‘Die kalender werkt heel goed en mijn gevoel zegt dat we dicht bij een oplossing zijn,’ zegt Marcel Schonewille, de 48-jarige zoon van Hans ‘De Indiaan’ Schonewille, vermoord in 1999. Hij vertelt het aan een tafel van wegrestaurant La Place in Leiderdorp. Zijn vader ging hier vroeger vaak heen om ‘handeltjes’ te bespreken. La Place heette toen nog AC en er werden nog geen focaccia-omeletten met in koffiedrab geteelde oesterzwammen geserveerd, en op de muur van de wc’s stond niet: ‘Wij geloven dat naar het toilet gaan comfortabel moet zijn, een mooi en duurzaam rustmoment voor onderweg.’
De moord op Marcels vader was een van de 52 coldcasezaken die vorig jaar op de tweede gevangeniskalender werden gezet. De kop werd: ‘Wie doodde De Indiaan?’ De gouden tip levert 15.000 euro op. De beschrijving van week 25: ‘Vrijdag 11 juni 1999. Een man laat zijn hond uit langs de Treinweg in Aarlanderveen. Op een afgelegen parkeerplaats vindt hij het lichaam van de 47-jarige Hans Schonewille uit Leiden, ook wel De Indiaan genoemd. Hans is doodgeschoten en ligt in een plas bloed.’
Er kwamen meer dan veertig tips binnen. In januari 2018 meldde de leider van het Haagse coldcaseteam dat er weleens snel een doorbraak kan worden gemeld. ‘Dat betekent dat er eindelijk is gepraat,’ zegt Marcel Schonewille. ‘RTL maakte er een item van en het haalde het NOS Journaal en alle kranten in het land. Sindsdien is de zaak weer volop in het nieuws.’
Marcel houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Hij wil zoveel mogelijk informatie en doet zelf ook onderzoek. Zijn mede-rechercheur is zijn 28-jarige zoon Jack, die acht was toen zijn opa werd vermoord. Ze bezochten de plek waar Hans gevonden werd en spraken mensen die hem goed kenden. Ze praten meerdere keren per week over de moord en hij hoeft Jack maar één vraag te stellen of ze zitten drie uur over de zaak te puzzelen. Waarom nam Hans die avond geen pistool mee? Kende hij de dader of daders? Zien ze aanwijzingen over het hoofd? Later gingen Jacks zusjes en jongste broertje zich er ook voor interesseren.
De Schonewilles zijn volgens Marcel ‘een, zeg maar: markante familie’. Ooms, tantes, neven, zijn vader en hijzelf hebben allemaal weleens in illegale handeltjes gezeten. Ze hebben de spanning en de kick nodig. Dat zit in het dna, zegt Marcel, daar kun je niks aan doen. Maar het is bij hen nooit: we gaan die en die rippen. Bij de Schonewilles gaat het er altijd om wat ‘dingetjes’ ernaast te doen. Maar de meeste familieleden hebben volgens hem ook legale ondernemingen.
Marcels vader leefde het grootste deel van zijn leven ook op die manier. Hans Schonewille werd geboren in Amersfoort. Zijn vader was beroepsmilitair in Indonesië en stierf toen Hans negen was. Hans’ moeder was invalide en kon slecht voor haar vier kinderen zorgen. Op zijn vijftiende werkte Hans bij de Spar. Het verdiende geld gaf hij aan zijn moeder. Hij werd onhandelbaar en woonde in het ene na het andere tehuis. Hij wilde net als zijn vader beroepsmilitair worden, maar werd afgekeurd wegens zijn slechte zicht. Hans voetbalde in de jeugd van SC Amersfoort. Hij had misschien best een aardige eerstedivisiespeler kunnen worden, maar interesseerde zich meer voor snel geld verdienen.
Hans leerde Marcels moeder kennen in Amersfoort. Hij was zeventien toen hij vader werd van Marcel. Hans en Marcels moeder hadden nauwelijks geld en ze verhuisden van kraakpand naar kraakpand. Marcel hoort nog steeds slecht met zijn linkeroor – dat komt door de tocht in die panden. Hans had lang zwart haar en een licht getinte huid. Daarom werd hij De Indiaan genoemd. Hij knokte graag en goed en ging werken als portier. In de jaren 70 werd hij pooier op de Amsterdamse Zeedijk. Volgens Marcel heeft hij toen echt naam gemaakt. Zijn vader had ‘een enorme uitstraling’. Dat kwam deels doordat hij zelfs binnen en in de winter gewoon een zonne- bril droeg. De Indiaan had een lui oog en hij vond een normale bril ‘niet mans genoeg’.
Na zijn carrière als souteneur ging Hans in de autobranche werken. Dat heeft hij volgens zijn zoon tien tot twaalf jaar gedaan. Naast zijn legale activiteiten hield hij zich altijd bezig met ‘handeltjes’, zoals het verkopen van gestolen sigaretten of nagemaakte kleding. De huizen waarin hij woonde ‘leken wel pakhuizen’.
Volgens Marcel deed Hans niemand pijn mee met zijn handeltjes. Hij zegt: ‘Mijn vader was een hele lieve man die zijn hart echt op de goede plek had. Hij was loyaal aan mensen en altijd open en eerlijk met zakendoen. Dat gaf hij ook aan zijn kinderen mee en in Leiden praten de mensen nog steeds over hem. Dat merk ik nu ik weer woon in de buurt waar ik opgroeide. Als ik in de Albert Heijn loop, vragen de mensen me: “Hoe is het met de zaak van je vader?” Tegen mijn dochter zeggen ze soms: “Hé, jouw opa was toch De Indiaan? Topgozer!”’
De baas van het Haagse coldcaseteam weet volgens Marcel inmiddels ook uit welke hoek de moord komt. Jack en Marcel zouden graag informatie met het team willen uitwisselen, maar ze krijgen lang niet alles te horen en ze weten ook nooit wanneer er reconstructies worden gehouden. Anders zouden de Schonewilles daar heen kunnen gaan om extra informatie voor hun onderzoek te krijgen.
Het dossier-Schonewille bestaat uit tientallen mappen. Het coldcaseteam heeft bijna alle mensen die De Indiaan hebben gekend sinds hij de zwarte lotto overnam opnieuw gesproken. Het coldcaseteam kwam vorige maand ook bij Marcel langs om vragen te stellen. Dat duurde drieënhalf uur. Ze confronteerden hem met namen uit Hans’ verleden en ze vroegen of ‘ik die kon en waarvan ik die dan kon, dat soort dingen’. De leden van het coldcaseteam waren ook dit keer ‘niet echt informatief naar mij toe’, maar dat snapt hij en Marcel heeft goede hoop dat er binnen niet al te lange tijd arrestaties worden gedaan. Dus moeten Jack en hij en zijn familie nog ‘effetjes’ doorbijten voor de echte doorbraak komt.
Het coldcaseteam is volgens Marcel dag en nacht met de moord bezig. De rechercheur die nauw bij het onderzoek betrokken is, gaat bijna op pensioen en wil zijn laatste zaak per se oplossen. Marcel en Jack gaan ook gewoon door en ze weten tamelijk zeker in een ‘redelijk goede’ richting te zitten. Dat is Marcel ook ‘min of meer’ bevestigd door het coldcaseteam en hij voelt aan alles dat de zaak snel wordt opgelost. Dat zal volgens Marcel een emotioneel moment worden. ‘In eerste instantie willen wij als familie vooral weten wat er op de avond van de moord precies is gebeurd. Daarnaast willen we uiteraard dat de dader of daders berecht zullen worden. Dan kan er rust komen in de familie en kan ook ik eindelijk aan de rouwverwerking beginnen.’
Marcel en Jack blijven intussen nadenken over stappen om de zaak in de belangstelling te houden en de druk op de dader/daders te blijven opvoeren. Daarom geeft hij ook dit interview. Nieuwe Revu wordt volgens Marcel goed gelezen door criminelen en wie weet zijn er mensen die nu wel willen praten. Hans’ tweede vrouw Kitty bespeelt de media en Marcel doet dat ook. Het heeft allemaal als doel de moord op zijn vader te laten oplossen. De zoon van De Indiaan zegt: ‘Ik weet zeker dat de onderste steen boven gaat komen. Wij geven nooit op. No surrender!’
Lees het hele artikel op Blendle.