Op 8 november 2017 vroeg XCOR Aerospace bij de US Bankruptcy Court faillissement aan. In de weken die daaraan voorafgingen had het ruimtevaartbedrijf tevergeefs geprobeerd nieuwe investeerders aan te trekken om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Het was het einde van een doodsstrijd die al in 2016 was begonnen. Toen staakte XCOR het werk aan de Lynx Mark 1, de straaljager met vier herbruikbare raketmotoren waarmee het bedrijf passagiers de ruimte in wilde brengen. Inmiddels waren drie van de oprichters van het Amerikaanse bedrijf vertrokken, een signaal dat het geloof in het project was verdwenen.
Vier jaar eerder had Cyril Bennis, gepensioneerd burgemeester van het Britse Stratford-upon-Avon zijn spaargeld in een ticket voor de Lynx gestoken. In november 2017 ontving hij een brief. ‘Ik zou net met mijn vrouw een weekendje naar Parijs gaan toen die bezorgd werd. “Today it’s my sad duty to inform you that XCOR has failed.” Alles wat je wilde bereiken, stort dan in. Ik had gedaan wat ze van me gevraagd hebben, we voelden ons pioniers. Ik had nooit gedacht dat we een paar jaar later een heel ander soort pioniers zouden worden: mensen die een enorme hoop geld zijn kwijtgeraakt.’
Het faillissement van XCOR Aerospace had ook een Nederlandse component. Drie jaar eerder was XCOR namelijk gefuseerd met SXC, een initiatief van vier Hollandse ruimtevaartenthousiastelingen. Ze waren er in korte tijd in geslaagd om honderden tickets te verkopen voor een kortstondige reis naar de grenzen van de ruimte. SXC had bravoure, glamour en een solide werkplan. Voor de camera’s paradeerden ambassadeurs als Armin van Buuren en Doutzen Kroes. Achter de schermen steunden partners als Unilever, Philips en KLM de onderneming. Met een slim en kostenefficiënt programma ging XCOR Richard Bransons Virgin Galactic kloppen in de race om de eerste betaalbare ruimtereis. En toen viel alles in duigen.
Begin deze eeuw had straaljagerpiloot Harry van Hulten een droom: als commercieel bedrijf passagiers de ruimte insturen. Niet voor de onzinnige bedragen die de Russen vroegen voor een verblijf in het International Space Station (20 miljoen dollar), maar voor een ticketprijs van nog geen 100.000 dollar. Een bezoek aan de ruimte voor de prijs van een sportwagen. Daarmee werd een onbereikbare droom plotseling iets waarvoor te sparen viel. Als dat geen groeimarkt was. Samen met Ben Droste richtte Van Hulten in 2008 de start-up Space Expedition Corporation (SXC) op. Droste was als decaan bij de faculteit Ruimtevaarttechniek en voormalig luitenant- generaal van de Koninklijke Landmacht iemand met een groot netwerk in de internationale wereld van defensie en luchtvaart.
In 2010 werden twee belangrijke partners toegevoegd. Maarten Elshove kwam uit de bankenwereld en was zelfstandig financieel consultant. Maar het was vooral Elshoves jeugdvriend Michiel Mol die Van Hultens droom een realistische basis kon verschaffen. Op 40-jarige leeftijd had Mol al een formidabele reputatie als ondernemer en internetpionier. De oprichter van Lost Boys en Guerilla Games, en mede-eigenaar van het Nederlandse sportwagenmerk Spyker en het bijbehorende Formule 1-team, was slim, sociaal en een visionair. Hij had een aanzienlijk fortuin opgebouwd en bewoog zich gemakkelijk onder de beau monde. Mol was zelfs getrouwd met een voormalig Miss Universe Nederland. De ideale man om aan je zijde te hebben wanneer je met investeerders rond de tafel zit.
Van Hulten en Mol waren niet de eerste ondernemers die droomden over commerciële ruimtevaart. Miljardair Branson verkocht al sinds 2004 tickets voor zijn eigen ruimtecharter: Virgin Galactic. Ook Mol had een ticket voor Bransons SpaceShipTwo gekocht, maar raakte gefrustreerd door de reeks tegenslagen waarmee de Brit te kampen kreeg. Commerciële ruimtevaart moest simpeler kunnen. En het plan van Van Hulten was simpeler: SXC was feitelijk een straaljager voor twee personen die met Mach 3 op een hoog- te van 60 kilometer de grens van de ruimte zou bereiken. Daar zouden de motoren worden uitge- zet en kon de klant als passagier van de piloot anderhalve minuut van de gewichtsloosheid en een buitenaards uitzicht genieten.
Het ontbreken van luchtweerstand in de ruimte maakt dat zodra je de atmosfeer hebt verlaten, je probleemloos hoge snelheden kunt bereiken. Het International Space Station doet anderhalf uur over een baan om de aarde. Met XCOR kon je in theorie binnen het uur naar Tokio vliegen. Niet vreemd dat KLM een belangrijke partner werd. Maar ook de mogelijkheid tot wetenschappelijk onderzoek en het plaatsen van satellieten maakte het bedrijf meer dan alleen een ruimtecharter.
Om de contacten tussen klanten en bedrijf zo soepel mogelijk te laten verlopen, werd een Astronaut Relations Manager aangesteld. De Spanjaard Marco Martinez-Venturi werd direct in het diepe gegooid. ‘Al in mijn eerste week moest ik voor een deal met Unilever naar Madrid om er voor een actie met Axe de pers te woord te staan. Stond ik daar voor de camera’s van TVE, de grootste zender van Spanje, ik was doodsbang! Die avond belde praktisch iedereen die ik in Spanje kende, ze hadden me allemaal op tv gezien.’ Martinez-Venturi had net Barcelona verruild voor Amsterdam en was nog steeds verbaasd überhaupt die positie te bekleden; hij had namelijk enorme vliegangst. ‘Maar er was direct een klik en ik werd aangenomen.’
Op dat moment was SXC net bezig om markten buiten Nederland aan te boren. Er waren veel publicaties verschenen die wereldwijd interesse hadden opgewekt, zodat er behoefte was om het project in andere talen uit te kunnen leggen. Martinez-Venturis belangrijkste taak was de klanten van SXC zo goed mogelijk op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen. Er waren er vele honderden nodig om de kostbare ambities van het bedrijf te kunnen verwezenlijken, 282 zouden zich uiteindelijk inschrijven.
Wie waren deze mensen? Martinez-Venturi: ‘De klanten liepen uiteen van 18 jaar, wat de minimumleeftijd was, tot zeventigplussers. Grappig was dat leeftijd niet zoveel zei. Iemand van dertig kon grote problemen hebben met de vluchttraining, terwijl een klant van zeventig met een brede glimlach uit de straaljager stapte. Ze kwamen van overal ter wereld. De meerderheid was vijftigplus, wat meestal inhield dat ze een succesvolle carrière achter zich hadden en een financiële buffer hadden om zich dit avontuur te kunnen veroorloven. Maar anderen hebben er geld voor geleend, puur omdat dit hun ultieme doel was: de ruimte bereiken.’
Lees het hele artikel in Nieuwe Revu 31 of op Blendle.