'Linkse mensen debatteren liever dan rechtse mensen, vooral met elkaar en zo verbeten mogelijk'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan De Balie-directeur Yoeri Albrecht.

Leon Verdonschot

Beste Yoeri Albrecht,

Proficiat. Je hebt feilloos aangetoond tot wat voor tragikomisch schouwspel het debat in Nederland verwordt wanneer de flanken ervan spreken. En je hoefde er niet eens wat voor te doen. Gewoon je baan uitvoeren: een debatcentrum leiden.

Dat debatcentrum heet De Balie. Het heeft altijd een linkse reputatie gehad. Het ligt namelijk in Amsterdam. Bovendien debatteren linkse mensen liever dan rechtse mensen, vooral met elkaar en zo verbeten mogelijk, terwijl rechtse mensen ondertussen van het leven genieten.

Maar tegenwoordig wordt De Balie ‘extreemrechts’ genoemd. Dat is een woord dat linksgekkies net zo graag gebruiken als rechtsgekkies ‘gutmensch/deugmens’. De reden is eigenlijk het feit dat er in dat debatcentrum wordt gedebatteerd. Een jaar of twee geleden werd tijdens zo’n debat door een bezoeker een vraag gesteld over een gewenst maximumpercentage aan ‘beroepsmoslims’. De presentator en gast Paul Cliteur reageerden er wat onderkoeld op, in het geval van Cliteur overigens gewoon zijn signatuur: hij hanteert graag het Britse understatement. Links- en rechtsgekkies herkennen zo’n stijl niet, die beginnen zelf immers altijd meteen te gillen.

Dit debat had nooit mogen plaatsvinden, vinden critici, en die bezoeker had nooit het woord moeten krijgen. En nu dat toch was gebeurd hadden niet alleen de presentator en de gasten de rest van de avond ‘schande!’ moeten roepen, maar had ook jij je excuses moeten maken, voor iets dat is gezegd door een bezoeker. Waarvoor jij dus verantwoordelijk bent, ergens in een universum met een logica ver, ver weg.

Twee jaar geleden, dit allemaal. Maar opeens alsnog landelijk nieuws omdat de Amerikaanse feministe Mona Eltahawy op het laatste moment een lezing in De Balie afzegde. Ze had van een links-extremist gehoord dat De Balie niet deugt. Mensen die dat onzin vonden en iets zeiden over het vrije woord, kregen van haar te horen: ‘Only white people can play “free speech” game’.

Ronduit hilarisch werd het toen de discussie, zoals altijd in deze kringen, uitliep op een wedstrijd in ideologisch verpissen. OneWorld vond het maar belachelijk dat een boycot van De Balie nu pas aandacht kreeg, want talloze ‘mensen van kleur’ (OneWorld hangt aan elkaar van foeilelijk Amerikaans activistenjargon, vertaald of gewoon letterlijk overgenomen) boycotten De Balie al heel lang. Gevolgd door een lijstje boycotters die niemand kent.

Ik vond het een briljant idee: een zaal boycotten die je toch nooit zou voltrekken. Bij dezen maak ik dan ook bekend dat ik uit principe nooit van mijn leven in een uitverkochte Kuip mijn verzameld werk zal voordragen. Dat zal ze leren.