'De opnamen van mijn eigen kookprogramma zijn forever foetsie'

Ik had eens bedacht dat ik op tv moest. Met een eigen programma. Een kookprogramma. Nu kan ik helemaal niet koken, ma...

Ik had eens bedacht dat ik op tv moest. Met een eigen programma.

Een kookprogramma. Nu kan ik helemaal niet koken, maar dat moest geen probleem zijn. Het is televisie, zo dacht ik, dus je kooksels hoeven er alleen maar goed uit te zien, niet goed te smaken.

Snekken met Sjer moest het gaan heten. In korte af leveringen van elk zo’n 5 minuten zou ik Oud-Hollandsche snackbarsnacks bereiden. Niet gewoon een doos kroketten open trekken en in de frituurpan gooien, maar ze echt helemaal zelf from scratch maken.

Ik schreef vier af leveringen. Een voor het patatje met, een voor de kroket, een sauzenspecial met ketchup, curry en pindasaus, en als huzarenstuk een voor de frikandel.

De introtune had ik ook al verzonnen. Een vrolijk deuntje met de tekst:

‘Lekker snekken is niet vies / Dus ik geef je een goed advies / Kijk naar snekken met Sjer, lekker snekken met Sjer.’

Ik leurde met m’n script en m’n liedje bij de gerenommeerde omroepen, maar die zagen er vreemd genoeg noch hoge kijkcijfers, noch een Gouden Televizier-Ring in.

Als ze het zien, dacht ik, dan willen ze het vast wél hebben. Dan staan ze te springen. Ik moet het gewoon eerst maken.

Zo belandde ik bij een Rotterdams productiebedrijfje dat weleens een filmpje voor de lokale televisie schoot. Meer dan drie jongens met camera’s en een computer om op te editen was het eigenlijk niet. Maar ze waren enthousiast en nog belangrijker: ik hoefde ze pas te betalen als ik Snekken met Sjer aan een zender had verkocht.

We filmden twee dagen in de bedrijfskantine van een gekraakt kantoorpand. Ik verhaspelde continue m’n teksten. Liet de mayonaise tot drie maal toe schiften. Draaide de blender stuk op het taaie vleesbeslag van de frikandellen. Knoeide ketchup op m’n overhemd. Dat moest eerst in de wasmachine en de droger en gestreken worden voor we verder konden, anders was – omdat we alles door elkaar filmden – de continuïteit naar de knoppen.

Het enige lichtpuntje van de productie was de extreem rondborstige burlesque-performer die ik had ingehuurd als assistente. In een weinig verhullend kanten negligeetje dartelde ze om me heen en smulde van mijn snacks. Ze stak wellustig een frikandel in haar mond en kirde: ‘Oh Sjer, wat is ie groot!’ en smeerde zichzelf vervolgens in met mayonaise.

Na die twee draaidagen hoorde ik weken niets van de jongens van het productiebedrijfje. Ze reageerden niet op m’n mailtjes. Dus ik maar eens bellen. Gestotter aan de andere kant van de lijn. Er was iets misgegaan met het overzetten van de opnames van de camera’s naar de computer. Een lang technisch verhaal waarvan ik alleen begreep dat alles wat we gefilmd hadden forever foetsie was.

Het enige wat er nog van Snekken met Sjer over is, is het introfilmpje dat we op een andere locatie schoten. Ik lig naakt in een bad patat oorlog. Je ziet rode vlekken op m’n borst en m’n armen. Er zat blijkbaar iets in de Aldi-frietsaus waar ik niet tegen kon en uitslag van kreeg.