'De overheid moet met zijn poten van mijn lichaam afblijven'

Hoofdredacteur Jonathan Ursem is geregistreerd orgaandonor, maar niet blij met het systeem. 'De nieuwe donorwet gaat in tegen artikel 11 van de grondwet: de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam.'

Jonathan Ursem

Wat een gedoetje weer hè, met dat donorgebeuren. Hoe ik erin sta: als ik dood ben, heb ik mijn organen toch niet meer nodig, dus mag iemand anders ze hebben. Ik ben geregistreerd donor, maar ben niet blij met het systeem.

Het donorregister stelt de vraag of je na je dood organen en weefsels wilt afstaan. Die vraag kan je in de huidige situatie met een simpel ja of nee beantwoorden, of je kunt je nabestaanden of een ander laten beslissen. Als het aan D66-Kamerlid Pia Dijkstra ligt, wordt die keuze in een nieuwe wet voor jou gemaakt: vul je niks in, dan word je automatisch donor.

Dat klinkt nobel, maar dat druist in tegen een fundamenteel principe dat is vastgelegd in artikel 11 van de grondwet: de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Kort gezegd: je beslist zelf wat er met je lichaam gebeurt (tenzij in de wet een uitzondering staat, denk aan bloedafname door de politie in het geval van een misdrijf).

Wat D66 wil, zou uitgesloten moeten zijn. De overheid heeft nooit, maar dan ook nooit, iets te zeggen over jouw lichaam. Om nou te beweren dat mijn lichaam mijn tempel is, met al die Liga MilkBreaks die ik dagelijks wegkaan, gaat wellicht wat ver... Maar poten af van mijn lijf.

Volgens mij moet het systeem er zo uitzien dat je geen donor wordt als je het donorcodicil niet invult, en je drie opties hebt als je dat wel wilt doen: Ja, ik ben donor / Nee, ik ben geen donor / Ik doneer alleen aan mensen die ook donor zijn. Met die derde optie geef je donoren in feite voorrang op de wachtlijst, en moeten mensen die zelf geen organen of weefsel aan iemand anders willen doneren iets langer wachten, maar dat vinden ze vast niet erg aangezien ze het idee van orgaandonatie toch maar niks vinden.