Dan moet en zal er een bezoek aan de helblauwe doos worden gebracht. Want de tuinmeubelen zijn volgens je vrouw uit de mode en je kinderen zeuren al sinds de vorige zomer om een stapelbed. Hoe overleef je Ikea zonder je blauw engeel te ergeren?
In 1947 begon Ingvar Kamprad in Zweden meubels te verkopen. Had hij dat maar nooit gedaan. Anno 2020 zijn er zo’n 330 Ikea-vestigingen in 43 verschillende landen, waar ruim 200.000 medewerkers de hele dag geen daglicht zien. Zijn nazaten verheugen zich sinds zijn overlijden in januari 2018 dividendsgewijs over een jaarlijkse omzet van meer dan 32 miljard euro. Komt allemaal uit die blauwe bunkers. En wij ons maar rood pinnen, bij de kassa.
Nederland telt dertien blauwe dozen. Eén daarvan is een hele speciale. Dat zie je niet aan de buitenkant, want die is gewoon gewoon. Vierkant. Bijna geen ramen. En helblauw. De ‘bijzondere’ vestiging staat in Delft. Ikea Delft geldt als het Europese opleidingscentrum van de meubelketen. Of nu ja, meubels... Bouwpakketten. En lauwwarme, zompige gehaktballen met vossenbessenjam. Twaalf voor €5,75*, maar dan krijg je er ook een kledder aardappelpuree bij of een zwaai bleke friet. ’t Is voor niks.
Die goedkoop aandoende prijsstelling geldt voor bijna het hele assortiment van de woongigant, en dat is dan misschien ook het enige wat vóór Ikea spreekt. Want een enigszins normaal, fatsoenlijk mens wil er niet dood gevonden worden of, als het dan toch moet, er zo snel mogelijk enigszins levend weer weg. Voordat je genegen bent om met een godvergeten Godmorgon- (googel maar) wastafelkastje op het winkelende medepubliek in te rossen. Maar ja, in de wereld van Ikea bestaat er niet zoiets als ‘zo snel mogelijk weg’.
10 Geboden
De labyrintopstelling van de showrooms, badend in het wereldvreemde ledverlichting maken je claustrofobisch. De continu krakende speakers die omroepen dat ‘Splinter en Saïd dringend’ willen worden opgehaald uit Småland (in sommige vestigingen inmiddels omgebouwd tot Öland, een andere naam voor dezelfde ballenbak, alleen nu voorzien van speelgoed ‘van 100 procent gerecycled plastic’**) werken op je zenuwen. En iedereen die voor je voeten loopt, lijkt dat expres te doen. Maar troost je, je bent niet de enige met een blauwgierende bloedhekel aan Ikea. En als je je aan de volgende 10 Geboden houdt, sta je snel en zonder bijkomende schade weer buiten, in het aangename zonnetje. Ontsnapt. Gödzijdånk.
1. Kies met chirurgische principe het tijdstip van het betreden van de helblauwe doos
Nou, ik naar Ikea, en dat was niet zo’n groot succes. Maar dat kan ook aan mij gelegen hebben. Misschien ben ik op het verkeerde moment gegaan. Zaterdagmiddag 14.30 uur, is dat dom?
(Youp van ’t Hek) Met welke feestdagen dan ook naar Ikea gaan is bij voorbaat minder verstandig. Want: druk. Maar als het dan toch moet: kijk op de klok. Met Pinksteren is bijna elke vestiging om 10.00 uur open, het restaurant veelal een half uur eerder. En daar zit ’m nou net de ellende. Een deel van de massa gaat, geloof het of niet, vroeg naar Ikea om daar een ontbijtje à 1,20 euro weg te werken. Met hardgekookt eitje: 30 cent extra. En die massa duikt na het droge, mierzoete croissantje met margarine het ‘woonwarenhuis’ in. Dus: op de vroege feestdagmorgen is het dringen. Kom daarom wat later ter ongelukslocatie, maar ook niet weer te laat, want met Pinksteren sluit de tent om 18.00 uur stipt, dus vanaf 17.30 uur staat iedereen in de lange rij voor de kassa. Maak er 17.15 uur van.
De ervaring leert – ja, vraag niet verder – dat binnenzwaaien door de blauwe draaideur iets voor 12.00 uur een aardige zet is. Waarom? Het grootste gedeelte van het volk beweegt zich dan (weer) richting restaurant, want lunchtijd.
Check.
2. Rij als een 95-jarige met staar het parkeerterrein op (en af)
Voor je bij de draaideur bent, moet je eerst nog even je auto kwijt. Dat doe je zo: op het parkeerterrein rijd je alsof je hoogbejaard bent en door voortwoekerende staar nog slechts 5 procent zicht hebt. Dat is niet voor niets. Op de parkeerterreinen duwen de jongens en de meisjes in blauw-geel uniform de door klanten achteloos achtergelaten winkelkarren terug naar de blauwe doos. Niet zelden zijn dit nogal lange rijen, en die zijn niet 1-2-3 tot stilstand te brengen. Rijd je net iets te hard (vooral als je weer naar huis mag), dan bestaat de kans dat je gezinswagen een karretje kopt. Kleine kans? Nee hoor. Revu-journalist Henk Willem Smits, die jarenlang werkte bij het Groningse filiaal: ‘Bijna elke dag had ik wel een auto tegen mijn karren. Dan waarschuw je nog, door hard te roepen en wild nee te schudden met je hoofd, maar het was vaak al te laat. Boem. En daarna schelden natuurlijk.’
3. Laat je kinderen thuis
Denk niet: de kinderen gooien we wel even in de ballenbak, want net als u tien minuten door het labyrint dwaalt, schalt er door het woonwarenhuis: ‘De kinderen die tien minuten geleden zijn afgegeven bij Småland, willen graag worden afgehaald.’ En twee minuten later: ‘De kinderen die twaalf minuten geleden zijn afgegeven bij Småland, willen nu écht héél graag worden afgehaald bij Småland.’ Dan moet je terug, en daarna moeten de kinderen mee op expeditie. Een ramp, want ze gaan zeuren. Ze willen dit hebben, ze willen dat hebben. En als je voor de dertigste keer ‘nee’ zegt, gaan ze huilen. Zoals Youp van ’t Hek al zei, toen zijn kind om een stapelbed vroeg: ‘Daarmee heeft ze mij tot op m’n merg beledigd. Wij wonen namelijk riant, de Van ’t Hekjes. En als wij iets niet nodig hebben, dan is ’t een stapelbed.’
Het enige wat helpt als je iets niet in je huis wilt hebben, en je vrouw komt ermee aanzetten, is zeggen: “O, dat had mijn ex ook!” ’
4. Overwin de smaak van je partner
Het enige wat helpt als je iets per se niet in je huis wilt hebben, en je vrouw komt er in Ikea mee aanzetten, is zeggen: “O, dat vind ik héél erg mooi, dat had mijn ex ook!” ’ Leer dit citaat van komiek Philippe Geubels uit je hoofd voor als je partner ineens een spuuglelijk ‘meubelstuk’ aanwijst. Je kunt er eindeloos mee variëren: ‘O, deze stoelen staan ook bij dat blinde echtpaar bij ons in de wijk in de woonkamer. Daar vloeken ze ook zo mooi bij het tapijt.’ Of: ‘Ja, dit bed kocht moeder ook toen ze dementerende was, weet je nog?’ En: ‘Ome Frits heeft net zo’n tafel. Hij heeft wekenlang zitten rommelen met bierviltjes, maar nu wankelt hij alleen nog als je ademhaalt.
5. Laat je niet verleiden
Valt je eigen oog op iets ogenschijnlijks moois? Houd je in! In het slimme ledlicht en in de gewiekst ingerichte showrooms lijken de meubels heel wat. Maar vergis je niet; bij Ikea lijken de meubels, soms of vaker, net iets mooier dan ze zijn. Wie ooit heeft geprobeerd om een Billyboekenkast vol met boeken te stoppen, weet wat we bedoelen. Daarom: als je écht iets moois ziet (weet je het zeker?!), bekijk het dan nauwkeurig van alle kanten. Is het stevig? Gaat het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een tijdje mee? Heb je het écht nodig? Denk drie keer na. En daarna nog drie keer. En laat het dan staan.
6. Maak géén ruzie
Wil je partner iets per se kopen en jij vindt het he-le-maal niks? En al je tegenwerpingen helpen niet? Maak dan geen ruzie. Rondlopen in Ikea is al geen heldendaad, ruziemaken in Ikea is voor ultiem sneue mensen. Dus dat doen we niet, want dat zijn we niet. Wees de slimste, wees de wijste. Als er per se iets heel erg lelijks mee moet naar huis en je weet het niet te counteren, dan moet dat maar. Hetzelfde geldt voor als je je zin niet krijgt wat betreft de aanschaf van iets dat jij wel ziet zitten, ook al is het van Ikea, en je wederhelft zegt: ‘Veto.’ Laat gaan, laat het staan. In het krankzinnige fenomeen Ikea moet iemand zijn hoofd koel houden.
7. Ikea Family? Je hebt al een familie...
De vasteklantenkaart van Ikea heet Ikea Family. Als we daarmee lid konden worden van de goudgerande familie Kamprad, zouden we het meteen doen. Lekker comfortabel delen in het miljardendividend. Maar neen. Met de Ikea Family-kaart krijg je enkel gratis koffie of thee en 20 cent*** korting op een hele hotdog. In ruil daarvoor kunnen de Kampradjes precies zien wanneer je hun filialen bezoekt, hoelang je er verblijft, wat je koopt en hoeveel geld ze dit jaar weer aan je hebben verdiend. Geef jij je privacy weg voor een paar slokken slappe koffie, een gratis theezakje en/of 20 cent korting op een knakworst? Nou dan. Bovendien: wie wil er bewijslast hebben rondslingeren, dat jij met de feestdagen... Daarom: neem geen Ikea Familykaart. Kleinkunstduo Karen Levin en Monique van der Ster merkte al op: ‘Ikea Family. Ik hoor nu eindelijk eens ergens bij.’
En mocht je toch denken: wel handig juist, zo’n kaart, want daar staan al mijn aankopen op, dus dat is lekker makkelijk ruilen... Vergeet het maar. Ja, je aankopen staan allemaal op de pas als je ’m laat scannen bij de kassa, maar ruilen kan voor het gemak alleen met een kassabon.
8. Laat de boel in elkaar timmeren
Cabaretier Javier Guzman: ‘Ik ga toch ook mijn eigen schoenen niet zelf afmaken? Dat kan een derdewereldkind veel beter dan ik!’ Je hebt het niet van ons, maar je kunt gewoon, stiekem, aan Ikea vragen of zij hun wankele meubelbouwpakketten voor jou, bij je thuis, in elkaar zetten. Kost relatief een fooi: 49 euro plus 20 procent **** van de aanschafprijs van de meuk (uitgezonderd badkamers en keukens).
9. Eten doe je in een écht restaurant
We zeiden het al eerder: hele volksstammen kauwen een ontbijtje weg in de Ikea, want spotgoedkoop. Een ontbijtje was 1 euro, inmiddels leg je 20 cent meer neer, want alles wordt altijd alleen maar duurder en nooit eens goedkoper. Het ontbijtbuffet, de lunch en het (laatste) avondmaal worden behalve door klanten ook gefrequenteerd door meer of minder eenzame gepensioneerden, die zich graag met je bemoeien, want dan scoren ze een praatje. ‘Voor amper een euro krijg je niet alleen een ontbijt, maar ook nog gratis sociale contacten erbij,’ zei chefkok Pierre Wind niet voor niets. Da’s op zich al een bijzonder goede reden om het restaurant te mijden, maar er zijn er meer. Het eten is simpelweg niet geschikt voor de fijnproever. Alles wordt halfgaar aangeleverd. Dat is geen vuige roddel, dat geeft Ikea zelf toe. Twee jaar geleden klapte toenmalig Ikea Nederland-foodmanager Carolien Lanting uit de school: ‘Feitelijk kun je ons restaurant zien als een mengvorm tussen horeca en catering, waarbij we steamers gebruiken die exact zijn ingesteld op het product. Dus ja, in principe kun je een aap een kunstje leren en hebben we geen topkoks nodig.’
Daar komt nog eens bij dat je bijna altijd in de rij staat. Eerst om een dienblad te bemachtigen (die bij Ikea extra groot zijn, zodat je er extra veel oplegt), dan voor het au-bain-marie-buffet en dan nog eens voor de kassa, waar blijkt dat het gaarkeukenvoedsel nu ook weer niet zo heel erg spotgoedkoop is. Wij tikten 17,95 euro af voor twaalf slappe gehaktballetjes, veel te koude sla, ketchup, een bakje extra droge friet en twee drankjes.
Weet je trouwens waarom (een deel van) het eten in de blauwe doos zo goedkoop is? Amerikaan Chris Spear, voormalig ‘kok’ in een Ikeafiliaal gaf in 2015 het antwoord. Door het voedsel in het ‘restaurant’ laag te prijzen, bevestigt Ikea heimelijk het imago een goedkope winkel te zijn: ‘Een doorsnee klant weet niet wat een sofa kost. Hij ziet er eentje voor 599 euro. Is dat voordelig? Dat weet hij niet. Maar hij weet wel: voor nog geen 5 euro kan hij bij Ikea een volledige maaltijd eten. En hij weet óók dat dat elders veel meer kost.’ Kortom: omdat een deel van het eten bij Ikea zo goedkoop is, is het volk geneigd te denken dat meubels in de showroom ook goedkoop zijn.
10. Achteraan aansluiten in de rij
Zo, eindelijk zijn we bij de kassa. Klaar. Yeah! Even opletten: je kunt beter in de rij gaan staan dan dat je zelf je hele kar vol rommel gaat lopen zelfscannen bij de zelfbedieningskassa. Ten eerste is dat een hoop gedoe, ten tweede worden zelfscannende klanten bij de uitgang vaak tegengehouden omdat een forsgebouwde meneer met een V op zijn revers de bon wil zien. Bespaar je die vernedering. Aanschuiven bij de bemande kassa’s dus. En daarna als een gek naar je auto sprinten. Denk je nog wel even aan Gebod nummer 2?
* In Ikea Amsterdam.
** Ikea Amsterdam, Breda en Zwolle hebben een kinderopvang die Öland heet.
*** Korting op een hotdog in sommige filialen. De korting verschilt van tijd tot tijd en de prijs van een hotdog verschilt veelal per winkel. In Amsterdam krijg je geen korting op een hotdog en bedraagt de prijs voor iedereen 0,70 euro. In de hoofdstad is de hotdog sowieso nogal schraal, want geen gedroogde uitjes en augurk, die in andere vestigingen vaak wel, al dan niet gratis, voorhanden zijn.
**** Prijs op moment van schrijven.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Kakhiel