Al tweehonderd jaar is de familie Eckelboom actief op de kermis. Ze trekken het hele land door met hun minicars en trampoline. Leven van alleen hun kermisattracties is lastiger dan voorheen, maar aan opgeven denken ze niet. Nu kijken ze terug op het seizoen, voordat ze in hun oliebollenkraam stappen. ‘Vroeger was de kermis hét volksvermaak van het jaar, nu is er veel concurrentie van festivals. Mensen kunnen hun geld maar één keer uitgeven.’
Negen witte Tupperware-bakjes staan op het aanrecht. Vijf zijn er gevuld met gekookte aardappelen en witte bonen in tomatensaus, de overige vier met aardappelen en doperwtjes. Uit een grote zwarte pan die op het fornuis staat te pruttelen, schept Anne Eckelboom flinke braadworsten, die ze verdeelt over de bakjes. Als finishing touch giet ze er een lepel jus over. Het eten voor de komende twee avonden is klaar. ‘We zijn straks zo druk dat ik geen tijd heb om te koken,’ vertelt Anne (48), gekleed in een fleurige halflange jurk. ‘Vooral op zaterdag, de derde en drukste dag van de kermis. Dan halen we wel een visje of frietje. Maar vandaag en morgen niet, je kunt niet iedere dag friet eten.’
Met haar man Karel senior (47) en zoon Karel junior (16) staat ze de komende drie dagen op de kermis in het Zeeuwse Bruinisse, waar de jaarlijkse visserijdagen op het punt van beginnen staan. Over een paar uur gaat de kermis open, in de woonwagen treft Anne de laatste voorbereidingen. Ze maakt het eten klaar, draait nog een was en haalt een doekje over het fornuis. De woonwagen van 12 bij 2,30 meter is van april tot eind oktober de woning van de familie Eckelboom. Anne en haar Karels trekken dan door het land, van kermis naar kermis. Ze parkeren hun woonwagen op een industrieterrein of parkeerplaats en bouwen iets verderop hun attracties op. Dat zijn nu een trampoline waarin je met een tuigje wordt vastgemaakt aan een elastiek en naar hartenlust kunt springen, en een kleine baan voor minicars, autootjes op accu’s waarop kinderen rondjes kunnen rijden. Het opbouwwerk hebben vader en zoon gisteren gedaan, er hoeft straks alleen nog maar een doekje over de attracties te worden gehaald.
Geboren met de helm op
De familie Eckelboom ademt kermis. Het gezin is al de zesde generatie Eckelboom die actief is op de kermis. Zo’n tweehonderd jaar geleden trokken hun voorvaderen door het land met paard en wagen. Jarenlang maakte overgrootvader Karel furore als fakir. Hij kon de toekomst voorspellen. ‘Opa Karel was geboren met de helm op,’ vertelt Anne, die de poetsdoek even terzijde heeft gelegd en is gaan zitten aan een kleine vierkante tafel tegenover het aanrecht. ‘Dan heb je met de geboorte een soort vlies om je hersenen heen en heb je een gave, ben je helderziend. Toentertijd waren er een hoop mensen die zeiden dat ze de toekomst konden voorspellen, maar hij kon het echt.’
Mensen legden maar wat graag een kwartje neer om bij de fakir de tent in te mogen en te horen wat het leven voor hen in petto zou hebben.
Later werden paard en wagen ingeruild voor gemotoriseerde woonwagens, en ook de attracties veranderden. De vader van Karel senior bestierde jarenlang een schiettent, vanaf zijn veertiende mocht Karel senior er ook aan het werk. Lange tijd deelde hij met veel plezier de buksen uit. Ondertussen leerde hij Anne kennen, die ook uit een kermisfamilie komt en zodoende Karel eens tegen het lijf liep. De twee begonnen een relatie, trouwden en kregen samen een zoon. Karel junior werd bijna letterlijk in de schiettent geboren. ‘Omdat het ons niet zo verstandig leek om een baby in een schiettent te laten rondkruipen, maakten we in de hoek een apart kamertje voor kleine Karel,’ weet Anne nog. ‘We zetten er stoeltjes en een televisie neer en deden er kogelvrij plexiglas voor, zodat hij toch naar ons kon kijken als we aan het werk waren.’
Vooroordelen
Nu zit Karel junior op de bank in de woonwagen. Korte broek, T-shirt, om zijn nek een gouden kettinkje met een buks eraan en zijn zwarte haren strak achterover gekamd. Hij heeft zijn eigen slaapkamer in de woonwagen en geniet van het kermisleven. ‘Mooi vind ik de vrijheid, gezelligheid en het contact met de mensen. Ik zorg er graag voor dat ze een leuke tijd hebben en probeer altijd vrolijk te zijn,’ vertelt Karel junior. Hij heeft net zijn vmbo afgerond en over een paar jaar hoopt hij zijn eigen attractie te hebben, misschien wel een schiettent. Het liefst gaat hij nu al fulltime op de kermis werken, maar voorlopig is hij nog leerplichtig. De komende twee jaar mag junior in het kermisseizoen fulltime werken bij zijn ouders, die als erkend leerbedrijf dienen. In de wintermaanden neemt hij twee keer per week plaats in de schoolbanken en wordt hij opgeleid tot logistiek medewerker en verkoper in de detailhandel. ‘Ieder diploma is er één en wie weet komt het later nog eens van pas,’ zegt Anne.
Toen Karel junior nog op de basisschool zat, had hij twee verschillende scholen. Als hij met zijn ouders op pad was, had hij les in de rijdende school, een busje dat naar de kermis kwam en lesgaf aan de kermiskinderen. In het najaar en voorjaar ging hij naar de basisschool in de buurt van hun vaste woonwagen in het Gelderse Rumpt, de thuisbasis van de gehele familie Eckelboom – zo’n 65 mensen, vrijwel allemaal actief op de kermis. ‘Het was weleens lastig, omdat ik sommige vriendjes alleen in de winter kon zien. Daardoor bouwde ik niet echt een band met ze op,’ zegt Karel junior. Ook had hij regelmatig te maken met vooroordelen. ‘Sommige kinderen denken dat je vies bent of rijk of asociaal. Eerst gaf ik ze maar gelijk, later ging ik daar tegenin. Dan zei ik dat ze alleen de buitenkant zagen en geen idee hadden hoe we echt leefden. Ik vind het erg raar dat die vooroordelen er zijn. Volgens mij ben ik gewoon hetzelfde als anderen van mijn leeftijd. Er zijn nog steeds mensen die denken dat we hier rijk van worden, maar dat is echt niet zo.’
Anne vult haar zoon aan. ‘Soms solliciteert er iemand en die vraagt dan wat er per uur wordt betaald. Maar zo werkt het niet op de kermis. Hier krijg je per dag betaald. Soms werk je de hele nacht door en kun je niet naar bed, omdat er moet worden afgebroken en opgebouwd. Als wij onszelf per uur moesten betalen, waren we failliet.’
Omdat het ons niet zo verstandig leek om een baby in een schiettent te laten rondkruipen, maakten we in de hoek een kamertje met kogelvrij glas
Zware jaren
Het kermisseizoen begint rond Pasen en eindigt ergens in oktober. Daarna gaan de attracties een grote loods in en worden, waar nodig, opgeknapt en gereedgemaakt voor het nieuwe seizoen. In december haalt de familie een oliebollenkraam tevoorschijn en verkoopt hun waar in het Brabantse Raamsdonksveer. Ondertussen wordt er ook ingeschreven voor kermissen voor volgend jaar. Als de data van de kermissen bekend zijn, buigt de familie zich over de lijst en besluit waar ze naartoe willen trekken. Om ook daadwerkelijk een plek toegewezen te krijgen, dient er een bod te worden gedaan. ‘Een kermis kan worden georganiseerd door de gemeente of soms een particuliere organisatie,’ legt Anne uit. ‘Als wij graag op een bepaalde kermis willen staan, sturen we een foto van onze attractie toe. Daarbij geven we ook informatie als de afmetingen en hoeveel stroom we verbruiken. Tot slot dienen we aan te geven hoeveel het ons waard is om op die kermis te mogen staan. In een dorpje gaat het dan vaak over honderden euro’s, maar bij een kermis als in Tilburg wel over een paar duizend. Bij ons bod denken we ook na over welk weer het in die periode kan zijn. Het weer is onze grootste concurrent, maar ook zaken als het WK voetbal of andere grote evenementen nemen we mee in ons bod.’
Van tevoren kun je nooit zeggen wat we gaan verdienen. Soms moet er zelfs geld bij, maar daar word ik niet chagrijnig van
Vorig jaar stond de familie met zowel de minicars als de trampoline vijftien keer op een kermis. Soms met beide attracties, maar ook regelmatig met een van de twee. Dit jaar is dat ongeveer hetzelfde. Dat zijn aantallen waarover de familie tevreden is, maar het is niet genoeg om alleen van de kermis en de oliebollen te kunnen leven. Daarom werkt Karel senior na de jaarwisseling enkele maanden bij een garagebedrijf waar hij sleutelt aan aanhangers. Voorheen was dat niet nodig, maar de economische crisis eerder deze eeuw hakte er ook bij de familie Eckelboom flink in. ‘Tijdens de moeilijke jaren van de crisis hebben we het regelmatig over de toekomst gehad,’ weet Anne nog. ‘We hebben toen echt zware jaren gehad. Onze inkomsten gingen omlaag, maar de vaste lasten bleven. Een aantal collega’s heeft het niet gered. Dat kwam ook doordat de inkomsten onderling erg verschillen. De ene attractie is lucratiever dan de andere. Dat zie je terug in de woningen; sommige mensen wonen in een caravan en anderen in een paleis op wielen. Wij hebben onze grotere woonwagen verkocht, omdat we een vaste woonwagen wilden in Rumpt voor tijdens de wintermaanden. In de zomermaanden rijden we nu in deze kleinere woonwagen het land door. Gelukkig kunnen we dit werk nog altijd doen, omdat mijn man in de wintermaanden is gaan werken. We zijn nog lang niet terug op het niveau van voor de crisis en ik weet ook niet of we daar ooit weer komen, maar het gaat gelukkig iets beter.’ Juichen doet de familie nog niet. De kermis heeft namelijk veel meer concurrentie dan voorheen. ‘Vroeger was de kermis hét volksvermaak van het jaar,’ zegt Anne. ‘Mensen hadden niets anders. Nu is er veel concurrentie van festivals. Ik geloof dat er dit jaar wel vijftienhonderd zijn. Mensen kunnen hun geld maar één keer uitgeven, dus kiezen ze waar ze dat gaan doen.’
Dronken klanten
Dan staat Anne op. Het is tijd om aan de slag te gaan op de kermis, die een paar honderd meter verder staat. Tas met Tupperware-bakjes in de ene hand, emmer met poetsspullen in de ander. Karel junior volgt zijn moeder. Als ze bij de minicars en trampoline aankomen, zet Anne de tas met maaltijden in het hokje van de kassa. Naast de magnetron die later vanavond het eten kan opwarmen. Op de kermis is Karel senior druk in de weer met het aansluiten van de laatste lichtjes. Hij heeft zin in de kermis. Dat was een paar jaar geleden wel anders, toen hij nog het land doorreed met de schiettent. Daar begonnen Anne en Karel senior in 1995 mee, toen ze trouwden en vanuit Karels familie de schiettent in handen kregen.
Lang deed Karel senior het werk met liefde en plezier, maar de laatste jaren veranderde dat. Steeds vaker moest hij voor politieagent spelen als er weer een dronken klant het leuk vond om op knuffelberen te schieten. Ook braken de lange nachten hem op; de schiettent is vaak de laatste attractie die sluit, soms wel om 06.00 uur in de ochtend. Hij besloot de schiettent te verkopen en in te ruilen voor de kindvriendelijke minicars. Geen gezeur meer met dronken klanten en een attractie die veel vroeger sluit. Vorig jaar kwam daar de trampoline bij, Karel senior hervond het plezier. ‘Geen dag is hetzelfde,’ zegt hij, terwijl hij de elastieken van de trampoline een laatste keer controleert. ‘Alles is wel een stuk hectischer dan voorheen, maar ik vind het nog altijd leuk. Ook het leven in een woonwagen, al komt dat misschien doordat ik niet beter weet. Het is belangrijk om het leuk te blijven vinden, want anders wordt het niks.’
Hoewel de crisis voor teruglopende inkomsten heeft gezorgd, kijkt Karel senior met vertrouwen naar de toekomst. ‘Weet je wat het is? Het is een wiel en je hebt elkaar allemaal nodig. Als mensen een baan hebben, kunnen ze het geld makkelijker uitgeven en komen ze ook weer sneller naar de kermis toe. Er is weliswaar concurrentie van andere festivals, maar er is hier nog altijd een hoop gezelligheid te vinden en daarom geloof ik wel dat de kermis blijft bestaan. Af en toe heb ik wel gedacht aan stoppen en in de wintermaanden werk ik met plezier in de garage. Maar als in het voorjaar de vogels gaan fluiten en alles weer in bloei staat, wil ik toch weer weg. Naar buiten. Mijn hart ligt hier, op de kermis.’
Karel senior kijkt om zich heen. Even verderop zijn Anne en Karel junior bezig met het schoonmaken van de minicars. Nog even en de kermis gaat van start. Als het druk wordt, zit pauze houden er tot 23.00 uur niet meer in. Het deert Karel senior niet, al hoopt hij wel tijd te kunnen vrijmaken voor de aardappelen met witte bonen in tomatensaus en braadworst. ‘En de lekkere jus erbij, die mijn vrouw heerlijk kan maken. Dat zie je wel, hè,’ zegt Karel senior, aaiend over zijn ronde buik. Hoe de dagen in Bruinisse ook zullen verlopen, Karel senior blijft positief. ‘Van tevoren kun je nooit zeggen wat we gaan verdienen. Dat hangt af van zoveel factoren. Soms moet er zelfs geld bij, maar daar word ik niet chagrijnig van. Ook dan gaan we gewoon positief door naar de volgende kermis en er daar weer vol tegenaan.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Marcus Köppen