25 jaar black metal: bloed, zweet en Satan

Precies een kwart eeuw is Noorwegen in de ban van black metal. Muzikanten steken kerken in brand, vermoorden elkaar of steken homo’s overhoop. Toch is het genre uitgegroeid tot nationaal cultureel erfgoed.

Gaahl

Voor het ongetrainde oor is er geen afgrijselijker genre denkbaar dan black metal. De bezitter van dat ongetrainde oor zal het trommelvlies splijtende, nihilistische antimuziek vinden. Waar normaal gesproken een warm, kloppend hart zou moeten zitten, giert in black metal een ijzige poolwind die het merg in je botten bevriest. De drummers en gitaristen knallen met hun furieuze tempo’s nog net niet door de geluidsbarrière. De zang is – op zijn meest flatteus – te omschrijven als de schrille doodsrochel van een geit die door Satan hoogstpersoonlijk wordt gewurgd op het offerblok. Om over het tenue de ville nog maar te zwijgen. Dankzij kilo’s corpse paint en liters varkensbloed oogt de gemiddelde black metalband als een horde zwart-witte demonen die uit de krochten van de hel naar boven zijn gekropen om je zieltje te verkrachten. Zonder vaseline.

Het gedachtegoed van black metal laat zich eenvoudig samenvatten in drie woorden. Wij. Haten. Alles. Een van de mannen die dit gedachtegoed met verve uitdraagt, is Kristian Espedahl. Hij noemt zichzelf Gaahl, was jarenlang zanger van de Noorse black metalband Gorgoroth en ziet eruit als een Ork met een gruwelijk ochtendhumeur. Gaahl groeide geïsoleerd op in de bossen, bergen en fjorden ten noorden van havenstad Bergen. Zoals de meeste black metal-muzikanten uit zijn land, verafschuwt hij de moderne, op christelijke normen en waarden gestoelde Noorse maatschappij. Liever grijpt hij terug naar de tijd dat Jezus en zijn volgelingen geen flikker te zeggen hadden in het hoge noorden, toen vikingen en hun heidense voorvaderen geloofden in ijsreuzen, zwarte elfen en zeegoden.

Gaahl is een duivelsaanbidder in hart en nieren. In de Canadese documentaire Metal: A Headbanger’s Journey uit 2005 verwoordt hij zijn kijk op de wereld als volgt: ‘Wij zijn het verplicht om ieder spoor van het christendom en zijn semitische wortels uit te wissen. Satanisme is vrijheid voor het individu om te groeien en Superman te worden. Iedere man die is geboren om koning te worden, zal koning worden. Iedere man die is geboren om slaaf te blijven, kent Satan niet.’ Met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, dat stelt dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren, veegt Gaahl zijn reet af. ‘Het doel van de black metal-gemeenschap is altijd geweest om uit te groeien tot de elite van het menselijk ras. En de elite is boven regels en wetten verheven.’

In hetzelfde jaar dat deze documentaire uitkwam, moest Gaahl voor de rechter verschijnen. Toen hij thuis een feestje gaf, kwam er een 41-jarige man dronken en zonder uitnodiging zijn huis binnen. Dat pikte Gaahl niet. Er volgde een vechtpartij, waarna het slachtoffer volgens eigen zeggen zes uur lang ritueel zou zijn gemarteld door Gaahl. De zanger zou hebben gezegd het bloed van de dronkenlap te zullen drinken en gaf hem een beker om het goedje in op te vangen.

Lees het hele artikel op Blendle.