'Nieuwe richtlijnen voor schrijvers'
‘Schrijf dus eenvoudig, ondubbelzinnig. Laat niets impliciet. Doe niet aan ironie, tenzij gevolgd door een knipoog-smiley’
De kwestie-Pim Lammers. Voor wie het niet gevolgd heeft: Pim Lammers is schrijver, onder andere van kinderboeken. CPNB (stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) vroeg hem voor de komende Kinderboekenweek het Kinderboekenweekgedicht te schrijven. Maar wat werd er toen uit de krochten van het internet opgediept? Lammers’ korte, voor volwassenen bedoelde verhaal Trainer. In 2016 gepubliceerd op de literaire website De Optimist. In het verhaal wordt D’tje Jasper door z’n voetbaltrainer bepoteld en Jasper lijkt dit – en dat is nogal schokkend – niet onprettig te vinden. Naar aanleiding van deze ‘vondst’ werd Lammers online uitgemaakt voor pedofiel en kinderpornoproducent en na een bak doodsbedreigingen gaf hij de opdracht terug aan de CPNB.
Schrijvers die met de dood worden bedreigd, dat moeten we in ons beschaafde landje niet willen. En aangezien de CPNB niets lijkt te doen om herhaling te voorkomen, heb ik het op mij genomen om om de tafel te gaan zitten met enkele hoofdrolspelers in deze zaak: Monique Smit, Wybren van Haga en Kim Feenstra. Zij waren het immers die hun ongebreidelde socialemediapowers gebruikten om hun volgvolk op te hitsen tegen Lammers. Wat kunnen Nederlandse schrijvers volgens dit drietal in het vervolg het beste doen en maar beter laten als ze niet met de dood bedreigd willen worden? We kwamen tot drie richtlijnen:
1. Als schrijver mag je er nooit op rekenen dat lezers voor zichzelf kunnen denken. Een tekst mag geen vragen oproepen, maar moet antwoorden geven. De lezer dient in niet mis te verstane termen voor te worden gekauwd wat goed en wat slecht is. Pedofilie, bijvoorbeeld, is slecht. (Monique zegt: ‘Zelfs een laaggeletterde imbeciel zoals ik moet het kunnen snappen.’)
2. Schrijf dus eenvoudig, ondubbelzinnig. Laat niets impliciet. Doe niet aan ironie, tenzij gevolgd door een knipoog-smiley. Doe niet aan satire, tenzij het er in koeienletters boven staat. Zorg dat alle in het werk geuite meningen de uwe zijn. Streef naar nul ambivalentie. (Wybren vindt dat sowieso een heel vies woord, ‘ambivalentie’, omdat er ‘bi’ in zit. Daarnaast zegt hij: ‘Als ik een tekst op meer dan één manier kan uitleggen, zal ik altijd kiezen voor de lezing waaruit blijkt dat de schrijver een smerige pedofiel is.’)
3. Schrijfsels dienen 100 procent uit-de-context-ruk-bestendig te zijn. Een passage of zin die op zichzelf de indruk zou kunnen wekken dat u pedofiel bent, mag niet. Ook met losse woorden kunt u maar beter oppassen. (Kim zegt: ‘Ik wil zo’n screenshot kunnen delen zonder me er verder al te veel in te verdiepen. Ik heb wel wat beters te doen dan literatuur lezen.’)
Och, schrijvers toch. Ga nu niet meteen zitten schreeuwlelijken dat dit het schrijven van fictie onmogelijk maakt en je reinste censuur is. Het is alleen maar voor uw persoonlijke veiligheid. En het zijn geen regels, maar zoals gezegd: richtlijnen. Het niet volgen van deze richtlijnen kan weliswaar leiden tot doodsbedreigingen aan uw adres, maar dat, beste schrijvers, heeft u vanaf nu helemaal zelf in de hand.
- ANP