Premium

Gestrand op Playa Del Inglés

Martijn van Kleef woont op Gran Canaria, waar hij sinds 2016 werkt voor de internationale reisorganisatie TUI. Hij is intermediair tussen de Nederlandse vakantiegangers en de hotels en resorts waar de gasten verblijven. En dan breekt het coronavirus uit en moeten mensen worden geëvacueerd.

Martijn van Kleef op Gran Canaria

‘Het zwembad wordt omspannen met rood lint en de hotelgasten worden uit het water gehaald. Nu beginnen mensen boos te worden.’

Zaterdagochtend 14 maart, Vliegtuigen keren om

Het is een dag als alle andere. Ik sta vroeg op, zet koffie en lees het Nederlandse nieuws op mijn telefoon. Met een schuin oog scan ik de nieuwskoppen die al weken hetzelfde onderwerp hebben: corona. Het ochtendnieuws op de Spaanse tv is nog vrij kalm. Er wordt gesproken over de corona-uitbraak rond Madrid, maar omdat ik 1700 kilometer verderop zit op Gran Canaria maak ik me niet zo druk – hoewel ik de afgelopen dagen wat onrust om me heen constateer. Ook op Gran Canaria zijn er enkele

gevallen van corona bekend, maar daar is adequaat en snel op gehandeld. Deze mensen zitten in quarantaine en zijn ver van het toeristische zuiden, Playa del Inglés, gesitueerd.

Ik kom aan in mijn hotel en begroet de receptionisten. Iedere ochtend informeer ik naar bijzonderheden en maak ik een praatje met de mensen waar ik al zo lang mee samenwerk. Het voelt als familie. Ik heb van 09.00 tot 10.00 uur hotelbezoek, wat je zou kunnen beschouwen als een open spreekuur. Daarna doe ik mijn welkomstpraatje waarbij ik alle gasten van alles op en rond dit mooie Spaanse eiland op de hoogte breng. De ochtend verloopt soepel. Dat wil zeggen, totdat mijn manager me belt. Mij wordt verteld dat er enkele Engelse vliegtuigen die onderweg waren naar Gran Canaria zijn omgekeerd vanwege het virus. De Spaanse overheid heeft aangekondigd maatregelen te gaan treffen en zal om 14.00 uur een persconferentie geven. Bij de receptie ontstaat inmiddels een samenkomst van personeel en er wordt druk en hard in het Spaans gesproken met elkaar. Ik loop nog even langs het zwembad van het hotel om mijn gasten een fijne dag te wensen. Ik zie iedereen nog vrolijk naar me zwaaien en een mevrouw op de hoek blaast een handkusje naar me toe.

Zaterdagmiddag 14 maart, Alle excursies geannuleerd

Ik krijg om de vijf minuten een telefoontje of een nieuwe e-mail. Per direct zijn alle excursies geannuleerd. We annuleren alle kaartjes voor bootreizen, eilandtrips en dinnershows. In alle haast probeer ik de gasten te bellen en transacties terug te draaien. Ondertussen is het al 16.00 uur en haast ik me naar mijn hotel om daar alle vragen van de gasten te beantwoorden. In het hotel is het gelukkig nog rustig. Enkele gasten genieten van het zwembad, drinken een drankje op het terras of zijn afwezig omdat ze naar het strand zijn of met de auto op stap. Ook ’s avonds blijft het kalm en rustig.

De hotels op Playa del Inglés maken een desolate indruk

Zondagochtend 15 maart, Lockdown

Ik val in slaap rond 02.30 uur en sta om 06.00 uur op. Spanje gaat op standje lockdown en we gaan gasten repatriëren. Ik ga dus vroeg naar mijn hotel om iedereen te helpen. Als ik binnenkom, staat de hotellobby al vol mensen. Ik moet snel schakelen en zie een leeg podium iets verderop, waar in de avond de animatie wordt gegeven. Ik besluit om alle gasten mee te nemen naar het podium, waar ik zelf op ga staan. In dertig minuten geef ik een korte samenvatting van wat er in Spanje en in de wereld gebeurt. En ik vertel dat we iedereen netjes terug naar Nederland gaan brengen. Ik sta daarna nog een uur vragen te beantwoorden en spreek mensen die later komen aanlopen. Als ik het podium afloop, zie ik talloze berichten op mijn telefoon en zie ik dat onze inbox vol begint te stromen met mailtjes van onze gasten. Nederlandse media sturen om de haverklap pushberichten naar de mobiele telefoons van mijn gasten, met zowel goede als slechte informatie. Vlieg velden zouden sluiten, luchtruimen zouden dichtgaan en hotels zouden hun deuren moeten sluiten. Iedereen die in paniek schiet, stel ik gerust.

Zondagmiddag 15 maart, Het leger in de straten

Er ontstaat een run op vliegtickets van alle mensen in het buitenland, binnen enkele uren zijn ze uitverkocht. Veel luchtvaartmaatschappijen stoppen acuut met de online verkoop en halen websites uit de lucht. Naarmate de dag vordert, worden de contouren van de Spaanse lockdown steeds duidelijker. Hotels plakken briefjes op de deuren waarop staat dat gasten het hotel niet meer mogen verlaten, en in de straten wordt de aanwezigheid van het leger en de politie zichtbaar. Ik krijg die avond een officieel document waardoor ik over straat van hotel naar hotel mag lopen om mijn werk te kunnen blijven doen.

Maandag 16 maart, Iedereen uit het zwembad

In mijn hotel heerst chaos. De Guardia Civil loopt door het gebouw. Het zwembad wordt omspannen met rood lint en de hotelgasten worden uit het water gehaald. Nu beginnen mensen boos te worden, logischerwijs. Binnen blijven in een hotel is nu eenmaal makkelijker met een zwembad en vertier. Ook het zonneterras op de bovenste etage gaat op slot. Dikke linten worden gespannen rond de balie van de receptie. Vanaf nu mogen gasten enkel nog vanaf één meter afstand spreken met de receptie. Ik besluit om vandaag niet weg te gaan uit het hotel. Ik eet samen met onze gasten de lunch, zit met ze in de zon en stel ze zoveel mogelijk gerust. We wachten samen op de vliegtuigen die hen naar huis gaan brengen. We hebben duizenden en duizenden gasten op het eiland. Het is een enorme operatie.

Dinsdagochtend 17 maart, In een rechte lijn naar de eetzaal

Vanaf nu mogen hotelgasten alleen nog maar op de kamers verblijven. Alle stoelen, banken en zitjes zijn weggehaald uit de hotellobby. Gasten mogen van hun kamer alleen nog in een rechte lijn naar de eetzaal lopen om daar eten en drinken te halen dat ze alleen op hun kamer mogen nuttigen. Gasten die met elkaar staan te kletsen in de lobby wordt vriendelijk gevraagd om terug te keren naar de kamers. Enkele gasten moeten huilen. Het is een vreemde, onwerkelijke situatie. Om ons heen gaan de eerste hotels al dicht en worden gasten verplaatst naar hotels die nog wel open zijn. Collega-reisleiders worden uit de gesloten hotels gehaald en mogen werken op andere locaties. Vanaf nu zit ik niet meer alleen in het hotel, maar krijg ik hulp; we gaan met twee reisleiders al onze gasten in dit hotel repatriëren. Onderwijl vertrekken er ook regulier geplande vluchten naar Nederland en België en zie ik mensen links en rechts langzaam uit het hotel vertrekken. Vluchten met lege stoelen worden ondertussen opgevuld. Enkele mensen krijgen op dinsdag een telefoontje dat ze binnen dertig minuten klaar moeten staan voor vertrek.

Playa del Inglés ligt er doodstil en verlaten bij. De hotels zijn donker en ik zie geen vrolijke vakantiegangers op de balkons zitten

Dinsdagmiddag 17 maart, Reddingsvluchten

Rond 17.00 uur krijgen we de eerste bevestiging van reddingsvluchten. Veel ook. We krijgen lijsten door met namen. We werken vanuit de lobby en bellen mensen dat ze de volgende ochtend naar huis vliegen. Dit soort telefoontjes zijn fijn om te plegen. Het veroorzaakt wel een enorme onrust onder de mensen die nog niet zijn gebeld. Met enige regelmaat komen mensen van hun kamer af en lopen langs mijn werkplek. Aan eenieder die nog niet is gebeld, vraag ik wederom geduld; we zijn nog bezig, wacht even rustig af. De gasten komen echter in zulke groten getale op me af dat ze zich niet realiseren dat ik hierdoor geen mensen meer kan bellen. Ik ga op mijn stoel staan en vraag vriendelijk of iedereen me mijn werk kan laten doen. Mensen begrijpen het en sporen elkaar aan om me met rust te laten. Die avond werk ik tot 01.00 uur door, om iedereen te bellen die op de lijst staat.

De straten Playa del Inglés zijn verlaten. De grote vraag is wanneer de toeristen weer terugkomen

Woensdagochtend 18 maart, Honderden koffers

Om 07.00 uur sta ik al in het hotel. De eerste vlucht die ochtend gaat naar Brussel, twintig minuten later een vlucht naar Schiphol en weer twintig minuten later nog eentje. Ons kantoor heeft die nacht doorgewerkt om al het busvervoer te regelen en mensen in te delen. Om 07.15 uur hang ik witte A4’tjes op de ruiten van het hotel. Met een dikke stift schrijf ik de vluchtnummers en het daarbij behorende nummer van de bussen die ze naar de luchthaven zal brengen. De ingang van het hotel lijkt een verzamelplaats van gasten geworden. Honderden koffers staan verspreid over de vloer. Als de politie nu maar geen inval doet, denk ik. We mogen immers niet meer samenscholen en omdat onze gasten al enkele dagen niet meer buiten het hotel zijn geweest, weten ze niet hoe streng de controle is. Overal loopt politie en de agenten zijn weinig meegaand. De eerste bus komt om 08.15 uur en ik merk gelijk al stress en paniek onder de gasten. Veel meer mensen dan gepland gaan in de bus en zetten hun koffer onderin. Ik begin te roepen dat de bus hier is voor de vlucht naar Brussel, maar realiseer me direct dat er ook mensen instappen die op de vlucht naar Amsterdam zitten. Ik haal wat mensen uit de bus, maar moet uiteindelijk toch mensen voor Brussel met taxi’s naar de luchthaven sturen. Bus twee en drie voor de vluchten naar Amsterdam komen vlot daarna. Ook die bussen zijn te vol, maar gelukkig komt er toevallig een vierde bus aangereden die de laatste gasten meeneemt.

Wie had ooit gedacht dat op dit mooie vakantie-eiland in een paar dagen tijd geen enkele toerist meer zou zijn?

Woensdagavond 18 maart, Verlaten hotels

Die avond maken we de laatste balans op. We bellen hotels voor informatie over gasten. Welke zijn nog aanwezig, en wie is op eigen gelegenheid vertrokken? Zodoende kunnen we de lijsten voor de laatste reddingsvluchten in orde maken. We bellen hotels, gasten, personeel en maken de laatste lijsten klaar voor vertrek. De hotels liggen er intussen verlaten bij. Vele hebben de deuren al gesloten en menig personeelslid loopt met een kartonnen doosje op straat. Hier en daar wordt gehuild. Ook ik neem afscheid van alle hotelmedewerkers waar ik al zo lang mee werk. Ik wil ze allemaal omarmen, maar dat gaat niet.

Donderdagochtend 19 maart, Mondkapjes en handschoenen

Omdat de meeste hotels nu leegstaan, begin ik aan mijn laatste diensten op de luchthaven. Dit zullen zware en de meeste lastige werkuren zijn. Gewapend met een mondkapje en plastic handschoenen probeer ik de gasten naar de juiste incheckbalie te sturen en heb ik een luisterend oor voor gasten met losse tickets. Ook andere maatschappijen probeer ik zoveel als mogelijk te helpen. Het inchecken gaat soepel en de structuur op de luchthaven is subliem te noemen. Mensen mogen pas de vertrekhal in als de incheckbalies open zijn en als er plaats voor ze is. Dit resulteert in heel veel wachtende bussen voor de luchthaven vol met mensen die nog niet de bus mogen verlaten, maar zorgt ook voor overzicht in de vertrekhal. Met minder mensen heb je meer overzicht, zo simpel is het. De gasten zijn dankbaar en vriendelijk. We nemen afscheid van collega’s die op dezelfde vluchten naar huis gaan. Dankbaar zijn we dat de reddingsoperatie is gelukt. Iedereen gaat veilig naar huis en we hebben iedereen met een pakketreis kunnen helpen.

Donderdagavond 19 maart, Geen toerist meer over

Ik zwaai mijn laatste gasten uit en frummel wat aan mijn mondkapje. Deze laatste werkweek is intens geweest. Ik verlaat de luchthaven en loop richting een taxi die geparkeerd staat op een lege parkeerplaats voor de luchthaven, een beeld dat ik nooit eerder heb gezien. We rijden over lege snelwegen richting het zuiden van Gran Canaria. Playa del Inglés ligt er doodstil en verlaten bij. De hotels zijn donker en ik zie geen vrolijke vakantiegangers op de balkons zitten. Cafés zijn dicht, restaurants gesloten. We rijden door de laatste politieversperring, ik laat mijn werkdocumenten zien. Ik mag doorrijden. Verslagen kom ik thuis aan. Opgesloten in mijn huis zal ik wachten tot de eerste toeristen weer gaan komen, en duim ik dat alle hotels en de horeca het hier gaan redden. Gran Canaria drijft op het toerisme. Nu er geen toerist meer is, is dat een drama voor de economie. Wie had ooit gedacht dat op dit mooie vakantie-eiland in een paar dagen tijd geen enkele toerist meer zou zijn? Het is bizar. 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Martijn van Kleef