Roeland Fernhout: ‘Ik hou er rekening mee dat ik op een dag dakloos zou kunnen worden’

Acteur Roeland Fernhout (50) is dankbaar voor alle dingen die hij in zijn leven voor elkaar heeft gebokst, maar hij heeft niet per se het gevoel dat zijn huidige situatie bestendig is. Sterker nog: hij houdt er serieus rekening mee dat hij op een dag dakloos kan worden. ‘We doen allemaal net alsof we het perfect voor elkaar hebben, maar dat is slechts een dun laagje beschaving en vernis.’

Roeland Fernhout: ‘Ik hou er rekening mee dat ik op een dag dakloos zou kunnen worden’

Past dat wel bij iemand van jouw statuur, een rol in een luchtig niemendalletje als Costa!!?

‘Ik zal je zeggen dat ik vorige week letterlijk tegen de regisseur heb gezegd dat ik trots ben dat ik er überhaupt in mag zitten. Het is een ontzettend leuke en goede film geworden, maar ik snap je vraag wel. Toen de eerste Costa! in 2001 uitkwam, speelde ik in een film die juist heel alternatief was: Zusje. Dat was een gigantisch succes, maar het bloedcommerciële Costa! was dat ook en eigenlijk vanwege dezelfde reden, namelijk dat het Nederlandse filmklimaat op dat moment zo armoedig was. Ik was een heel serieuze Toneelschool-student en vond het maar niks dat soapsterren ineens filmster konden worden. Dat wilde ík worden. Ik moet zeggen dat ik de eerste Costa! niet zo goed vond, maar het was een enorme hit. En nu, twintig jaar later, ben ik ouder en wijzer, heb ik minder meningen en vooroordelen en ben ik blij dat ik in de volgende generatie van Costa! zit.’

‘Ik heb altijd uitgekeken naar het moment dat ik een oudere heer mocht worden, iets waar een psychiater vast een hoop over kan zeggen’

Ben je niet bang dat deze rol wordt gezien als een degradatie?

‘Nee, het maakt me weinig uit wat andere mensen vinden. Als je een scheet laat, is er altijd iemand die zegt dat ie stinkt en er is ook altijd iemand die zegt dat ie lekker ruikt.’

O ja?

‘Ja, dat is mijn ervaring. Ga die film nou eerst maar eens zien, dan denk je er wel anders over. Het script is ontzettend zorgvuldig geschreven en ontwikkeld, er is met veel vakmanschap en liefde gefilmd, de mensen die erin zitten zijn fenomenaal goed.’

Er zit veel blote huid in de film. Voelde je een steek van jaloezie toen je de strakke lijven van de hoofdrolspelers Soy Kroon en Abbey Hoes zag?

‘Nee joh, met dat bijltje hak ik al mijn hele leven. Ik ben nooit knap geweest met een sixpack. Mijn ogen zijn mooi en ik kan leuk lachen, dat weet ik wel, maar ik ben nooit een Griekse god geweest en dat ga ik ook niet meer worden.

Wat doe je om je jeugd te behouden?

‘Niets. Dat jeugdige heb ik altijd akelig gevonden. Ik weet nog dat ik mezelf vroeger háátte als ik net geschoren was. Ik heb altijd uitgekeken naar het moment dat ik een oudere heer mocht worden, iets waar een psychiater vast een hoop over kan zeggen, maar in dat wespennest waag ik me niet. Mijn huidige tactiek is dat ik me nu alvast opstel als een oude man van zestig, zodat ik die rol de komende dertig jaar kan blijven spelen. Ik laat mijn baard staan, die is spierwit.

Mijn haar is grijs en dat verf ik expres niet.’

Welke voordelen heeft het om ouder te zijn?

‘Ik heb altijd geprobeerd om zoveel mogelijk verschillende rollen te spelen, zodat mensen me nergens op konden vastpinnen. Om die reden ben ik bijvoorbeeld ook vroeg uit de serie All Stars gestapt, omdat ik dacht: straks ben ik alleen nog dat karakter. Dat heeft mij in de gelukkige positie gebracht dat ik nu zowel zo’n commerciële kaskraker als Costa!! mag doen, maar dat het mij tegelijk wordt gegund om in de ontzettend alternatieve, kunstzinnige en idioot krankzinnige, maar ook briljante film Met Mes van Sam de Jong te spelen. Dat ik die spagaat op mijn oude dag nog steeds mag maken, daar word ik ontzettend gelukkig van.’

Is het Nederlandse filmlandschap in de afgelopen decennia minder armoedig geworden?

‘Nee, dat denk ik niet. Het aanbod is zelfs schraler dan toen ik jong was. Toen had je toch meer auteursfilms, terwijl we nu lijden onder een hoog volume romantische komedies. Ik zou pleiten voor meer kleine, hyperpersoonlijke films, omdat ik denk dat je daar sneller de internationale markt mee op kunt. Aan het acteertalent in ons land ligt het niet, want Nederlandse acteurs doen het ontzettend goed. Maar er is wel een probleem met het soort films dat er wordt gemaakt.’

Weet je nog wanneer je dacht: ik wil acteur worden?

‘Ik zag toen ik klein was een toneelstuk in Den Haag: Ghetto van Toneelgroep De Appel. Dat vond ik verbijsterend geweldig. Ik had me nog nooit zo gevoeld en wilde niets liever dan onderdeel zijn van het clubje wat dat mogelijk maakt.

Dat wonder van toneel.’

Werd dat door je omgeving gestimuleerd?

‘Podiumkunsten leefden totaal niet in mijn familie, dus ik heb dat als kind zelfstandig bij elkaar moeten klooien. Kijken hoe je dat dan doet, acteur worden, uitzoeken of er acteercursussen waren. Ik geef inmiddels zelf les op de Toneelschool in Amsterdam en daar merk ik ook wel dat sommige kinderen alles zelf uit beton hebben moeten bikken, terwijl je van anderen weet dat ze het op een presenteerblaadje aangeboden hebben gekregen. Dat maakt het toch makkelijker.’

Is het voor jou een moeilijke weg geweest?

‘Nee, dat denk ik niet. Ik heb wel altijd heel erg mijn best gedaan om te blijven leren en beter te worden. Het was een bewuste keuze om ook te kiezen voor dingen die ik niet kon of niet beheerste, zodat ik daarin kon groeien. Ik had daarbij het voorrecht van een toneelregisseur, Ivo Van Hove, die me op mijn bek liet gaan en me niet gelijk aan de kant zette, maar me die ruimte gaf.’

Je zei ooit: ‘Ik geef veel geld aan zwervers, want ik had een van hen kunnen zijn.’Hoe zit dat?

‘Ik geloof dat het voor niemand ver weg is om uiteindelijk op straat terecht te komen. We doen allemaal net alsof we het perfect voor elkaar hebben, maar dat is slechts een dun laagje beschaving en vernis. Ik hou er serieus nog steeds rekening mee dat ik op een dag dakloos zou kunnen worden. Dat betekent ook dat ik heel dankbaar ben voor alle dingen die ik in mijn leven voor elkaar heb gebokst, maar ik heb niet per se het gevoel dat mijn huidige situatie bestendig is. Alles kan elk moment in elkaar storten.’

Benieuwd naar de rest van het interview met Roeland Fernhout? Je leest het op Blendle. ‘Het voelde alsof mijn ergste nachtmerrie ging uitkomen, want ik ben van jongs af aan bang geweest voor mensen die iets lelijks over me zouden schrijven. Ik werd altijd nogal bejubeld en dat leek me het ergste wat je kan overkomen.’

Interview
  • Studio Carin Verbruggen & Ferry Drenthem Soesman