Het beladen boodschappenmandje: hoe te deugen in de supermarkt

Negerzoenen, Jodenkoeken, blanke vla... De identiteitsoorlog verplaatst zich naar de supermarkt. Wat mag je eigenlijk nog kopen van de deugpolitie?

Jodenkoeken

Toon mij uw boodschappenmandje en ik weet wie u bent. Familiepakken wonderdoekjes en Olvarit? Jonge moeder. Blikjes huismerk energydrink en frikandelbroodjes: ongetwijfeld een gamende puber. Vegetarische Kipstuckjes en quinoa? Dat moet een GroenLinks-stemmende alfastudente zijn, in de rij naast de verlopen verliezer van de globalisering met acht halve liters en een opwarmlasagna van 90 cent.

Je hebt Aldi-shoppers met grote karren, AH To Go-grazers met heel veel haast, Marqt-moeders met glutenvrije kinderen en de dikkerds van de Plus. Hilarisch zijn ook de verhalen van de bewoners van de suburbane rijkendorpen die bij de Lidl in het dorp verderop gaan shoppen, maar die alles wel in Albert Heijn-tassen stoppen - wee als de buren erachter komen! Geen wonder dus dat in het tijdperk van heftige identiteitsoorlogen de supermarkten een belangrijk strijdtoneel vormen in de oorlog om het Ik. Als liefde door de maag gaat, dan gaan onze politieke passies dat ongetwijfeld ook.

Is het eigenlijk gek dat de strijd zich naar de supermarkt verplaatst? Nee, eigenlijk niet: de supermarkten nemen een steeds centralere rol in in ons leven. Ga maar na: vroeger had je hele winkelstraten vol verzuilde bakkertjes, groenteboeren en slagers, maar die wereld bestaat niet meer; de krimp van de middenstand ging gelijk op met de grote terugloop van de georganiseerde religie en het afsterven van het publieke politieke leven – de leegloop van de partijen, politiek verzuilde omroepen en opiniebladen – zorgen ervoor dat we ergens anders heen moeten met onze debatjes, obsessies en zoektochten naar het Rechte Levenspad. In de laatkapitalistische maatschappij zijn we veroordeeld tot het vormen van onze identiteit middels de dingen die we in ons mandje leggen. Deug ik wel als ik nog Braziliaans rundvlees eet en daarmee de Amazone sloop? Kom ik nog in de hemel als ik elke dag hagelslag eet?

Het hoeft natuurlijk niemand te verbazen dat met de opkomst van dit soort quasireligieuze sentimenten in de gangpaden van de grootgrutters er ook weer allerlei goeroes en zeloten opstaan in de strijd om de hearts and minds van de Nederlander. Tref een boze witte oom op een verjaardagsfeestje en na zes bier krijg je te horen wat er écht mis is in dit land: dat je in de overvolle schappen van de zeer ruim gesorteerde supermarkten van Ons Vaderland geen negerzoenen meer mag kopen. ‘En binnenkort mag je ook al geen blanke vla meer zeggen!’ Het is het voorbeeld van wat de populisten de ‘policormaffia’ noemen, de woordpolitie. In Nederland kennen we natuurlijk ook de racistische oorlogen in de supermarkt: als de 5de december nadert zijn foto’s op social media van kapotgeknepen chocolade-Zwarte Pieten inmiddels bijna cultureel erfgoed.

Ondertussen verplaatst het conflict zich van namen en symbolen naar de achterliggende gedachte achter het feit dat de witte middenklasse zich laaft aan ‘exotische’ producten bij de supermarkt. Niet aan Italiaanse pizza’s en Franse croissantjes, natuurlijk, want dat zijn dadervolken: waar het om gaat is dat we ook weleens willen genieten van de delicatessen van de volkeren die aan de andere kant van de koloniale geschiedenis staan.

Kernprobleem is het schimmige concept van culturele toe-eigening. Kort gezegd gaat het er dan om dat witte mensen, volgens de laatste theorieën van de donkere hoekjes van de Faculteit Sociale Wetenschappen, niet zomaar mode, kleding of taaluitingen over mogen nemen van people of colour. Televisiechef Jamie Oliver moest het maar durven: een Jamaicaanse jerk (gemarineerd vlees met rijst) als voorverpakte maaltijd, maar dan zonder de traditionele kruiden die een jerk een jerk maken. Al spoedig ontstond er op Twitter niet alleen verontwaardiging over het feit dat Oliver het verkeerde recept gebruikte, maar ook de Jamaicanen hun culturele erfgoed ontnam. Het was compleet bal toen zelfs Engelse parlementariërs van Jamaicaanse huize zich tegen de zaak gingen aan bemoeien.

Goed: alles wat de antiracisten zien in de Engelssprekende wereld moet natuurlijk ook nog een kee lafjes overgedaan worden door de Nederlandse antiracisten, die graag hadden gezien dat Nederland ook een soort Alabama met slechter weer was geweest, en gelukkig was het slachtoffer snel gevonden: de HEMA waagde het namelijk om roti te verkopen, maar dan zonder de pannenkoekachtige roti die het gerecht zijn naam geeft. Pannenkoeken! Het werd al snel gezien als het ‘uitwissen van de tradities van zwart Nederland’, al kun je nog altijd binnen een half uurtje authentieke roti laten bezorgen door uw lokale scootersurinees.

Het is misschien niet direct een supermarkt, maar als er ergens één social-mediateam overuren heeft moeten draaien om alle identitaire binnenbrandjes te blussen, dan is het wel de HEMA. Aan de ene kant lag het bedrijf onder vuur van boycotters of colour, aan de andere kant waren de Echte Vaderlanders met meeuwen en Nederlandse vlaggetjes in hun socialmediaprofielen weer eens extreem boos op het feit dat het oer-Hollandse warenhuis het waagde om paaseieren ‘verstopeieren’ te noemen en hun islamitische klanten een fijne ramadan wenste – voor het ruige internetvolk allemaal tekenen dat de keten spoedig volledig capituleert voor de Halve Maan.

Rommelt het? Een beetje. Na een succesvolle crowdfundingsactie is er momenteel een documentaire in de maak door Aziatische Nederlanders die onder de leus ‘Wij zijn meer dan babi pangang’ de automatische koppeling tussen Aziaten en semi-pittig af haaleten bevragen. Maar het lijkt erop dat de tweedehandsopwarmophef nog niet heel veel gevolgen heeft voor de schappen Conimex. Wel kunnen we in 2019 weer een hoop kapotgedrukte pietenpopjes en woedende posts verwachten over de ramadanschappen van Albert Heijn.

Het klinkt als een slecht onderwerp om een film over te maken, maar met een beetje humor en een hoop acteertalent kwam er uiteindelijk toch een legendarische rolprent van: Thank You for Smoking, met Nick Nolte in hoofdrol, is een prachtige film over het lobbywezen. In de film speelt hij een cynische tabakslobbyist die – irrelevant voor dit verhaal – uiteindelijk toch zijn hart en zijn morele kompas een beetje hervindt. Een grappige scène is als hij met zijn collega’s in de kroeg staat en ze zichzelf vol trots het MoD-squad noemen: de merchants of death. Ze vertegenwoordigen namelijk allemaal dodelijke dingen: roken, drinken, geweren. In Nederland mogen we dan wel geen wapenlobby hebben, voor de rest leven we natuurlijk wel gewoon in een lobbycratie waarin activisten en lobbyisten een felle strijd uitvoeren, ver boven de hoofden van de gewone supermarktconsument.

Zo staan er aan de ene kant van de streep de eco-warriors die alles wat slecht is voor mens en dier weg willen hebben. Geen vlees meer, geen schildpadverstikkende plasticverpakkingen en geen genetisch gemodif iceerd voedsel. Iedereen aan de biotofu! Daar zijn de omvangrijke lobby’s voor de boeren, de bio-industrie en de grote vleesverwerkers het dan weer niet mee eens. Team Groen staat op winst: steeds meer Nederlanders zijn flexitariër, vegan of anderszins minder carnivoor dan voorheen.

Plastic komt ook steeds meer in het verdomhoekje, dus de irritatie van nog weer even 5 cent extra moeten pinnen voor een lullig tasje krijgt binnenkort gezelschap van zeuren om verdwenen wegwerprietjes en een chronisch tekort aan wattenstaafjes. De grote concerns luisteren mee met hun portemonnee: dat Unilever nu de Vegetarische Slager heeft gekocht zegt genoeg.

Inmiddels heeft de gezondsheidsmaffia een geduchte medestander gevonden in de ChristenUnie. Kennelijk missen de gelovigen het opleggen van bijbelse spijswetten zo dat ze nu maar aan de slag gaan met wat u allemaal wel niet mag kopen bij de lokale grootgrutter. Op de zwarte lijst: suiker, vet, alcohol, nicotine. Terwijl de rest van de samenleving rustig het protestantse schuldgevoel loslaat en zich daarom naar een vroegtijdig sterfbed vreet en zuipt, gaan de zedenmeesters in de Kamer onvermoeibaar door. Niet meer met ‘morele herbewapening’, geen terugkeer naar de kerk en ook zonder het paardenmiddel van de prohibitie: tegenwoordig gaat alles geheel volgens het bestuurskundig jargon met nudges, kleine duwtjes om de consument in de richting van een beter leven te duwen. Dat deze nudges vooral bestaan uit extra heffingen en belastingen is dan ook wel weer leuk voor de overheid – maar minder voor de pinnende supermarktganger.

Bij de sigaretten is het al zover: die zijn zover weggedrongen naar de marges van de samenleving dat weldra de laatste roker zijn doodsreutel opkucht. Voormalig zwaar verslaafde en longarts Wanda de Kanter voert nu een intensieve campagne om ook de sigaretten uit de supermarkt te krijgen, om het zo nog moeilijker en nog minder sociaal geaccepteerd te maken om een saffie op te steken. Voor dit jaar kunnen we dus minder plastic verwachten, veel duurdere boodschappenkarretjes en veel meer creatieve recepten met allerlei groen gedoe: reken maar dat de man met zijn blik bier en zijn peukie straks goedschiks of kwaadschiks achter de barbecue vandaan gesleept wordt en in de keuken te werk wordt gesteld om allerlei hippe veganverrassingen te koken.

Geopolitiek via de supermarkt is natuurlijk niets nieuws. In de jaren 80 en 90 mochten we met z’n allen absoluut geen landbouwproducten kopen uit Zuid-Afrika. Zo konden de VPRO-gids lezende Nederlanders toch samen met Mandela een vuist maken tegen het Afrikaander broedervolk. Geen conflict echter waarop de vaderlandse aktivisten zo hun hoop projecteren als het conflict van bijbelse proporties tussen de Israëli’s en de Arabische inwoners van de Palestijnse gebieden. Een curieuze alliantie van gefossiliseerd links, witte middenklasse activisten met dreads en sjaaltjes en de door mohammedaanse propaganda opgezweepte binnenstadsjeugd die strijdt tegen Israël, pardon, de ‘zionistische entiteit’. Verboden producten: hummus en veganistische vleesvervangers. Een treurige tegenbeweging van Nederlandse vlaggetjes op Twitter en hun politieke tak, de PVV, besloot daarom om hummus te eten tot ze geen slappe vermalen kikkererwt meer konden zien.

Het is bijzonder aardig dat Israël alle klappen opvangt van de ietwat eenkennige activisten, want als je zo het groente- en fruitschap bekijkt, dan is het nog verbazingwekkend dat er in ieder geval nog een enigszins functionele democratie op het lijstje van toeleveranciers staat. In een opmerkelijk staaltje neokolonialisme hebben veel Nederlandse telers van groente, fruit en snijbloemen de wijk genomen naar Afrika, waar in allerlei kalasjnikovkoninkrijkjes de ene na de andere kwekerij opduikt. Zo moeten we aan de ene kant Onze Jongens naar Mali sturen om daar de orde en rust te bewaken, maar liggen de Malinese mango’s wel gewoon in het schap. Vreemd, niet?

Wat in 2019 in ieder geval echt niet meer kan is Braziliaans rundvlees eten: sinds daar de ‘Tropentrump’ aan de macht is, zijn de steaks bloederiger dan ooit. President Jair Bolsonaro heeft namelijk de ontzettend machtige vleeslobby achter zich en die hebben hem in het zadel geholpen met maar één doel: het opheffen van alle restricties op het platbanden van de Amazone-regenwouden voor een monocultuur van veevoedersoja en vleeskoeien. Alle indianenreservaten moeten dus omgeploegd en de dieren, planten en insecten in de ‘longen van moeder aarde’ zijn het bokje.

Politiek dichter bij huis: oud-minister van Landbouw voor het CDA Cees Veerman deed ooit nog eens een oproep om niet meer bij de supermarkten in te kopen omdat de boeren zwaar onder druk staan door het drukkende prijsbeleid van de grote concerns. Buiten een paar vakbladen hoorde niemand hem roepen. We kunnen voor 2019 wel een kleine uptick verwachten in de anti-Israëlsentimenten. Met DENK in de Tweede Kamer en steeds sterker vertegenwoordigd in de lokale gemeenteraden is het nauwelijks verhulde islamitische antisemitisme voorzien van een sterke parlementaire en politieke stem. De partij zet zijn vrijwilligers graag in voor campagne op dit lichtgetinte identitaire punt: geen wonder dus dat de ‘inspectieteams’ van DENK vlak voor de verkiezingen op pad gaan.

Als we nu na een rondje langs de schappen kijken wat er aan non-controversiële producten in ons mandje ligt, dan zien we eigenlijk dat er maar weinig door de ballotage komt. Eigenlijk is met de meeste dingen in de supermark wel wat mis en als je als een salafistisch ingestelde shopper alles zonder plastic, dik- en doodmakers of politieke probleempjes zou vermijden, dan zou er een bar leeg mandje overblijven. Gelukkig hoef je je van de meeste supermarkt- controverses eigenlijk maar weinig aan te trekken, zolang je maar Twitter vermijdt en niet te veel kijkt op de vegan-Facebookgroepen waarin de gelovigen hun schokkende documentaires over Big Food delen. Iemand een Jodenkoek?