Na het debacle van Oranje verdween Danny Blind van het toneel, iets wat veel eerder had moeten gebeuren, bijvoorbeeld toen die vage constructie met Guus Hiddink faliekant mislukte. Weet u dat nog? De mentor zou zich wel eventjes kwalificeren voor het EK in Frankrijk, om het stokje na dat toernooi over te dragen aan zijn pupil, van wie iedereen in Nederland wist dat hij onbekwaam was, behalve de bestuurders bij de KNVB.
Over de laatste groep gesproken: wie zijn die gasten toch allemaal? Plotseling moest ene Jean-Paul Decossaux ons uitleggen dat Blind was gewipt. Het had even geduurd, maar de legendarisch zure nederlaag tegen Bulgarije, waar ze het feest nog steeds vieren, deed de bond tot inzicht komen dat ze een stoethaspel alle macht hadden gegeven.
De voetballiefhebber is inmiddels zo murw gebeukt door alle volstrekt onnavolgbare beslissingen vanuit Zeist, dat er al helemaal niet meer wordt teruggekeken. De conclusie is volledig unaniem, een unicum in de voetbalwereld: alles ging op bestuurlijk niveau verkeerd en er moet snel een nieuwe organisatiestructuur bij de KNVB komen, het liefst zonder types als Hans van Breukelen, Gijs de Jong en al die andere kneuzen.
Maar wat hebben we op het veld lopen? Daar zijn de meningen over verdeeld. Van wat ik begrijp, vinden veel mensen dat het niet aan Blind lag: de mogelijkheden die hij had, hielden niet over. Het was kiezen tussen de lamme en de blinde. Een hele generatie voetballers heeft de verwachtingen niet waargemaakt, of er dreef simpelweg te weinig nieuw talent boven, van het niveau Sneijder, Robben of Van Persie.
Tegen die laatste conclusie valt weinig in te brengen. Van Breukelen wil allerlei nieuwe trainingsmethodieken introduceren, zodat kinderen fysiek sterker en mentaal weerbaarder worden, maar aan al die zaken heb je niets zonder spelers met onderscheidende vaardigheden. We hebben simpelweg geen wereldsterren meer. We kunnen trainen wat we willen, maar de absolute blikvangers komen tegenwoordig uit andere landen.
Zijn we daarom helemaal kansloos? Absoluut niet. Wat veel mensen vaak vergeten, is dat Louis van Gaal met een zeer middelmatig elftal derde werd op het laatste WK. Alleen Arjen Robben vertoonde zijn exceptionele talenten, voor de rest was het vooral tegenhouden, net zolang tot het laatste fluitsignaal verlichting en de overwinning zou brengen.
Er was toen veel kritiek op dat afbreukvoetbal, maar het leverde ons wel resultaat op. Toch moest alles daarna anders: eerst probeerde Hiddink het, door tevergeefs zeer aanvallend te spelen en daarna mocht Blind dus een poging wagen. Het was alsof we naar een auto-ongeluk in slow motion keken.
In al die tijd had iemand bij de bond, of in de uitgedunde trainersstaf, ook kunnen bedenken dat we ons iets willen aanmeten wat al heel lang passé is: goed voetbal. Wij kunnen dat simpelweg niet meer. Is het erg? Natuurlijk. Zeker gezien ons roemrijke verleden, met toppers als Cruijff, Gullit, Bergkamp en Seedorf. Iedereen verlangt terug naar de tijd dat dit soort namen mondiaal ons gevoel van zelfwaardering een boost gaf.
Maar de realiteit is tegenwoordig dat we ons moeten spiegelen aan landen als IJsland. Dat kan er ook niets van. Maar het grote verschil met Nederland is dat zij het hebben geaccepteerd. Daar compenseren ze het gebrek aan talent met een realistisch spelsysteem. Misschien is het tijd dat wij het verleden loslaten en ook accepteren dat resultaten alleen nog kunnen komen door onze tekortkomingen te omarmen.