Je zit dit jaar al bijna een kwart eeuw in ‘het’ vak. Voelt het alsof je een oude rot bent?
‘Het is best grappig, want ik heb daar nooit bewust bij stilgestaan. Totdat op de set van de serie Dit zijn wij een van mijn tegenspelers tegen mij zei: “Ik keek vroeger altijd naar jou. Jij bent echt een veteraan.” Vervolgens voegde hij er ook nog aan toe dat ik “echt iemand ben die er vanaf de beginperiode bij was”. Dat klonk echt fucking oud, mijn god, hahaha. Later ging ik eens kijken wat ik eigenlijk allemaal heb gedaan en besefte ik: ik ben dit jaar gewoon al 25 jaar met mijn hoofd op tv! Toen ik voor TikTok laatst een soort compilatie moest maken van mijn carrière, moest ik echt kiezen. Ik kon niet alles erin gooien, dus wat laat je zien en wat niet? Grenslanders moest er sowieso bij, dat is een serie waar ik heel trots op ben. Goudkust ook, want dat was een van mijn eerste projecten. Onderweg naar Morgen heb ik negen jaar gedaan. Dat was een te gekke ervaring die ik nog steeds koester. Op dit moment ben ik bezig met verschillende toffe projecten en volgend jaar ben ik te zien in de film Zomer in Frankrijk en de nieuwe Belgisch-Nederlandse Netflix-serie Knokke Off.’
‘Zangers die hun eigen lyrics schrijven vind ik meestal interessanter, omdat ik graag wil horen wie je bent en wat je te vertellen hebt’
Ben je bang dat er voor de zoveelste keer wordt geschreven dat je ‘terug van weggeweest bent’?
‘Als je in een soap speelt, dan zijn mensen eraan gewend dat je iedere dag met je snufferd op de buis bent. Je bent als het ware een onderdeel van hun woonkamer. Op het moment dat zo’n rol wegvalt, zoals bij mij gebeurde met Onderweg naar Morgen, lijkt het alsof je er niet meer bent: o, Jasmine werkt niet meer. Terwijl ik gewoon andere dingen deed, alleen speelden die zich wat meer op de achtergrond af. En toen kwam in 2019 de thrillerserie Grenslanders op tv, waar ik de hoofdrol in speelde. Dat was een supergroot project, waardoor mensen dachten: hé, she’s back! Dat is gelukkig inmiddels wel een beetje voorbij. Of althans, dat hoop ik.’
Van Grenslanders, waarin ook Fedja van Huêt en Monic Hendrickx spelen, werd veel verwacht, maar het was niet bepaald een kijkcijferhit. Baalde je daarvan?
‘In België is de serie wel heel goed bekeken. Daar werden de afleveringen ook in een normaal ritme van één aflevering per week op primetime op zondag uitgezonden. In Nederland kwam de serie ineens, zonder dat er echt aan promotie was gedaan, middenin de zomervakantie met twee afleveringen tegelijk achter elkaar op tv. Alle vakantiegangers hadden dus sowieso al twee of vier afleveringen gemist, wat heel raar en onhandig was, want het is echt een serie die je vanaf het begin moet volgen. Dat is denk ik een van de belangrijkste redenen waarom Grenslanders helaas niet zo is aangeslagen.’
Wat vind jij überhaupt van het niveau van Nederlandse films en series?
‘Ik moet zeggen dat ik de kwaliteit van Vlaamse series vaak beter vind. Ze spreken me meer aan, omdat ze wat meer lijken op Scandinavische producties. Ik hou van dat sfeertje, het rauwe en pure. In Nederland is het allemaal wat gepolijster en keuriger, net als in Amerikaanse series. Maar daar begint gelukkig steeds meer verandering in te komen.’
Veelgehoorde kritiek op Nederlandse producties is dat je altijd dezelfde gezichten ziet: Raymond Thiry, Jacob Derwig, Frank Lammers. Valt jou dat ook op?
‘Er is zeker een periode geweest dat ik dat zo heb gevoeld. Dat vond ik vervelend, want er zijn in principe rollen genoeg. Maar dan moet je mensen wel de kans geven om die te spelen. Ook als het gaat om diversiteit en inclusiviteit. Ik heb me er heel lang over verbaasd dat er in films en series vaak maar één plekje was voor een donker, Marokkaans of Turks iemand. Dat slaat toch nergens op? We leven in zo’n mooi multicultureel land, met meer dan tweehonderd nationaliteiten, hoezo zie je dat dan niet terug? Gelukkig komt daar de laatste jaren steeds meer verandering in. Ik ben blij dat er mensen zijn die proberen om een wat meer divers beeld te laten zien.’
Voel jij je thuis in het acteurswereldje – of ben je ondanks al je ervaring toch nog een vreemde eend in de bijt?
‘Als je je acteercarrière begint in een soap, dan wordt er toch een beetje anders naar je gekeken. Je wordt minder serieus genomen dan acteurs die de toneelschool hebben gedaan, om het zo maar te zeggen. Er zijn ook echt van die kliekjes met mensen die allemaal dezelfde opleiding hebben gedaan. Voor mijn gevoel heb ik er dus nooit echt bij gehoord, maar ik moet ook zeggen dat ik daar niet echt mijn best voor heb gedaan. Ik heb niets met de uitdrukking “schoenmaker, blijf bij je leest” en heb altijd dingen gedaan die ik leuk vind. Als ik een presenteerklus kreeg aangeboden of iets anders wat ik nog nooit had gedaan, dan dacht ik: dit is te gek, waarom niet? Dat doet niets af aan de kwaliteiten die ik heb als actrice. Als mensen dat onderscheid niet kunnen maken, dan vind ik dat raar.’
Is het leven als actrice wat je je erbij had voorgesteld toen je er als kind van droomde?
‘Nee, dat is het zeker niet. Als jong meisje keek ik naar Dynasty en Dallas met de gedachte: die mensen lopen er altijd zo bij. Als ik eenmaal actrice zou zijn, dan zag ik mezelf ook op die manier leven: in een kast van een huis, op ieder moment van de dag vol in de make-up, dikke auto voor de deur, elk weekend glamourfeestjes. Maar zo gaat dat in het echt natuurlijk niet. Ik heb nog het geluk gehad dat ik in een periode begon met acteren waarin er nog wel iets van glamour was. In de tijd dat ik in Goudkust en Onderweg naar Morgen speelde, werden er nog regelmatig gigantische feesten gegeven op Ibiza of op andere super-de-luxe plekken. Na afloop kreeg je een goodiebag waar je U tegen zei, met een beetje geluk zat er ook nog een overnachting in een vijfsterrenhotel bij. Bij premières werd je ook nog weleens opgehaald in een limousine en als ik dan ergens kwam opdraven, stonden er altijd rijen gillende kinderen op me te wachten die met me op de foto wilden of vroegen om een handtekening. Dat was wel zo’n beetje wat ik me er vroeger bij had voorgesteld, maar dat is er tegenwoordig allemaal niet meer bij. Je kunt wel stellen dat ik het vak over het algemeen zwaar heb overgeromantiseerd.’
Je was 3 jaar toen je moeder je broertje en jou vanuit Curaçao meenam naar Nederland. Wat herinner je je daar nog van?
‘Op Curaçao voedde mijn oma me op, want mijn ouders werkten allebei. We hadden vijf pekineesjes waar ik altijd mee in de weer was, de zon scheen elke dag. Het was een heel idyllisch, gelukkig leven. Dat veranderde radicaal toen mijn ouders gingen scheiden, want ineens zat ik met mijn moeder en broertje in Nederland. Geen familie om me heen, de hele dag binnen zitten. We kenden niemand en spraken de taal niet, dus contact maken was lastig. Wat me van ons eerste jaar in Nederland het meest is bijgebleven, is dat mijn moeder ons ’s nachts wakker maakte omdat het sneeuwde. Ik had nog nooit sneeuwvlokken gezien, dus ik dacht eerst dat het watjes waren. Volgens mij hebben we wel een paar uur lang sneeuwballen naar elkaar gegooid. Dat was echt feest.’
Je had een rotjeugd: je werd gepest, kinderen wreven over je huid om te kijken of je afgaf. Hoe heeft dat je gevormd?
‘Als je wordt gepest omdat je er “anders” uitziet, dan doet dat iets met je. Je zelfvertrouwen verdwijnt, je wordt onzeker, je gaat je afvragen of je het wel goed doet. Thuis kon ik helemaal mezelf zijn, daar bloeide ik op en deed ik toneelstukjes, playbackshows en dansjes. Maar buiten was het een soort van overleven. Ik trok me terug in mijn schulp en probeerde zomin mogelijk op te vallen. Dat veranderde toen ik voor mezelf ging opkomen en letterlijk om me heen ging slaan. Vanaf dat moment deinsden de pestkoppen voor me terug en ging het beter, maar die hele periode blijft een soort wondje dat af en toe nog opengaat. Als me onrecht wordt aangedaan, op wat voor manier dan ook, dan word ik toch weer even dat kleine meisje van toen. Mijn les is dat ik op zulke momenten als een volwassene moet schakelen: ho ho, dit heeft niets met jou te maken, dit is gewoon hun ding. Trek het je niet op die manier aan. Als ik acteerlessen geef aan jongeren, dan probeer ik ook altijd mee te geven dat we het met elkaar moeten doen op deze wereld. Het heeft geen zin om iemand te treiteren of het leven zuur te maken, want uiteindelijk heb je alleen jezelf ermee.’
Heb je veel moeten doen en laten om te komen waar je nu bent?
‘Ik ben nooit ingegaan op gekke voorstellen, maar die zijn er wel geweest. Toen ik net begon met modellenwerk, was er bijvoorbeeld een fotograaf die zei: “Hé, laten we iets verder gaan, more nudity, dan maak ik de next Naomi Campbell van je.” Ik heb mijn spullen gepakt en gezegd dat ik dat niet ging doen. Zo zijn er nog wel meer aanbiedingen geweest waar je je vraagtekens bij kunt zetten, maar door mijn opvoeding was mijn eigenwaarde groot genoeg om te denken: ik ben hier te goed voor. Daarmee heb ik het mezelf moeilijker gemaakt, want ik heb veel short cuts laten liggen. Mijn weg is daardoor nooit recht geweest: ik heb steeds andere zijweggetjes moeten nemen om weer op de hoofdweg te komen. Maar ik kan mezelf wel recht in de spiegel aankijken en zeggen dat ik het op eigen kracht heb gedaan.’
In hoeverre ontleen jij je identiteit aan datgene waarmee je je geld verdient?
‘Ik zeg altijd: ik ben een creatieveling. Ik maak sieraden, ik ontwerp kimono’s, ik presenteer, ik doe stemmenwerk, ik acteer, ik zing, ik dans, ik maak een podcast. Ik heb nooit gezegd: ik ben een artiest. Ik doe van alles en denk niet in hokjes. Dat is mijn identiteit en daar voel ik me lekker bij.’
Benieuwd naar de rest van het interview met Jasmine Sendar? Je leest het op Blendle. ‘Ik wil tot mijn dood blijven acteren. Liefst in wat zwaardere rollen, zoals in Grenslanders. De laatste jaren kom ik steeds meer los van het pretty girl-syndroom dat me lang heeft achtervolgd, waardoor ik gelukkig ook wel toffere rollen krijg aangeboden waarin ik wat meer kanten van mezelf kan laten zien.’