Je hebt 10 keer Le Mans gereden. Wat is er zo boeiend aan endurance racing?
'Het is uitdagend. Je komt in een bepaalde zone terecht. Le Mans is bijzonder omdat het hele lange rechte stukken heeft. Daar heb ik het hardste ooit gereden, met de Dome die ik met Jan Lammers deelde: 342 km/u. En dan aanremmen voor de Indianapolis-bocht. Nou, buckle up, man. Pak je ballen beet en stuur in. Dat is echt serieus vet. Dat is écht, écht vet. Je rijdt met een open cockpit en je hebt zoveel zuiging dat je helm van je kop af wordt getrokken. Je wordt bijna gekeeld door het bandje waarmee de helm vastzit.' (Tom maakt geluiden alsof hij naar adem zit te happen)
En dat een etmaal achter elkaar.
'Elke ronde weer. Als je boven de 300 km/u komt, ga je een grens over. Dat is echt serieus hard. Dan zit je op een punt waarop je als je op het rechte stuk van Le Mans 0,2 sec later remt, je in het bos hangt. Maar ook dan zoek je de grens op. Alles gaat op de limiet, maar je houdt wel de controle. Je moet er gevoel bij hebben, met de auto praten. Als de auto kraakt en piept dan zegt ie: “Dat wil ik niet.” En ’s nachts racen, da’s gaaf. 342 km/u ’s nachts is heel iets anders dan overdag. Het is niet moeilijker, maar anders. De lucht is kouder, dus je krijgt meer zuurstof. Dat rijdt lekkerder. Ik vind het gaaf, dat is echt een privilege. En door de open cockpit ruik je het als op de camping naast het circuit de barbecue aan wordt gezet. Dan rem je aan voor de chicane en dan denk je: hé, ze hebben de worstjes erop gegooid. Dat moment is echt uniek aan Le Mans: dat je de barbecue ruikt met 342 km/u op de teller.'
Dat klinkt heroïsch, maar autoracen is ook afzien. De documentaire die je van Dakar 2015 hebt gemaakt, moet de grootste tranentrekker zijn die RTL7 ooit uitgezonden heeft.
'Als je zó moe, zó kapot bent... Als iemand dan “Boe” tegen je zegt, dan ga je janken. Je wil niet opgeven, het kan niet, maar je had het allang moeten doen. Je wordt emotioneel geknakt. Ik ben nog nooit zo diep gegaan, en daarom doe ik het ook nooit meer. Ik ga nooit meer alleen naar Dakar. Je bent echt zo alleen; 15 dagen achter elkaar alleen maar werken, niet slapen en door. Vallen en opstaan. Het is niet leuk, en ook niet gezond. Ik heb er nog weleens last van; dat ik emotioneel helemaal dichtsla. Soms beleef je ineens weer alles wat er toen gebeurd is. Je voelt je zo alleen, zo machteloos. Je bent zo moe, zo hongerig. Een normaal mens had al 10.000 keer opgegeven.'
Waarom ben je niet gestopt dan?
'Het is de drang om door te gaan, de drang om te laten zien dat je een bikkel bent. Niet aan anderen, maar aan jezelf. Afgelopen jaar stond ik vast. De helikopter van de organisatie kwam naast me hangen: “Je gaat opgeven, hè?” Ik: “Ben je gek geworden?” “Ja, maar je ligt laatste.” Ik: “Ja, nou en? Je ziet me in Buenos Aires!” “Dat ga je niet halen.” Ik: “Oh nee? Dat zal ik jou wel even laten zien.” Ik heb 800 kilometer met mijn buggy achter een vrachtwagen gehangen, tot mijn middel in het water gehangen met 3 graden... Iedere marinier zou geknakt zijn.'
Lees het hele artikel op Blendle.