'Philippe Geubels denkt dat hij God’s Gift To Comedy is'

De onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans beledigt de overschatte Vlaamse grappenmaker Philippe Geubels.

Philippe Geubels

— Pas op: satire! Elke week fileert de onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans een overschat persoon uit de wereldgeschiedenis. ‘Een stilistische oefening in iemand uitschelden’, zoals hij het zelf noemt. Dat kun je grappig vinden, of niet. —

Weer zo’n halfgare Belg die vindt dat hij niet geleefd heeft als hij geen doorbraak in Nederland kan forceren. Luister, Geubels, er zijn maar drie Vlamingen die in Nederland iets te betekenen hebben: dat zijn Urbanus, Wim Helsen, en ik. De eerste twee beperken zich tot gratuite plaisanterie, maar ik ga veel verder en dring door tot de diepten van de menselijke waarden en gebreken, iets waar de Hollanders, met hun rigide calvinistische mentaliteit, heel ontvankelijk voor zijn.

Geubels zal, hoezeer hij ook 785 keer in Nederland van theater naar theater sjokt, nooit iets betekenen bij onze noorderburen, simpelweg omdat hij niet grappig is, spreekt alsof er een school dode schollen in z’n bakkes ligt te vergaan, en zoveel talent heeft om een publiek daadwerkelijk te vermaken als Maxim Hartman talent heeft om een vrouw daadwerkelijk te laten klaarkomen zonder dat ze minstens één liesbreuk oploopt.

Maar goed, Philippe Geubels werd in Dendermonde geboren op 15 april 1981, als zoon van Jean-Louis Geubels, een oppoetser van zadels voor Brabantse trekpaarden, en Jeanine Geubels-Van Klompdonck, die een tweewekelijkse naaicursus gaf aan pipo’s met de ziekte van Parkinson. Geubels wilde niet deugen op school, niet omdat er op z’n gedrag iets aan te merken viel (hij zat op de laatste bank continu in te dutten), maar omdat hij heel erg dom was. Als de leraar hem vroeg om Roemenië op de wereldbol aan te wijzen, dan vroeg hij: ‘Wereldbol, wat is dat?’

Hij maakte uiteraard de middelbare school niet af, en via de relaties van z’n oom Sylvain (die lid was van de Dendermondse maffia), raakte hij aan een baantje als vakkenvuller in de supermarkt Colruyt. Daar probeerde hij de klanten te amuseren door te stamelen: ‘Als je suiker wil, die kun je vinden onder de S. Als je tampons wil, die kun je vinden onder de T. Als je een xylofoon wil, die kun je vinden onder de K.’

Ongeveer één op de honderd klanten moest eventjes grijnzen om dat soort stuitende bullshit, en dat volstond voor Geubels om te veronderstellen dat hij een komiek was. Hij schreef zich in voor de Comedy Casino Cup, de meest onhumoristische wedstrijd voor mislukte humoristen die er ooit georganiseerd is, en de bedoeling was dat degene met de slechtste moppen de cup zou winnen.

Er hoeft geen tekening bij dat Geubels met de eer ging strijken, en van het schouwburgencircuit en de televisiezenders meteen de kans kreeg om zo goed als iedere dag op een podium of voor de camera te gaan staan, met als resultaat dat men in driekwart van Vlaanderen foutief ging denken dat er om Philippe Geubels wat te lachen viel.

Van zichzelf vindt hij dat hij God’s Gift To Comedy is, en dankzij die arrogantie is hij erin geslaagd om van Jaguar een gesponsorde SUV te krijgen. Dat is dan ook ongeveer z’n enige prestatie.