aan de Amsterdamse Keizersgracht 339 binnen. Maarten Lamers is dan eigenlijk nog niet helemaal klaar met het inrichten van zijn ‘grotto’, de eerste Kerk van Satan op het Europese vasteland.

Maar de journalist heeft lucht gekregen van de duivelse plannen van Lamers en zit op het stenen trapje voor de deur van de duivelse kerk. Hij wacht tot Lamers naar buiten komt en zegt dan: ‘Jij geeft me nu een interview. Stem je toe, dan heb je morgen een pagina in de krant. Weiger je, dan heb je morgen ook een pagina in de krant.’ De journalist die over de drempel stapt bij Keizersgracht 339 geeft Lamers een hand en zegt: ‘Henk van der Meijden.’

Een paar dagen later schrijft hij: ‘Ik was het afgelopen weekeinde in de eerste Duivelskerk van Europa aan de Keizersgracht 339. Er hing de sfeer van Rosemary’s Baby. Jonge priesteressen liepen in zwarte pijen met weinig kleding eronder. Kaarsen brandden in een mysterieuze kapel en op een doodskist zaten jonge meisjes te luisteren naar de stem van de ZWARTE PAUS.’

Die Zwarte Paus is Lamers. Hij heeft de satanische zaken aardig aangepakt. De voordeur van het pand is zwart. Wie duivels genoeg is om naar binnen te mogen, komt in een spaarzaam verlicht halletje. In de zwart geschilderde wachtkamer op links brandt een rode spot en flakkert een kaars. In de andere ruimten staan doodkisten, zijn de muren zwart, hangen zware zwarte gordijnen plus een dito wierooklucht. De plafonds zijn bloedrood geschilderd. Ingewijden geven elkaar in de kapel het teken van de hoorns.
Die kapel is eigenlijk... een heimelijke bar. Die floreert vanaf het begin, in 1972. En vooral ’s nachts, na sluitingstijd van de openbare Amsterdamse cafés. Wie door wil drinken, meldt zich aan de zware, zwarte voordeur van nummer 339, koopt voor 7,50 gulden een voorlopig lidmaatschap van de Kerk van Satan en kan plaatsnemen in de duivelse kroeg. Wie extra betaalt, kan ook nog een zwarte mis meemaken.
In 1972 maakt de politie er een einde aan. Maar dit is slechts het voorspel van Lamers en de Kerk van Satan in Nederland.

De duivelse Wallen

Begin 1975 blaast Lamers de Kerk van Satan met sardonisch genoeg opnieuw satanisch leven in, in het gehucht Etersheim, tegenwoordig onderdeel van Oosthuizen. De reden voor de opleving is, dat Lamers het plaatselijke Nederlands Hervormde buurtkerkje voor een prikkie kan huren. Hij verft het zoveel als mogelijk helemaal zwart. De dorpsgemeenschap is er niet bepaald blij mee: ‘Voor de kleine gemeenschap waar het Woord Gods zeer hoog stond aangeschreven, was de komst van de satanisten een klap in het gezicht.’

Gelukkig voor het godvrezende volk van Etersheim – nog geen tweehonderd zielen – opent het huis van Satan al snel, want ook in 1975, een grote dependance op de Amsterdamse Wallen. Daar begint Lamers op de Achterburgwal 37 de duivelse uitspanning Le Boudoir. Vanwaar die stap? Nieuwe Revu heeft wel een idee. Misschien is het aan de Amsterdamse Wallen wat makkelijker en sneller cashen met Satan dan in het gehucht Etersheim.

Le Boudoir is een bijzondere dependance van de Kerk van Satan. Deze donkere plek is vrij te bezoeken, maar de toegang is niet gratis. Het verdienmodel is duivels inventief, Omdat Le Boudoir aan het ‘altaar’ – de bar – drank schenkt, maar aan het altaar geen last wil hebben van het aardse slijk, verhuurt het glazen. ‘Een schoon glas naar keuze’ kost aanvankelijk 50 cent per minuut. Gratis te laten vullen aan het altaar. Minimale verhuurduur: 30 minuten.

In Le Boudoir vinden – natuurlijk – ook rituelen plaats. Deze zijn voornamelijk van de licht en minder licht erotische soort en vinden met name plaats op het altaar. Op de bar dus. Er is een ritueel met een banaan. Er is een ritueel met colaflesjes. Er is een ritueel met 5-guldenbiljetten. Er is een ritueel met sigaren.

Zoals altijd, het wordt een grijze langspeelplaat, is niet iedereen even blij met de komst van Satan. Dit keer vindt ‘Zwarte’ Joop de Vries, uitbater van livesekstheater Casa Rosso, koning van de Wallen, de komst van de ‘kerk’ niet zo gewenst. Hij ziet er een (grote) concurrent in. Ook de gemeente is niet zo blij met de duivel, vanwege de heidense rituelen.

De geschiedenis herhaalt zich daarom. De drankvergunning wordt ingetrokken en Le Boudoir moet dicht ‘wegens overtreding van de openbare eerbaarheid’. En dat op de Wallen, dan moet je het toch wel erg bont maken... Of zou het er toch mee te maken hebben, dat de Kerk van Satan geen belasting betaalt? Immers, kerkgenootschappen zijn vrijgesteld van heel veel soorten van fiscale aanslagen.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het op Blendle.

In het artikel lees je meer over de Kerk van Satan. ‘De aanklacht van het gezag luidt, samenvattend, dat Lamers de Kerk van Satan heeft opgericht louter en alleen om de fiscus te pesten, om de belastingdienst het nakijken te geven.’