Leon Verdonschot

‘Een van onze langstzittende Kamerleden noemt Nederland een bananenrepubliek’

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan Geert Wilders.

Leon Verdonschot

De SP voerde jaren geleden, toen nog onder Lilian Marijnissens vader Jan, een campagne tegen de ‘uitverkoop van de beschaving’. Hoezeer ik de boodschap van de campagne (investeren in gezondheidszorg, cultuur, openbaar vervoer, onderwijs) ook onderschreef, ik bleef moeite hebben met die slogan. Ik ben voor goed en betaalbaar openbaar vervoer, maar een te duur kaartje voor een trein met een slechte aansluiting luidt nog niet het einde van de beschaving in.

Dat is ook het grote bezwaar tegen de ‘Godwin’: hoe wil je aan écht fascisme nog woorden geven wanneer je Hitler al van stal haalt wanneer iemand scheef inparkeert of per ongeluk niet in zijn elleboog, maar in zijn hand niest?

Inmiddels is de hyperbool geclaimd door radicaal rechts. Thierry Baudet stelde tijdens de Algemene Beschouwingen dat het kabinet-Rutte niet aanvoelt dat er een grote verandering aankomt, zoals Lodewijk de veertiende de Franse revolutie ook niet zag aankomen. Premier Rutte verbeterde hem: de Franse vorst die eindigde onder de guillotine was Lodewijk de zéstiende. Maar goed, als wetenschap slechts een mening is, dan geschiedenis natuurlijk ook.

U ging nog over Baudet heen, dat is immers de grote val van de overtreffende trap die u voor zichzelf heeft opgezet: alle grote woorden moeten worden overtroffen door nóg grotere woorden. En dan staat dus iemand die al 22 jaar in de Tweede Kamer zit, maar zichzelf nog steeds als de grote buitenstaander profileert, te betogen dat Nederland een ‘bananenrepubliek’ is en onze rechtsstaat ‘corrupt’.

Nederland scoorde vorig jaar op de democratie-index van The Economist een 9,01, en stond daarmee op nummer 11 van de 150 landen die werden onderzocht op hun democratische gehalte. Het land waar ooit de term ‘bananenrepubliek’ begon, Honduras, staat met een 5,42 op een gedeelde 89ste plaats.

Op zijn Twitteraccount keerde Kees van der Staaij van de SGP, net als u Kamerlid sinds 1998, zich tegen het volkomen terechte besluit van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb om te handhaven wanneer types die op de SGP stemmen vrouwen die een abortuskliniek bezoeken intimideren. Demonstreren tegen abortus mag, maar het individueel aanspreken van mensen op hun privézaken valt niet onder het betogingsrecht, bepaalde de rechtbank in Haarlem laatst, en Aboutaleb volgde dat vonnis. Kees van der Staaij twitterde: ‘Oef, zulke ingrijpende beperkingen van het demonstratierecht komen toch alleen voor in dictaturen?’

Zoals ouders aan kinderen soms moeten uitleggen dat je zin niet krijgen niet het einde van de wereld is, moet sommige politici kennelijk worden uitgelegd dat een rechterlijk vonnis waar je het niet meer eens bent niet het einde van de rechtsstaat is, of het begin van de dictatuur.

Wappies die achter Willem Engel aanlopen, BN’ers die denken dat QAnon wel een passende analyse van machtsstructuren aanreikt: nee, daar kun je niet van verwachten dat ze een rechtsstaat herkennen wanneer ze er in wonen. Maar van de twee langstzittende Kamerleden mag je hopen dat ze onze rechtsstaat verdedigen, om te beginnen door het bestaan ervan te erkennen.

Column
  • ProShots