Wat is een gepaste reactie op stupiditeit? Het is een vraag die in me opkwam toen ik een tweet van actrice Rosanna Arquette zag (memorabel in After Hours), die tekenend is voor een zelfkwelling die steeds meer blanke, well to do-mensen zichzelf lijken op te leggen – Hollywood-miljonairs niet in de laatste plaats. Ze schreef, kort en puntig met potentieel onwetende kennis van een veel dieper narratief: ‘I’m sorry I was born white and privileged. It disgusts me. And I feel so much shame.’
Een wonderbaarlijke openbaring. Het is een openlijke etalering van zelfhaat, maar wel een kokette variant die tot doel heeft morele punten te scoren, omdat ze laat zien dat ze zich niet alleen bewust is van het feit dat ze de blanke geneugtes van het goede westerse leven kent (waarmee ze zich onbedoeld boven anderen plaatst), maar dat ze er zelfs van walgt. Van zichzelf.
Ze geselt zichzelf, op een publiek podium, met een fluwelen zweep. Het is een aflaat zonder prijs, die ethisch nietszeggend is en esthetisch ontzettend lelijk. Een ware parel van intellectuele armoede en narcisme.
De vraag voor ons, het publiek, is: oké mevrouw, wat moeten we nu met u? U verklaart zichzelf walgelijk – moeten we u troosten, of gelijk geven? En wat als we accepteren dat u inderdaad walgelijk bent, wat hebben wíj dan gewonnen? Wat draagt deze confessie bij aan ons collectieve welzijn, en hoe verlost deze verlaging van jezelf de samenleving van vermeende ongelijkheid en ongelijkwaardigheden? Hoe leidt dit tot betere oplossingen, betere ideeën of een helderder beeld van de koers die de samenleving moet varen?
Helemaal niet – er staat slechts leegte. Ze legt zichzelf als een stuk stront te vondeling en verwacht dat andere mensen het op gaan ruimen. De tijdsgeest, als korte tweet, lui hangend in een failliet narratief.
Bret Easton Ellis zegt in de inleiding van zijn laatst boek White: ‘The fearful began to instantly see the entire humanity of an individual in a cheeky, offensive tweet and were outraged. (...) This anger could become addictive to the point that I just gave up and sat there exhausted, mute with stress. But ultimately silence and submission are what the machine wants.’
Rosanna Arquette geeft toe aan de druk en dreiging die succesvolle, geprivilegieerde (overwegend blanke) mensen wordt aangewreven of opgelegd. Ze geeft het op, en legt zich er bij neer. Maar hoe win je van mensen die het opgeven?