Beste Ryan Adams,
Tsja. Wat nu?
Al sinds je debuutalbum Heartbreaker (2000) ben ik hartgrondig liefhebber, zeg maar gewoon fán, van je muziek. Ik heb al je platen, en dat zijn er inmiddels nogal wat. Heb je vaak live gezien, een keer geïnterviewd voor dit blad (je bleek, zoals wel verwacht, slim, een beetje nerdy en erg grappig), ik heb een tattoo van de hoes van je album Demolition uit 2002. Ik ken eigenlijk niemand die in zo’n ontzagwekkend tempo zoveel geweldige nummers heeft geschreven. Een aanzienlijk deel van die nummers, ik zou bijna zeggen: vrijwel al die nummers gaan over de liefde. Vaak: de verbroken liefde, de gecompliceerde liefde, de getroebleerde liefde. Love is Hell was de veelbetekenende titel van een van je (beste) albums. Toen was het weer een keer uit met een vriendin, dus vol subliem geformuleerde pijn. ‘True love ain’t that hard to find / Not that you will ever know.’
Maar nu ben je in opspraak, vanwege je dubieuze omgangsvormen met vrouwen, volgens akelig veel van die vrouwen in een groot artikel in The New York Times. In sommige opzichten vergelijkbaar met de redenen waarom Louis C.K. in opspraak raakte, nog zo iemand van wie ik fan ben en die ik live zag toen hij in Amsterdam speelde. Hij treedt sinds kort weer op in New York en dan wordt het publiek vooraf gewaarschuwd dat er iemand het podium beklimt waar ze wellicht aanstoot aan kunnen nemen. Niet aan zijn gráppen, maar aan zijn aanwezigheid.
Ooit ga jij hierover zingen. Ik ben nu al benieuwd hoe
Jouw nieuwe album, de eerste van drie dit jaar, is uitgesteld door de platenmaatschappij. Zo begon het met Kevin Spacey en Louis C.K. ook: uitstel. Het voorportaal van het uitkotsen. Stel, morgen zou Louis CK opnieuw in Amsterdam spelen. Zou ik dan weer gaan? Zonder enige twijfel. Met hetzelfde gevoel? Nee, niet helemaal.
Ik zou vooral benieuwd zijn hoe hij zelf op de rel en vooral op zichzelf terugblikt. Ik bewonder de kunstenaar, dus ik ben benieuwd naar de kunst die hij heeft gemaakt van zijn crisis. Niet omdat ik zijn crisis ernstiger vindt dan die van zijn slachtoffers. Maar ja, ik ben in dit geval fan van zíjn kunst, niet die van zijn slachtoffers, dus als het om kunst gaat, wil ik zíjn verhaal horen.
Howard Komproe kwam ooit in opspraak na huiselijk geweld, en maakt vervolgens van zijn zelfonderzoek zijn beste voorstelling ooit. Ooit ga jij hier over zingen. Ik ben nu al benieuwd hoe.
Bovendien: ik ben fan van Louis CK’s humor, en een goede grap is een goede grap, al komt hij van een klootzak. Zoals een goed nummer een goed nummer blijft. Al is het blazoen van de artiest besmet, zijn werk daarmee nog niet.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- iStock