René Mioch: ‘Ik ben in mijn hoofd niet ouder geworden’

Filmgoeroe René Mioch (63) moest twee jaar geleden noodgedwongen afscheid nemen van het bedrijf dat hij met zijn eigen blotemannenklauwen had opgebouwd, maar hij is niet bij de pakken neer gaan zitten. Integendeel: de 60-plusser werkt aan een – nog geheime – documentaire, reist het land door met zijn eigen theatervoorstelling en drinkt af en toe een biertje met de sterren.

René Mioch: ‘Ik ben in mijn hoofd niet ouder geworden’

Op je website noem je jezelf ‘Mr. Film’. Ben jij de grootste filmkenner van Nederland?

‘Als mensen mij zien, dan gaan ze ervan uit dat ik iets ga vertellen over films of series. Ik ben een soort ambassadeur van de film. Daar komt de benaming Mr. Film vandaan, maar een filmkenner suggereert dat ik ook een soort encyclopedische kennis heb. Door mijn jarenlange ervaring ben ik beter op de hoogte dan de gemiddelde bioscoopbezoeker, maar ik weet dat er journalisten zijn die ieder jaartal en elk detail weten. Dat is bij mij dan weer niet het geval.’

‘Ik heb het altijd verschrikkelijk gevonden hoe we in Nederland met de glamourkant van het vak omgaan’

Kom kom, niet zo bescheiden René. Is er wereldwijd iemand die een langer sterren-cv heeft dan jij?

‘Nee, dat is waar. Ik ben niet iemand die zichzelf snel op de borst klopt, zo van: kijk mij eens. Als ik ergens word aangekondigd als filmjournalist, dan denk ik: Hans Beerekamp van NRC, dát was een filmjournalist, met een analyse van anderhalve pagina over één film. Misschien is het onzin hoor, want bij televisie maak je dezelfde keuzes, maar ik heb meer waardering voor schrijvende journalisten dan voor het vak dat ik uitoefen.’

Is het wrang dat je met jouw enorme staat van dienst geen eigen tv-programma meer hebt?

‘Toen ik begon met tv-programma’s over films had je twee kanalen en drie zenders. Als je iets wilde weten over films en series, dan kon je kiezen uit René Mioch en Simon van Collem. Zo is dat jaren zo gegaan. Inmiddels is film overal: in Youtube-kanalen, talkshows, podcasts, RTL Boulevard. Zelfs in een serieus programma als Nieuwsuur zijn nieuwe films en series onderwerp van gesprek. Dat minimaliseert de ruimte voor een eigen tv-programma over film, tenzij je echt de verdieping opzoekt. Een mooi voorbeeld daarvan is het klassieke muziekprogramma dat Paul Witteman presenteerde. In Hilversum was er al vaak geprobeerd om zoiets op te zetten, maar altijd zonder succes. Muziekprogramma’s scoren niet, laat staan als ze over klassieke muziek gaan. Maar daar liet Paul Witteman zich niet door weerhouden. Hij ging op zondagmiddag op een onmogelijk tijdstip Podium Witteman presenteren, waar uiteindelijk wekelijks ruim 600.000 mensen naar keken. Daar zaten ook veel jonge mensen bij die door Witteman leerden houden van klassieke muziek. Ik denk dat zoiets met film ook mogelijk is.’

Je kunt ook denken: ik ga met mijn tijd mee en begin met een podcast over film.

‘Mijn contacten in de filmwereld zijn zodanig goed dat ik een item met sterren kan maken zonder dat ik weet wat ik er daarna mee ga doen. Of ik benader de acteurs rechtstreeks, buiten de gebaande paden om. Daar rolt altijd wel iets leuks uit. De ene keer zit ik bij Jinek om een interviewfragment te bespreken, een andere keer bij Op1, de dag erna bij Shownieuws, af en toe schuif ik aan bij Tijd voor Max. Ik doe overal mijn dingetje.’

Je interviewt al meer dan 35 jaar beroemdheden. Waarom interesseert het leven van die mensen jou?

‘Ik ben hartstikke nieuwsgierig, dus ik vind het niet moeilijk om te bedenken wat ik van iemand wil weten. Vaak komt dat voort uit de film waaraan ze hebben meegewerkt, want dat is het fascinerende van de filmwereld: je kijkt naar een film en zit een paar uur later tegenover de makers. Tijdens het Filmfestival van Cannes ging de horrorfilm Crimes of the Future van regisseur David Cronenberg in première. Ik hou niet van horror en denk tijdens bloederige scènes altijd snel aan iets anders, maar deze film bestond bijna alleen maar uit viezigheid. Dan rijst bij mij de vraag: hoe gaat zoiets dan in je hoofd? Die man heeft een vrouw en een gezin, zeg je dan: “Jongens, ik ga weer even werken” en loop je dan naar je studeerkamer om daar al die creepy gebeurtenissen te bedenken? Kristen Stewart en Viggo Mortensen, de hoofdrolspelers, moeten bij het lezen van het script toch ook hebben gedacht: wat is dit in godsnaam en waarom ben ik degene die dit zou moeten gaan spelen? Als kijker snap je al weinig van de film en zij hadden alleen maar teksten op vellen papier. Ik wil weten wat ervoor heeft gezorgd dat ze “ja” zeiden tegen Crimes of the Future, wat heeft je doen besluiten om te denken: welja, doe maar?’

Veel sterren draaien in ieder gesprek hetzelfde promoriedeltje af. Verveelt dat nooit?

‘Nee, want mijn streven is juist om dat pr-praat-je te doorbreken. Ik heb ook wel de illusie dat ik daarin slaag. Dat komt omdat ik niks vraag over de film zelf, maar alleen vragen stel die uit de film voortvloeien. Je zult mij nooit horen vragen hoe iemand zich op een rol heeft voorbereid, tenzij dat echt van belang is geweest. Ik probeer echt iets te veroorzaken in een gesprek, zodat de sterren moeten nadenken over hun antwoord en niet iets oplepelen van de papieren die ze hebben gekregen. Mel Gibson sluit altijd af met de woorden: “Ik heb het gevoel dat ik tien minuten bij je in therapie ben geweest.” Andere sterren zeggen ook regelmatig dat het interview heel anders was dan alle andere gesprekken die ze hebben gevoerd. Soms bedoelen ze dat als een compliment, een andere keer is het vervelend bedoeld.’

Er is jou weleens verweten dat je de sterren te aardig en weinig kritisch benadert. Wat vind je daar zelf van?

‘In de interviews die ik doe, kan ik mezelf soms best kritisch opstellen. Zo heb ik met Hugh Grant gesprekken gevoerd over de prostituee op Sunset Boulevard, Sylvester Stallone heb ik ooit aangesproken op de invloed van Rambo nadat een man in een Rambo-pak in Ierland had huisgehouden. Maar ik probeer wel om ze de ruimte te geven om te antwoorden, dat ga ik niet zelf voor ze invullen. Ik heb eigenlijk maar één echte regel en dat is iets wat ik altijd heb gezegd: ik doe geen gossip. Ik sta mensen niet op het vliegveld of bij hun huis op te wachten en ik zal ook nooit proberen om ze uitspraken te ontfutselen waar ze zelf niet achterstaan. Als George Clooney in het Amstel Hotel logeert, de tv aanzet en er komt een item voorbij wat ik over hem heb gemaakt, dan moet hij bij wijze van spreken denken: ik ben trots op mijn eigen carrière.’

Hoe kijk je naar de juicekanalen en het nieuws dat zij brengen?

‘Ik heb altijd gedacht dat er niks walgelijkers te bedenken was dan de hardcore gossipbladen zoals je die in Engeland en Amerika hebt, maar de juicekanalen weten dat elke week te overtreffen. Hoe mensen aan de schandpaal worden genageld voordat er überhaupt maar iets is bewezen... Het zal misschien voor 40 procent waar zijn, maar worden voor 100 procent opgehangen. Ik vind dat echt vreselijk. En ik ben ook bang voor wat het betekent voor de echte journalisten, want steeds meer sterren willen geen interviews meer geven. George Clooney is een paar jaar geleden al opgehouden met het geven van interviews, omdat hij vond dat het nooit meer ging over wat hij te zeggen had. Jim Carrey hetzelfde verhaal. Zo kan ik er nog wel een paar opnoemen.’

Je begon al op je vijftiende met het interviewen van celebs. Wat vonden je ouders ervan toen je zei dat het ondervragen van sterren je roeping was?

‘Ze hebben me altijd gesupport. Ik ben begonnen bij de schoolkrant en de Amsterdamse ziekenhuisomroep waarvoor ik als jongetje elke week een item maakte. Twee van mijn eerste gasten waren Peter Faber en Jeroen Krabbé. Eigenlijk wilde Jeroen niet komen: “Ik word zo vaak gevraagd, maar weet je wat, als je mijn privételefoonnummer weet te achterhalen, dan kom ik.” Anderhalve dag later had ik dat nummer te pakken en belde ik hem op: “Kom je?” Hij is geweest en zegt nog steeds als hij me ziet: “Daar hebben we de ziekenhuisomroep,” zo grappig. Mijn vader is op latere leeftijd dominee geworden en mijn moeder was apothekersassistent, dus het was helemaal niet hun wereld. Maar ze vonden het leuk omdat ze zagen dat het mij gelukkig maakte, dus ze reden me overal naartoe. Als ik ergens een interview had, dan was dat voor hen een dagje uit.’

Op oud videomateriaal is te zien dat je als piepjonge interviewer al rondliep in een pak, iets wat je al die jaren stug hebt volgehouden. Is dat jouw manier om jezelf te onderscheiden van de massa?

‘Ik heb het altijd verschrikkelijk gevonden hoe we in Nederland met de glamourkant van het vak omgaan. Zeker in de jaren 80 en 90 was het: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Als Dick Maas een Gouden Kalf won, dan kwam hij aanzetten in een spijkerjasje en een rode loper was iets voor in Amerika. Ik weet nog dat Monique van de Ven er bij een première in Tuschinski expres naast ging lopen. Het was voor sterren in Nederland not done om in de schijnwerpers te staan, maar ik zag in Amerika hoe dat anders en – in mijn ogen – beter kon. Dat is de reden dat ik me vanaf het begin voor elke openbare gelegenheid netjes heb aangekleed, wat ook heeft bijgedragen aan mijn zichtbaarheid. Er zijn heel veel interviewers in een jeans en een shirtje, maar er was er vaak maar eentje in een pak.’

Zijn er sterren die je al zo vaak hebt ontmoet dat er een vriendschap is ontstaan?

‘Het komt zeker voor dat ik met bepaalde sterren een biertje ga drinken, maar ik kan geen namen noemen. Het is niet chic om dat te delen, vind ik, dus ik kan eigenlijk beter zeggen: op mijn verjaardag zitten ze niet. Hun wereld is een andere wereld dan die van mij.’

Benieuwd naar de rest van het interview met René Mioch? Je leest het op Blendle. ‘Ik heb op aanraden van iemand weleens een profiel aangemaakt op zo’n datingsite, maar daar geloofde niemand dat ik het echt was. Of ik kreeg een goedbedoeld berichtje: “Hallo, iemand doet alsof ie jou is op Tinder.” Dat werkte dus niet, haha.’

Interview
  • BrunoPress