Premium

‘Ze probeerden me echt helemaal kapot te maken’

Hans Kazàn (67) is inmiddels zo’n household name, dat we niet eens een poging gaan doen om hem te introduceren. Iedereen weet wie hij is, maar wie is de man achter de artiest? Op een Spaans terras ontleden we de privépersoon achter de goochelaar.

Hans Kasàn

Van familieruzies tot onvoorwaardelijke liefde, een bijzondere ervaring in Las Vegas en vaker incasseren dan hijzelf dacht aan te kunnen. ‘Het gaat er niet om hoe goed je kunt slaan, maar hoe goed je kunt incasseren.’

Waarom zitten we in Spanje?

‘Omdat ik het slechte weer in Nederland helemaal zat was. Ik weet nog goed dat we jaren geleden, onze jongens waren nog klein en dochter Lara net geboren, in de kerstvakantie thuis voor het raam zaten en het buiten echt tekeerging. Op datzelfde moment kwam er op het nieuws een fragment van het Zuid-Spaanse kustplaatsje Puerto de Cabopino voorbij waar de zon wel scheen. “Jongens, wie stapt er morgenochtend met mij de auto in?” riep ik spontaan. Iedereen natuurlijk dolenthousiast en dat hebben we dan ook maar gedaan. Mijn vrouw Wendy volgde ons per vliegtuig een dag later met de baby en ik zette de “overtocht” met Oscar, Renzo en Steven in per auto. In twee etappes naar Spanje, eerst tot Bordeaux waar ze alle drie de piepende bedden in een oud hotelletje stuksprongen, en de dag erna het laatste deel van de in totaal 2500 kilometer. De wegen waren toen nog slechter dan nu, dus ik was helemaal uitgeput toen we om 22.00 uur eindelijk aankwamen. Met trillende handen reed ik het haventje binnen en aten we wat in La Despensa, het restaurant waar we nu ook dit interview doen. Inmiddels wonen we, op Steven na, allemaal hier.’

Wat vonden ze daar in Nederland van?

‘Ik kreeg meteen commentaar dat de kinderen door onze verhuizing niet meer naar school konden. Maar weet je, die zijn hier ook. Spanje is niet een of ander achterlijk derdewereldland. Vriendjes maken op het strand duurde ook niet langer dan een uur. Als je als kind een beetje sociaal bent, dan hoeft de taal geen barrière te zijn. Zelf ben ik niet zo van de vrienden. Ik heb ze niet, ook geen kennissen. Nooit gehad ook. Enkel mensen met wie ik werkte. Ik ben best een eenling en heb ook niemand anders nodig dan mijn eigen gezin en aanhang die daarbij hoort. Tantes, ooms, ik heb er vrij weinig mee. Aad van Toor en zijn vrouw Ina wonen hier bijvoorbeeld vlakbij, maar als ik in twintig jaar twee keer met ze heb afgesproken is het veel. Bijna asociaal, maar ik vaar er wel bij. Wendy en ik hebben altijd genoeg aan elkaar gehad en leven sinds enkele jaren heerlijk teruggetrokken in een houten huis, zeg maar een soort ruime blokhut, op 25 minuten rijden van de bewoonde wereld. Hiervoor hadden we een groot huis met een zwembad en acht badkamers, maar nu de kinderen allemaal de deur uit zijn, hebben we dat niet meer nodig. Onze huidige woning vergt ook minder onderhoud, waardoor we heel gemakkelijk de deur achter ons kunnen dichttrekken om af en toe een paar dagen naar Nederland te gaan. Daar verblijven we steevast in kamer 421 van Hotel Figi in Zeist. Ik heb er inmiddels een eigen kast met spullen.’

Het liep uiteindelijk spaak tussen mijn ouders en mij toen Wendy in mijn leven kwam en ze haar nooit positief wilden ontvangen

Zo’n blokhut vind je niet op Funda, neem ik aan?

‘We zagen het staan in een Spaans krantje en zijn er direct op af gegaan. Via allerlei bergweggetjes kwamen we uiteindelijk uit bij een klein hutje met wat kratten tegen de muur dat dienstdeed als geïmproviseerd café. Ervoor zaten zes typisch Spaanse mannetjes waarvan er een ons wel verder op weg wilde helpen. Na nog wat omzwervingen stonden we ineens voor de deur en waren we meteen verkocht. Toen ik Wendy leerde kennen, woonde ze ook in een houten bungalow, in de bossen van Hoog-Keppel. Dat verblijf is toen jammerlijk afgebrand, maar nu we hier zitten, hebben we dat oude gevoel weer wat teruggekregen. We zitten midden in de natuur, horen ’s nachts niets anders dan het geluid van kikkers, krekels of het stromende riviertje en als je overdag de deur open laat staan, kan er zomaar een of ander beest naar binnen lopen. Die snuffelt dan wat rond. Het ligt allemaal zo afgezonderd dat we niet eens een officieel adres hebben. Post laten we daarom bezorgen bij onze schoonzoon. Als we, na een lange dag groenten verbouwen in onze tuin, op het terras een wijntje drinken, zeggen we geregeld: “Zo, tot zover zijn we gekomen!”’

Een enorm verschil met het leven als de gelikte presentator van showprogramma’s.

‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een dubbelleven lijd. Aan de ene kant heb je de vrijetijds-Hans die prima zonder mensen kan, aan de andere kant de man die lezingen geeft en mensen een leuke avond wil bezorgen. In beide gevallen ben ik echter wel een echte Kazàn en niet meer Hans Mulders, zoals mijn ouders me ooit hebben genoemd. Al op de middelbare school zette ik boven elk proefwerk mijn nieuwe achternaam op het vel en daar maakte niemand een probleem van. Inmiddels staat het ook officieel in mijn paspoort. Mijn naam veranderen en het contact verbreken met mijn ouders hebben ze in mijn optiek verdiend door de manier waarop ze zich destijds gedroegen. Tuurlijk, het blijven mijn vader en moeder, maar door mij op de wereld te zetten zijn ze de verplichting aangegaan om me zo goed mogelijk te begeleiden naar volwassenheid. Een kind heeft die verplichting andersom niet. Dankbaar zijn voor het eten dat ze me gaven? Hoezo? Ik heb er toch niet om gevraagd om geboren te worden? Dat is hun keuze geweest. Het liep uiteindelijk spaak tussen ons toen Wendy in mijn leven kwam en ze haar nooit positief wilden ontvangen. Voordat ik haar kende, was ik een zeer ongelukkig kind dat zich nergens thuis voelde en buitengesloten was van de wereld. Pas toen zij in mijn leven kwam, dacht ik: godzijdank, eindelijk iemand die me begrijpt. Mijn ouders zagen dat helaas niet en het botste. Als je bij mij iets niet moet doen, dan is het iets negatiefs zeggen over Wendy. Dan krijg ik Dracula-tanden en bijt ik. Een reden waarom mijn ouders zich zo opstelden, heb ik nooit gekregen, maar ik trok al vrij snel mijn eigen plan. Drie maanden voor Wendy’s achttiende verjaardag trouwden we en dacht ik: de groeten!’

Was je jeugd een drijfveer om het met je eigen kinderen beter te doen?

‘Het omgekeerde was waar: ik wilde helemaal geen kinderen. Ik kwam uit een gescheiden gezin en wilde koste wat kost voorkomen dat ik dat mijn kinderen ook zou aandoen. Uit een soort verdediging was ik daarom resoluut tegen het vaderschap, maar Wendy wilde er op haar beurt wel twaalf! Sterker nog, als ik voet bij stuk had gehouden, waren we nu niet meer bij elkaar geweest. Ze gaf me een ultimatum, daar dacht ik vervolgens één seconde over na en ging vervolgens alsnog overstag. Inmiddels zijn we ruim veertig jaar verder en gaat het nog steeds prima. Een handboek voor een goed huwelijk bestaat niet, anders zou ik het direct aan iedereen uitdelen. Ik denk dat we gewoon geluk hebben gehad dat we elkaars eerste en enige zijn, zonder ooit de behoefte te hebben gehad aan een ander. En geloof me, er is mij in mijn Hilversumse jaren genoeg aangeboden, maar ik moet er niet aan denken op een dag een ander hoofd dan dat van mijn vrouw in bed naast me te zien. Bij RTL hebben ze weleens gevraagd of ik mee wilde doen aan Jouw Vrouw, Mijn Vrouw of Chantal Blijft Slapen, maar daar moest ik niet aan denken. Na die opname ook nog even naast mij in bed komen snurken? Ga na het interview lekker naar huis, joh. Ik heb genoeg aan Wendy. Met haar is het balletje op veertien gevallen. Zo noemen we dat bij ons thuis als we een gelukje hebben. Het komt voort uit mijn eerste bezoek aan een casino. Daar zette ik eens in op nummer veertien en won ik direct een paar honderd gulden.’

Je wordt vaak in één adem genoemd met Hans Klok, maar wat hij doet is toch een andere tak van sport?

‘Ben ik met je eens. Hij is veel meer een artiest en illusionist die zijn haren laat wapperen en sexy assistentes in glitterpakjes om zijn nek heeft hangen. Ik ben toch meer de entertainer, presentator en vriendelijke meneer die mensen leuk bezighoudt en een praatje met ze maakt. Een gouden regel in ons vak is dat het er niet om gaat wat je doet, maar hoe je het doet. De Strip op Las Vegas is de plek waar Klok thuishoort, ik ben daar dan weer minder op mijn plek. Ik vond het leuk om er eens een week te vertoeven, maar wilde daarna toch ook graag weer naar huis. Voor mij was het echt een poel des verderfs. De drukte, de mensen, alles was binnen en ook nog eens bloedheet. Voor hem is het zijn grote droom, maar vanuit mijn perspectief heb ik medelijden met de mensen die er moeten wonen. Ik hou meer van rust. Als kind genoot ik al van de momenten dat we opstellen moesten schrijven, want dan was de hele klas stil. Uit eten gaan doe ik het liefst alleen met Wendy en, als het gezelschap leuk is, hoogstens met twee man extra. Meer niet, want dan ga ik entertainen en begint het op werken in privétijd te lijken.’

Dertien jaar geleden ging je zaak over de kop en verloor je miljoenen. Welke lessen heb je daaruit geleerd?

‘Ik doe altijd goed mijn huiswerk, maar destijds liet ik dat door iemand anders doen die ik nog beter achtte. Dat klopte, alleen dan wel op de verkeerde manier. Ik was altijd eindverantwoordelijk, maar nu werden zaken ineens uit mijn handen getrokken. Het zal me altijd blijven achtervolgen, maar zelf denk ik er niet meer zo vaak aan. Toen alle aanslagen net op de deurmat lagen en de wonden nog vers waren, kwam mijn oudste zoon bij me met een uitspraak uit de film Rocky: “Het gaat er niet om hoe goed je kunt slaan, maar hoe goed je kunt incasseren.” Dat was voor mij echt een eyeopener. “Verdomme, Kazàn! Waarom laat je je zo beïnvloeden door de zak geld die je kwijt bent. Stop met achterom kijken en sta weer op.” Later voegde ik daaraan toe: “Succes is krijgen wat je wilt, geluk is waarderen wat je hebt.” Je blijkt als mens veel vaker te kunnen incasseren dan je vooraf voor mogelijk houdt. Dan komt er een soort vergeving en berusting en zie je dat harmonieuze gezin om je heen waar je, ondanks alles, nog steeds apetrots op kunt zijn.’

Wat moet je doen wanneer je in het oog van de storm zit?

‘Ik heb daar geen perfect advies voor, maar kan je wel vertellen wat er bij mij gebeurde in die meest heftige periode. Juist in het heetst van de strijd werd ik gebeld door tv-producent Eyeworks met de vraag of ik wilde meedoen aan het programma Groeten uit de Rimboe. Dat klonk mij direct leuk in de oren en het lukte me zelfs om het meenemen van ons hele gezin er bij die mensen doorheen te krijgen. Konden we meteen met z’n allen ons huwelijksjubileum vieren met een reisje waar we toen ineens geen geld meer voor hadden. Ik had het programma echter nog nooit gezien, dus kwamen mijn kinderen met allemaal filmpjes uit eerdere seizoenen op de proppen. Zag ik ineens allemaal fragmenten van poepende en piesende mensen die rauwe kadavers opvraten. Toch durfde ik het avontuur wel aan en we hebben er geen spijt van gekregen. Verstaan konden we de stam waar we verbleven niet, maar elke avond hadden we de grootste lol met elkaar en de meegenomen gitaar. Het programma heeft me drie weken lang letterlijk weggehaald uit die nare situatie van het faillissement in Spanje.’

Tot je weer terug moest...

‘De stress viel bij thuiskomst direct weer op m’n schouders en plaatste me, in zekere zin, van mezelf af. De problemen waren nog niet opgelost en in de media verschenen ondertussen allemaal verhalen waar helemaal niets van klopte. Leugens van personen die ik niet eens kende, kwamen voorbij. Ik werd zo hopeloos verdrietig van het feit dat sommige mensen blijkbaar zo intens gemeen konden zijn, dat ik op dat moment echt even het vertrouwen in de mensheid kwijtraakte. Ze probeerden me echt helemaal kapot te maken, en hoewel ik dat zelf niet zozeer in de gaten had, zagen Wendy en de kinderen dat me dat veranderde. Ze schrokken van de neerslachtigheid die ze van mij niet gewend waren. Ik ben normaal gesproken altijd vrolijk, zoek overal oplossingen voor en zie overal het goede in, maar ik leek ineens even niet meer over al die eigenschappen te beschikken. Wendy bleef maar benadrukken dat geld maar geld is en we zelfs in een hutje op de Noordpool nog gelukkig kunnen zijn, maar dat ging er toen bij mij even niet in. Ik wilde me het liefst opsluiten en niemand te woord staan, maar Oscar adviseerde me toch in te gaan op een aanbod van De Wereld Draait Door. Gewoon een keer goed mijn verhaal doen en daarmee aan alle foute geruchten een einde maken. Ik ging uiteindelijk overstag en ik weet nu dat het een wijs besluit is geweest. Na dat optreden verschenen er langzaam weer wat lichtpuntjes in de donkere tunnel waar we al zo lang doorheen liepen.’

Anderhalf jaar geleden kreeg ik weer eens een hartaanval, niet mijn eerste, waardoor ik inmiddels rondloop met vijf stents in mijn lichaam

Vertel...

‘Niet lang na die bewuste uitzending werd ik gebeld door een sjieke businessclub uit Maastricht die vroegen of ik mijn ervaringen daar niet eens kon komen vertellen. Het werd mijn eerste ervaring als spreker, iets wat ik daarna veel vaker ben gaan doen. Met lood in mijn schoenen stapte ik er binnen, omdat ik niet wist wat ik moest verwachten. Ik was gewend om met een pak kaarten en een touwtje ergens naartoe te rijden, maar nu moest ik het ineens over mezelf gaan hebben. Op de langere termijn werd het echter een soort zelfheling. Hoe vaker ik erover vertelde, des te meer hielp ik mezelf over dat nare gevoel heen. Inmiddels is het bijna een soort dagtaak geworden en geef ik lezingen door het hele land. Het is een mooie manier om aan het werk te blijven, want door een aandoening aan mijn handen gaat goochelen langzaamaan steeds lastiger. Bovendien moet je je op een gegeven moment ook wel gaan afvragen wat voor nieuws er nog te ontdekken valt. André van Duin is na een leven lang als komiek ook overgestapt op serieuzere rollen. Nog steeds op een toneel “oeleboele” roepen met een paar ballonnen onder zijn jas werkt misschien niet meer. En verdomd, ook in deze nieuwe fase redt hij het weer. Het feit dat hij oprecht een goed mens is, en daar heb je er niet zoveel van, helpt daarbij. Ikzelf geniet van het feit dat ik een flinke rugtas aan ervaring heb en daaruit kan putten wanneer ik verhalen vertel. Ik hou van mijn werk dat gelukkig niet leeftijdsgebonden is. Alweer 67 zijn, doet me beseffen dat mijn tijd beperkt is en het einde steeds sneller naderbij komt. Ik doe daarom alleen nog maar dingen die me gelukkig maken. Ik hoef daarvoor niet rigoureus het roer om te gooien, omdat ik überhaupt nooit echt een man ben geweest die roofbouw op zijn lichaam heeft gepleegd. Mij zul je nooit vijf dagen per week tot middernacht met een fles jenever in de kroeg aantreffen en drugs heb ik nog nooit aangeraakt. Roken deed ik wel, sinds mijn twaalfde, maar daar ben ik twee jaar geleden resoluut mee gestopt. Anderhalf jaar geleden kreeg ik weer eens een hartaanval, niet mijn eerste, waardoor ik inmiddels rondloop met vijf stents in mijn lichaam. Ik zie dat als een aandrang elke dag zo leuk mogelijk te maken.’

Hoe denk je dat de gemiddelde Nederlander naar je kijkt?

‘Het leek voor veel mensen alsof ik een soort golden wonderboy was. Alles wat ik aanraakte, leek een succes te worden. Van het presenteren van 888 af leveringen Prijzenslag, tot het uitbrengen van boeken en videobanden, alles lukte. De automatische gedachte was daardoor dat alles me heel gemakkelijk afging, dat het voortdurend uitstekend met me ging en ik slapende of op het geluk af rijk werd. Dat was natuurlijk niet zo, maar dat voorkwam niet dat jaloerse mensen van zich lieten horen. Mensen hebben altijd kritiek op me gehad en dat vonden ze ook fijn. Helemaal toen ik met dat faillissement te maken kreeg. Toch heeft die laatste periode de zaak voor mijn gevoel ook weer wat doen kantelen. Ik bemerk een positieve weerklank. Misschien gunnen mensen me nu weer het geluk, juist omdat ik door zo’n diep dal ben gegaan. Ik ben niet alwetend, maar ik vermoed dat het daarmee te maken heeft. Of ik roep een soort vertrouwd gevoel op van jarenlang, thuis voor de buis, die huiskamers binnenkomen. Het balletje lijkt weer wat vaker op nummer veertien te vallen en dat is prettig. Dan kijk ik mijn vrouw weer aan en zeg ik: “Zo, Wendy, tot zover zijn we gekomen!”’

NIEUWE REVU ONTMOET HANS KAZÀN

Waar? In restaurant La Despensa in het haventje van Puerto de Cabopino, Zuid-Spanje. Wanneer? Op een zonovergoten dag, net voor het hoogseizoen. Verder nog wat? De familie Kazàn is kind aan huis in het door Hans uitgekozen restaurant. Dat blijkt wel uit de poster van Magic Unlimited, met daarop de beeltenissen van zijn kinderen, die er hangt. Ze treden regelmatig op in hun zelfgebouwde theater, maar reizen ook de wereld over.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct