‘Een chiptune of chip-muziek is muziek die onmiddellijk gesynthetiseerd wordt door een computer of de geluidschip in een spelcomputer in plaats van samples te gebruiken.’ Ik lees het hardop voor aan mijn vriendin terwijl ik in de intercity van Amsterdam richting Utrecht raas. Ze draait haar telefoon om en laat me een afbeelding zien van twee Game Boys die zijn aangesloten op iets waarvan ik denk dat het op een mengpaneel lijkt. ‘Waar sleep je me vanavond in hemelsnaam mee naartoe?’ Ik schud mijn hoofd en weet het eigenlijk zelf ook niet. Het enige wat ik weet is de route naar Ekko, de locatie van vanavond.
Chiptune dus, met de Eindbaas-feesten als Nederlands vlaggenschip. Inmiddels al ver voorbij de twintig edities en vrijwel altijd uitverkocht. Met de Ekko in Utrecht als thuisbasis. De chiptune-scene is een betrekkelijk kleine, laat ik mij vertellen. ‘Echte underground.’ Mark van den Heuvel, alias Monodeer, is een van de vaste krachten op de Eindbaas-feesten. ‘New York heeft een redelijk grote scene van honderd, driehonderd man,’ legt Van den Heuvel uit. ‘Het zijn de festivals en de clubavonden waar iedereen op af komt. Tokio, New York, Australië; overal zie je een vaste kern van een paar honderd man.’
Van den Heuvel is in 1982 geboren in Waalwijk en woonachtig en werkzaam in ’s-Hertogenbosch. Grafisch ontwerper met een eigen ontwerpstudio en docent op de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost by day, Monodeer by night. Als The Demon of Dutch Chiptune, zo werd hij tijdens het jaarlijkse Magfest in Washington aangekondigd. Het is een van de grootste music- en gaming-festivals ter wereld, met meer dan zestigduizend bezoekers. Hij treedt meerdere keren per jaar in binnen- en buitenland op. Afgelopen jaren deed hij Australië, Japan, Rusland, Duitsland, Engeland en Italië aan. Van den Heuvel: ‘Ik speel over de hele wereld en ik heb heel veel reizen voor nul euro kunnen maken. Maar ik doe het uit liefde voor de muziek. Als je geld wil verdienen, dan moet je geen chiptune gaan maken.’
Terwijl de Ekko langzaam voller stroomt, vraag ik hem wat hij, als Monodeer, nu precies doet. ‘Een dj draait platen van anderen. Ik speel met apparatuur, met de hardware waarop de muziek ook gemaakt wordt. Ik speel mijn eigen nummers live voor publiek. Het is een instrument, net alsof ik op het podium met een gitaar sta. Alleen sta ik met een Game Boy, en op die Game Boy staat geprogrammeerde muziek en data die ik zelf heb ingebracht.’
Als fulltime digibeet ben ik hiermee nog geen stap verder met de eerste duiding van chiptune. Hoe leg je dat aan je tante of je buurvrouw uit? Van den Heuvel: ‘De oude spelcomputers hadden in plaats van een geluidskaart een kleine chip. Letterlijk een heel klein blokje waar je informatie in stuurde en dat omzette in geluid. Doordat het geheugen van die computers steeds groter werd, werden die chips overbodig. Die Game Boys werden afgeschreven. Op een gegeven moment is iemand met die chip aan de slag gegaan om te kijken of je het niet als een instrument kon gaan gebruiken. Er komt namelijk een heel puur geluid uit. Toen is er een muziekprogramma ontwikkeld die je gewoon achterin je Game Boy kunt steken waarmee je die geluidschip kunt programmeren en er nummers mee kunt maken. In die geluidschip zitten vier geluidssporen die je eigenlijk kunt vergelijken met een banjo met vier snaren. Zo simpel is het.’
Lees het hele artikel op Blendle.