'Bach schudde het ene kutmelodietje na het andere uit z’n kromme poten'

De onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans beledigt de overschatte componist Johann Sebastian Bach.

Johann Sebastian Bach

— Pas op: satire! Elke week fileert de onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans een overschat persoon uit de wereldgeschiedenis. ‘Een stilistische oefening in iemand uitschelden’, zoals hij het zelf noemt. Dat kun je grappig vinden, of niet. —

Johann Sebastian Bach was het zestiende kind van de 24 van Sjürt Bach en z’n debiele echtgenote Adelina Bach-Von Hoffemanchenstutlerkrombeindurchauseinander. Sjürt was zelf de 23ste zoon van z’n vader en z’n moeder, en Adelina de veertiende dochter. Kweken als konijnen op viagra, dat konden die Bach-idioten wel, maar voor iets anders wilde geen van hen deugen.

Sjürt was opruimer van de stront die de gegoede burgers door hun open raam scheten en Adelina moest in dienst van de baljuw touwen maken waaraan homo’s, joden, allochtonen, godslasteraars en fietsers werden opgehangen. Fietsen was in die tijd, de periode 1685-1750, namelijk verboden. Bach heeft dan ook nooit een cantate aan de fiets durven wijden. Wel aan de paraplubak, de potplant, de halve kilo zemelen, het wandtapijt en de pijp. Zelf rookte hij tijdens het schrijven van z’n tingeltangel-muziek de ene pijp na de andere. Hij had 134 pijpen, en daarmee klopte hij Mozart (92 pijpen), Beethoven (47 pijpen) en Tsjajkovski (een niet-roker).

De muziekstijl die Bach aanwendde was de barok, die zich kenmerkt door veel te veel noten, arpeggio waar passionaro hoort, een toonladder om op te schieten, de lage do, de hoge do, om het even welke andere do, een ritme om gek van te worden, tempi waar je de tyfus zou van krijgen en een opvallend gebrek aan samenhang tussen de pianotoetsen. Dit laatste probeerde Bach te vermijden door geen piano maar orgel te spelen. Dat is hetzelfde als Maxim Hartman die humorloosheid probeert te vermijden door nooit een grap te maken.

Bach werd z’n hele leven ondersteund door zogenaamde mecenassen, dat zijn pipo’s die hun geld aan kunstenaars geven in plaats van aan bedelaars, zwervers, daklozen, oude prostituees en zwakzinnigen. Nu zijn de meeste kunstenaars zwakzinnig, dus dat geld kwam toch nog goed terecht.

Als je denkt dat die Bach, tussen het verwekken van ongeveer zeventien kinderen door, een minuut stilzat, denk dan maar wat anders. Het ene kutmelodietje na het andere schudde hij uit z’n kromme poten en het ergste van alles is dat vele van z’n creaties nu nog steeds worden gedraaid op achterlijke klassieke radiozenders. Vooral z’n evergreens Mädchen mit Härigen Pussie, Mein Zwanze Tut Mir Leit en Kriebeln Sich Mir Unter Öksel hoor je op de meest ongepaste momenten. Strontziek word je ervan, en dat kattengejank duurt geen drie minuten, zoals een normale song, maar vaak 34 tot 45 minuten.

Gelukkig kreeg Bach van lieverlede suikerziekte aan z’n ellebogen, sneeuwblindheid, een rauwe lever, fluitende testikels en een kikker in de keel, en al deze symptomen zorgden er ten eerste voor dat hij geen muziek meer kon componeren en ten tweede dat hij doodviel. Leve de symptomen!