Premium

The voice of Helland

Het Zweedse Ghost, het Amerikaanse Zeal & Ardor, het Poolse Behemoth, het Nederlandse Dool: veel populaire metalbands delen een geloof. Het satanisme. Over de hernieuwde populariteit van de ultieme antichrist: Satan

Het Zweedse Ghost

De Melkweg in Amsterdam, enkele weken geleden. De schaduwen van de leden van Zeal & Ardor betreden onder luid applaus het podium. Na het intro zetten frontman Manuel Gagneux, een zwarte Zwitserse Amerikaan, en zijn medevocalisten een nummer in dat lijkt op een gospel. Het is het tegenovergestelde. Gagneux heeft de spirituele liederen bestudeerd die de Amerikaanse slaven jarenlang zongen tijdens hun gedwongen tewerkstelling, en koppelde daar een denkoefening aan vast. Hoe zouden die nummers hebben geklonken als ze een protest waren geweest tegen het christendom van hun onderdrukkers?

Gagneux vroeg zich af wat de meest tot het uiterste doorgevoerde muziek tegen het christendom is. Het antwoord: satanistische black metal. En vervolgens voegde hij de boodschap en de agressie van die muziek samen met de intensiteit en het repetitieve karakter van zwarte spirituals.

Wat krijg je dan? Duivelse gospel.

Precies dat kregen de Melkweg en 013 in november, en het Lowlands-festival een paar maanden daarvoor. Loepzuiver gezongen, met intense ernst gebrachte zinnen als ‘A good God is a dead one / A good lord is a dark one / A good lord is the one that brings the fire,’ gecombineerd met donderpreken uit de hel: ‘The riverbed will run red with the blood of the saints and the blood of the holy.’

Bittere ernst

Wie Zeal & Ardor weleens live heeft gezien, zal het idee dat het hier een gimmick betreft meteen kwijt zijn: de satanistische twist die Gagneux aan zijn bluesmetal geeft, is bloedserieus. Wat ook opvalt in interviews: hij weet heel goed waar hij over praat. Wilden hardrockbands in de jaren 80 nog weleens flirten met het satanisme om te shockeren, de metalbands van tegenwoordig die Satan hoog in het vaandel hebben staan, hebben hun ideologische huiswerk gedaan.

Dat geldt ook voor Behemoth, de zeer populaire Poolse blackmetalband rond Adam Nergal Darsk, in eigen land ook een bekende televisiepersoonlijkheid, onder meer als coach in The Voice of Poland.

Ook voor Nergal is zijn satanistische overtuiging bittere ernst: in 2010 moest hij in zijn zeer katholieke land voor de rechtbank verschijnen nadat hij drie jaar eerder op het podium een Bijbel had verscheurd.

Nu is Behemoth een erg goede metalband, maar ook een keiharde. Hoe groot de band inmiddels ook is geworden, Behemoth zal nooit een enorm mainstream publiek aanspreken: zo gauw Nergal zijn grunt inzet, diep en donker als de hel zelf, zou een groot publiek gillend wegrennen.

Maar het Zweedse Ghost, dat deze week nog de AFAS Live vol liet stromen en deze zomer samen met Metallica in alle grote stadions van Europa speelt, dat klinkt zo toegankelijk en poppy als ABBA, maar dan met gitaren. En, in enorme tegenstelling tot Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid: met satanistische verwijzingen in teksten. Toen de band zijn tweede album opnam in Nashville, bleek het daar om exact die reden onmogelijk om muzikanten te vinden voor het koor.

Anton Szandor LaVey, de oprichter van de Church of Satan.

Opvallend is de expliciete verwijzing naar een Nederlander bij het nummer He Is, een van de grootste live-favorieten van de band. Ghost speelde het nummer ooit live voor de Eindhovense muzikant Selim Lemouchi, die er op aandrong dat ze het oudere nummer alsnog zouden opnemen. Dat deden ze, en ze droegen het bovendien aan hem op.

Wierook, schedels en bloed

Lemouchi was de voorman van de band The Devil’s Blood, een zeer invloedrijke metalband, die van optredens veel meer maakte dan gewoon optredens, omdat Lemouchi ze beschouwde als rituelen. Inclusief kaarsen en wierook, inclusief schedels, inclusief bloed. Zowel muzikaal als ideologisch was de band invloedrijk: voor Lemouchi waren satanistische overtuigingen een belangrijk deel van zijn leven, en hij was extreem goed ingelezen in occultisme, theïsme en atheïsme, en in het satanisme. In maart 2014 pleegde hij zelfmoord, en uit de vele internationale berichten van rouw en medeleven viel goed af te lezen hoe groot de status van de cultband was.

Enkele leden van The Devil’s Blood gingen door in DOOL, de band rond Ryanne van Dorst, vroeger ook bekend als Elle Bandita.

Net als bij Ghost slaat de muziek van DOOL, dat inmiddels op ieder relevant festival in Nederland heeft gestaan en op nog veel meer festivals in het buitenland, aan bij een veel breder publiek dan alleen de traditionele metal-liefhebbers. En net als bij Ghost leven ook de overtuigingen van Lemouchi door in DOOL. Van Dorst: ‘Ik heb Selim pas in zijn laatste jaren leren kennen, maar in die korte tijd veel van hem geleerd, ook van zijn kennis over dit onderwerp.

Dit onderwerp, het satanisme, heeft twee nogal grote pr-problemen. Het eerste is de donkere kant van de geschiedenis van door het satanisme geïnspireerde black metal, zoals zeer uitvoerig beschreven in het klassieke boek Lords Of Chaos uit 1998, geschreven door de journalisten Michel Moynihan uit Los Angeles en Didrik Søderlind uit Oslo. Het is een bijna 400 pagina’s lange onderdompeling in een wereld waarin satanisme vaak samenvalt met moord, het in brand steken van kerken en een ondertoon van stevig antisemitisme.

In 2003 verscheen er een herdruk, met nieuwe informatie, nadat de nieuwe tournee van een band als Dimmu Borgir in verschillende Europese landen met tv-spotjes werd aangekondigd en een band als Satyricon in Noorwegen een radiohit scoorde. Kortom: nadat bands met zware satanistische invloeden in populariteit de underground ver aan het ontstijgen waren.

Sterk aan het boek blijft zeker het begin, waarin de auteurs de aantrekkingskracht van de duivel in popmuziek in historisch perspectief plaatsen, vanaf de blues waar Zeal & Ardor ook naar teruggrijpt: ‘Zwarte slaven namen na hun gedwongen aankomst in Amerika vaak het christendom over, maar ze mixten het met voodoo-melodie-ën. Bluesnummers zitten vol verwijzingen naar duivels, demonen en geesten. Van een van de meest invloedrijke blueszangers aller tijden, Robert Johnson, wordt beweerd dat hij zijn ziel aan de duivel heeft verkocht in de Mississippi Delta, en zijn muzikale erfenis zou zijn mogelijk gemaakt doordat Satan hem in ruil daarvoor de mogelijkheid gaf te spelen. Johnson heeft maar 21 nummers opgenomen, waarvan de bekendste Crossroads Blues, Me and the Devil Blues en Hellhound on My Trail zijn. Er is een directe lijn te trekken van de demonische nummers van de Delta-blues naar de huidige wereld van satanische rock.

Dat doen de twee auteurs dan ook, en die lijn verbindt onder meer The Rolling Stones (met hun duivelsmaskers op promo-foto’s, albumtitels als Their Satanic Majesties Request en nummers als Sympathy For The Devil) met bands als Black Sabbath, waarvan bassist Geezer Butler wordt geciteerd: ‘Toen ik me verdiepte in het satanisme kwam ik erachter dat het er al was nog voor enige christelijke of joodse religie. Het was een ongeloof lijk interessant onderwerp.’

Zeal & Ardor-frontman Manuel Gagneux.

Merchandise

Het tweede pr-probleem van het satanisme is ironisch genoeg de man die er vaak als grondlegger van wordt beschouwd: Anton Szandor Lavey. Ten onrechte, want de bassist van Black Sabbath heeft gelijk met zijn opmerking over de lange historie van het satanisme.

Toen ik me verdiepte in het satanisme kwam ik erachter dat het er al was nog voor enige christelijke of joodse ­religie’ ­— Geezer Butler van Black ­Sabbath

Affiche Ghost tour 2019

Maar wat Lavey wél deed, was het satanisme institutionaliseren: hij richtte op 30 april 1966 de eerste officiële Church of Satan op, en begon iets dat we tegenwoordig gewoon merchandise zouden noemen: onder meer in 1968 een plaat (Satanic Mass, ‘recorded live at the Church of Satan’) en vooral: een boek.

Dat boek, The Satanic Bible uit 1969, heeft het ideologische beeld van het satanisme sterk bepaald, zoals de gewelddadigheden en moorden uit de beginperiode van de Noorse metalscene – die Michel Moynihan en Didrik Søderlind in hun boek beschrijven – het beeld van de satanistische praktíjk sterk hebben beïnvloed.

Maar The Satanic Bible is inhoudelijk weinig serieus te nemen. Het begin is best sterk, wanneer Lavey aanval na aanval opent op het christendom. Al had filosoof Bertrand Russell dat in 1927 al sterker gedaan in zijn lezing Waarom Ik Geen Christen Ben, en zeker de laatste jaren zijn er boeken verschenen die het christendom en álle theïstische overtuigingen veel overtuigender onderuit halen, van God Als Misvatting van Richard Dawkins (2006) tot God Is Niet Groot van Christopher Hitchens (2007).

Here Now There Then van DOOL ­

Meer camp dan cult

Lavey is uiteindelijk een performer, een showman. Zijn levensloop is fascinerend: hij was onder meer assistent van een illusionist, leerde hypnotiseren en was de officiële fotograaf van het San Francisco Police Department. Hij maakte de mugshots. In het voorwoord van zijn ‘bijbel’ wordt hij geciteerd over de lessen die hij leerde tijdens die baan: ‘Ik zag de bloedigste en grimmigste kant van de menselijke natuur. Mensen die waren neergeschoten door idioten of neergestoken door hun vrienden, kleine kinderen die uiteengespat waren achtergelaten na een hit and run. Het was walgelijk en deprimerend. Ik stelde mezelf de vraag: waar is God? En ik werd vervuld met weerzin door de schijnheilige houding van mensen ten opzichte van geweld, met altijd die zin over Gods wil.’

Vooral die schijnheiligheid fileert Lavey met leesbaar genoegen. Maar wanneer ‘the black pope’ vervolgens de contouren van zijn eigen geloofsopvatting ontvouwt, en vooral de eindeloze reeks daaraan vasthangende rituelen uiteenzet, inclusief The Black Mass van zijn elpee, wordt The Satanic Bible een hilarische bijna-parodie. Een beetje zoals de verfilming van het boek Lords of Chaos op basis van de eerste trailers meer camp dan cult lijkt te zijn.

Stranger Fruit van Zeal & Ardor.

Ryanne van Dorst las het boek van Lavey ook ooit. ‘The Satanic Bible is een heel ander soort satanisme, dat is bijna een mindfullness-achtig boek, een provocerende reactie op die tijd. Inclusief dat hele theater, inclusief al die ritueeltjes. Ik zie het vooral als een boek om al die christelijke Amerikanen van de jaren 60 op te fokken, die helemaal in paniek raakten wanneer ze over al die enge rituelen lazen. Maar Lavey hield ze gewoon een spiegel voor: jullie hebben toch ook je rituelen? Dat Laveyaanse satanisme is daar heel goed voor geweest, dat heeft zeker zijn effect gehad. Maar er zit ook een meer serieuze kant aan. En ik kan daar, tot op zekere hoogte, heel goed in meegaan.’

‘Morele implicaties zijn niet aan mij besteed’ — Selim Lemouchi van The Devil’s Blood

Popjournalist Frank Provoost zocht voor De Correspondent een jaar na de dood van Selim Lemouchi zijn nabestaanden op. Onder meer zijn zus Farida, die ook in The Devil’s Blood zat, en zijn moeder. Ze haalden met zijn drieën een interview uit 2011 aan, het jaar waarin (op 11-11-11) het tweede album van The Devil’s Blood verscheen. Lemouchi vertelde over zijn overtuiging te moeten toegeven aan de ‘universele kracht van chaos’ en het zichzelf ‘in het aanschijn der duisternis plaatsen’.

Hij lichtte toe wat hij daarmee bedoelde. En dat klinkt tegelijk overtuigender, minder vrijblijvend en voor velen ongetwijfeld angstaanjagender dan alle verzamelde rituelen van Anton Lavey: ‘Als een roofdier rücksichtslos nemen wat ik nodig heb en totale vrijheid nastreven. Morele implicaties zijn niet aan mij besteed. En naar de hel met iedereen die het anders ziet.’

Zeal & Ardor speelt 16 februari in het Patronaat in Haarlem.

Ghost speelt 11 juni samen met Metallica in de Johan Cruijff Arena.

DOOL speelt 28 juni op Dokk’em Open Air in Dokkum.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Mikael Eriksson, Getty Images, BSR Agency