James Worthy

James Worthy: 'Sinds kort ben ik in te huren als levensschrijver op bruiloften en begrafenissen'

'Begrafenissen vind ik leuker door het overschot aan verhalen, zoveel zelfs dat de drager van deze verhalen uit voorzorg in een kist of urn moet worden gestopt' 

James Worthy

Sinds een aantal weken ben ik niet alleen boekenschrijver, columnschrijver en sinterklaasgedichtenschrijver meer, nee, sinds kort ben ik ook grotegebeurtenissenschrijver. Levensschrijver.

Vorige week werd ik ingehuurd om over een bruiloft te schrijven en gisteren bezocht ik om dezelfde reden een begrafenis. Tot nu toe vind ik begrafenissen leuker dan bruiloften. Op bruiloften heb je vrolijke mensen en veel mensen die vrolijk doen. Op een bruiloft smelten twee families samen, maar er is altijd één familie die net iets minder blij met deze samensmelting is. Op begrafenissen zijn alle families gewoon verdrietig. Begrafenissen en crematies zijn overzichtelijker. Tranen en een kist, of tranen en een grote vlam. Klassenfoto’s en muziek. Mannen op gehuurde schoenen en vrouwen met kleine, zwarte volleybalnetten voor hun ogen.

Gisteren was ik getuige van het afscheid van een man uit Diemen. Op de foto die op de kist stond, zag je dat hij goed had geleefd. Hij stond een dikke sigaar te roken op een nog dikkere boot. De zee was rustig. In zijn ogen kon je zien dat hij zin had in morgen, maar nog veel meer in vandaag.

Het grote verschil tussen bruiloften en begrafenissen is de hoeveelheid verhalen die er rondzwerven. Op een begrafenis is een verhalenoverschot. Er zijn zelfs zoveel verhalen dat de drager van al deze verhalen uit voorzorg in een kist of urn moet worden gestopt. Op bruiloften stoppen de verhalen. Verhalen zijn souvenirs uit het verleden. Mensen die trouwen zitten niet meer op het verleden te wachten. Het verleden kan er namelijk voor zorgen dat er niet getrouwd zal gaan worden.

De familie van de man uit Diemen heeft veel verhalen. Hij was ooit topsporter, maar kon de druk niet aan, dus toen werd hij maar gymleraar. Veel van zijn leerlingen zijn aanwezig. Ze zijn inmiddels ook oud. Ze hebben al decennialang geen trefbal of slagbal gespeeld. Ik mis slagbal nog elke dag. Of je sloeg met het plankje of je sloeg met de knuppel. En nu ligt de gymleraar tussen zes planken.

‘Hij was strenger dan mijn vader, maar ook liever dan mijn vader,’ zegt een man op zwarte bergschoenen. ‘Ik weet nog een keer dat ik geblowd had en dat mijn ogen maar rood bleven. Ik kon niet naar huis. Toen heeft de gymleraar oogdruppels voor me gehaald. Een uur later kon ik mijn ouders gewoon onder ogen komen,’ vervolgt de man. De verhalen komen in sneltreinvaart. Ze gaan sneller dan het licht. Sneller dan de dood.

‘Dit is heel erg gênant, maar ik wil het toch wel vertellen. Ik was een keer vergeten dat ik ongesteld was. Dus tijdens het gymmen werd mijn witte trainingsbroek langzaam rood. De gymleraar heeft me toen zo lief geholpen. Achter in zijn kamertje had hij maandverband en rode trainingsbroeken liggen. Hij was op alles voorbereid. Op alles behalve ziek worden,’ zegt een vrouw met glimmende krullen.

Ik kijk nog één keer naar de kist en daarna kijk ik naar boven.

De gymleraar hangt prachtig in de ringen.