'Als je in Nederland je zin wilt krijgen: toon je gekwetst'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan de schilderende broers Jan en Joep Gierveld. 'Vroeger hadden brutalen de halve wereld, tegenwoordig gekwetsten de hele.'

Leon Verdonschot

Beste Jan en Joep Gierveld,

Jaren geleden maakten jullie samen een schilderij. Het doek van 16 vierkante meter heet Regelrecht. Op het doek is een zittende vrouw te zien, die wordt verleid door een kwaadaardige man. De duivel. Maar achter de twee staat nog een man, met een dik boek in zijn linkerhand: het wetboek. Die man beeldt het recht uit, het recht waardoor iedere burger zich gesteund weet.

Al 26 jaar hangt dit schilderij in de rechtbank van Almelo. Soms kwam er een klacht binnen over het werk. De reden: de linkerborst van de vrouw is ontbloot. Sommige mensen houden niet van blote vrouwenborsten. Die vinden ze aanstootgevend, of vulgair, of onrein, of haram, of zedeloos, of waarom dan ook een reden voor een klacht. Al 26 jaar lang was de reactie van de rechtbank in Almelo kennelijk de enige juiste: de klacht werd voor kennisgeving aangenomen, en het schilderij bleef hangen. Maar nu gaat het weg. Een vrouw die een zedenzaak bijwoonde zag het schilderij en voelde zich, en nu komt het sleutelwoord, ‘gekwetst’. Als je in Nederland je zin wilt krijgen: toon je gekwetst. Vroeger hadden brutalen de halve wereld, tegenwoordig gekwetsten de hele. 

De vrouw kreeg gelijk: het schilderij wordt verbannen naar een kantoorruimte waar alleen medewerkers van de rechtbank kunnen komen. Tot er natuurlijk iemand komt werken die zich ook gekwetst toont, dan verdwijnt het schilderij naar de volgende plek: de binnenkant van een container. 

Als ik een klacht zou indienen over alles dat ik aanstootgevend vind, zat ik fulltime klachtenformulieren in te vullen. Ik beschouw elk nummer van Coldplay dat ik hoor op de radio als een aanval op mijn muzieksmaak. Elke tas van de Primark die ik op straat zie als een schoffering van mijn esthetiek. Elke langslopende bontkraag als een afwijzing van door mij onderschreven dierenrechten. Elke opdoemende minaret en kerktoren als een provocatie van mijn atheïsme. Elk voorbijrijdende Fiat Multipla als een schop tegen mijn autoliefde. Elk muziekje uit smarthponespeakers in het openbaar vervoer als een miskenning van mijn behoefte aan rust. Elke bierfiets als een middelvinger. 

Maar ja. Ik zal er allemaal mee moeten leven. Het alternatief is dat ik een fascist word, of een beroepsgekwetste. Die laatst krijgen vaak hun zin, maar verdienen ’m niet. 

De rechtbank in Almelo heeft nu een enorme lege muur. De volgende stap is al even Nederlands: een ‘kunstcommissie’ buigt zich over nieuwe kunst die er komt te hangen. Bij voorkeur natuurlijk zo kleurloos, ongevaarlijk en nietszeggend mogelijk. Een bos of zo, door Bob Ross. Tot iemand klaagt omdat hij dennenbomen als kwetsend ervaart.