Premium

Ex-Kamerlid Harm Beertema (PVV): 'Van mijn neef kreeg ik een mail dat ik een nazi was'

Voor zijn nieuwe interviewserie De Kamer Uit spreekt Leon Verdonschot elke week een ex-Kamerlid over zijn of haar leven tijdens en na de politiek. Deze week: Harm Beertema (PVV). 

Harm Beertema

Voor je in de Tweede Kamer kwam, werkte je 34 jaar in het onderwijs. Hoe heeft dat je politieke overtuigingen gevormd?
‘Ik ben een soort geboren leraar. Ik kom uit een onderwijsfamilie: mijn vader was leraar, mijn zus is lerares, al mijn ooms waren leraar, mijn opa. Dus ik ben een derde generatie onderwijzer. Als links studentje van de lerarenopleiding dacht ik: als ik ga lesgeven, doe ik dat in het meest problematische gebied van Nederland. En dat was Rotterdam-Zuid. Ik dacht: daar ga ik de arbeiderskinderen verheffen en emanciperen. Achteraf gezien zaten we daar midden in de voorkant van het grote sociale experiment. In de eerste jaren had ik gewoon de typisch Rotterdamse arbeiderskinderen in de klas, en daar viel inderdaad veel aan te verheffen en te emanciperen. Fantastisch werken was dat.

Op een gegeven moment kwam de eerste influx uit Turkije. Rotterdam was een stad waar ze veel aan werving van gastarbeiders deden, voor al die fabrieken. Die mannen waren vaak goed opgeleide vakmensen, aan het werk in het havengebied of bij Pernis. Het waren meestal seculiere Turken, uit het westen van Turkije. Dit waren de Turken die enorm hechtten aan integratie, zelfs aan assimilatie.

Maar na een aantal jaren hield dat op, en kwamen de Turken uit andere delen. En toen kwamen de hoofddoekjes binnen, en de ouders die geen woord Nederlands spraken, ook niet na jaren, dus de tolken bij de oudergesprekken. En met die mensen kwam de islam mee. Wij maakten die verandering aan den lijve mee, en voor mij was dat een grote eyeopener. Ik hoorde die kinderen praten, ik zag hun afwijzing van mij, van mijn cultuur, van Nederland. En toen was het eigenlijk klaar met de integratie. Het waren de jaren zeventig en tachtig, die van het idiote PvdA-avontuur, waar het opeens ging over “integratie met behoud van eigen cultuur”. Ze hadden werkelijk geen flauwe notie.’

Kon je nog steeds emanciperen en verheffen, zoals je wilde?
‘Dat vond men niet meer nodig. Want die leerlingen kwamen er toch wel door. Doordat alle eisen enorm verlaagd werden. Dat werd bedacht door bestuurders op grote afstand, vanuit hun bestuurskantoren ver weg van alle scholen. Die Turkse en Marokkaanse meiden met taalachterstanden wisten wij juist zo goed en kundig te krijgen dat ze slaagden voor examens. En als dat niet lukte, ging je bijles organiseren en gaf je wat extra lessen. Oefenen, oefenen, oefenen. De expliciet directe instructie, dat was ons didactisch model.

Uiteindelijk was dat een doorontwikkeling van wat er al gebeurde bij Plato en Aristoteles, maar dat mag niet meer. Want nu gaat het om ‘zelfontdekkend leren’. Het moet allemaal leraar-extensief worden. Want een leraar kost geld. Dus ga je op bijvoorbeeld het mbo experimenteren met ‘leerpleinen’. Dan pleur je gewoon vijftig leerlingen achter een computerschermpje. Die hebben allemaal hun eigen ‘gepersonaliseerde leertraject’. Er loopt een leraar rond die pas iets mag doen als er een ‘leervraag’ is van een leerling.

Ik zag op die manier het onderwijs volledig naar de kloten gaan. Ik zag hoe die leerlingen helemaal geen ‘leervraag’ hadden, op een doodenkele hoogbegaafde gymnasiast na. Ze zijn 17, 18 jaar. Ze zijn bezig met hun hormonen. Als leraar werd ik een soort conciërge. “Kom, nu even geen porno kijken.” “Wil je even ophouden met gamen?” Totaal ondoenlijk, en zo treurig. En de examenmethoden werden er natuurlijk ook op aangepast. Als iedereen maar slaagde. Terwijl die opleidingen als de leao en de meao, en die technische opleidingen: die stonden als een huis en waren heel emanciperend. Kinderen uit de onderklasse werden via het mbo rechtstreeks de middenklasse in gekatapulteerd, en eindigden met een koophuis in een betere wijk. Dat idee is volledig verdwenen.

De feminisering van het onderwijs heeft natuurlijk ook ontzettend veel kwaad gedaan. In het basisonderwijs werken nauwelijks nog mannen. Het is een vrouwencultuur geworden. Ik ben gek op vrouwen, begrijp me niet verkeerd, maar je krijgt dan toch sneller een zieligheidscultuur. The soft bigotry of low expectations, vooral bij allochtone leerlingen, die door linkse leraren als zielig worden gezien en daardoor juist niet geholpen worden, hoogstens van de wal in de sloot. Terwijl je ze juist moet blijven uitdagen, tot ze aan het plafond zitten.’

‘De feminisering van het onderwijs heeft natuurlijk ook ontzettend veel kwaad gedaan. In het basisonderwijs werken nauwelijks nog mannen’

Wat stemde je?
‘De sociaaldemocratie van de oude Drees en zijn zoon spraken me aan. Maar in Rotterdam zag ik de PvdA onder burgemeester Bram Peper al vadsig en zelfvoldaan worden. Die zagen zo’n stad als een soort erfgoed, waarin ze hun eigen goddelijke gang konden gaan. Ik vind het nog steeds verdrietig dat die oude sociaaldemocratie zo naar de gallemiezen is geholpen. Van de oude Drees naar Attje Kuiken: wat is dat voor een verschrikkelijke neerwaartse spiraal? En dan nu zo’n Frans Timmermans, die als een soort alien naar Nederland wordt gehaald. En die fusie met GroenLinks. Een rijkeluispartij, een elitaire club van ideologisch verdwaalde, blanke grachtengordeldieren die denken goed te doen voor de wereld.

Ik raakte al snel ontmoedigd door de sociaaldemocratie, en toen was Pim Fortuyn daar ineens. Zie je die ingelijste foto van hem in mijn keuken? Die hing in de Tweede Kamer in mijn werkkamer. Zo belangrijk is hij voor mij geweest. Ik ben actief geworden bij Leefbaar Rotterdam, een archetypische volkspartij, dicht bij de mensen, die werkelijk op straat komt en in de wijken zit.’

Had je twijfels toen je werd gevraagd voor de kandidatenlijst van de PVV?
‘Ja, aan de stijl en de cultuur, al vond ik Geert Wilders een absolute held, en deel ik zijn grote zorgen over de gevaren van de islam. Maar de polariserende manier waarop hij opereerde, daar moest ik aan wennen. En natuurlijk dacht ik ook na over de enorme prijs die je betaalt voor actief zijn voor de PVV. Ik kan me herinneren dat we een keer op werkbezoek in Amsterdam gingen. Het vroor hard, en wij zaten in een BMW in die gepantserde colonne. Op een gegeven moment dacht ik: ik hoor sirenes in de verte. Maar ik zag maar niks, en ze kwamen ook niet dichterbij. Toen zei een beveiliger: “Nee, dat is de sirene op ons eigen dak.” Zó gepantserd is die auto. Toen we stopten, moesten we 200 meter langs een kade lopen in die stervenskou. Geert loopt daar in een pak en ik zei: “Doe je wel een jas aan, jongen?” Hij zegt: “Ja, een jas. Ik heb eigenlijk geen jas.” Ik zei: “Jij hebt eigenlijk geen jas?” Hij zei: “Nee, ik kom nooit buiten.” Dat kwam zo heftig bij me binnen. Godskolere.’

De Tweede Kamer vergadert niet iedere werkdag: er worden dagen vrijgehouden voor bijvoorbeeld het brengen van werkbezoeken. Vond je die nuttig?
‘Ik weet nog vanuit mijn eigen onderwijspraktijk hoe het ging als de inspectie op bezoek kwam. Dan werd er opeens een extra schoonmaakploeg door de school gejaagd, of althans: door de afdelingen waar de inspectie komt. Die dan opeens spic en span waren, wat normaal nooit zo was. En de leraren die die dag op school mochten zijn, werden gescript. Als je dat allemaal weet, dan weet je ook dat het beeld dat je krijgt voorgeschoteld als je op werkbezoek gaat geen reet voorstelt. Als ik minister was, zou ik helemaal geen werkbezoeken doen. Dat is flauwekul. Echt. Je moet gewoon een netwerk hebben, door het hele land. En X is geweldig, vooral vanwege de dm’s. Al die achterlijke links-indoctrinerende toestanden die opduiken in werkboeken, die kreeg ik op die manier doorgestuurd. Net als al die methodieken van die lentekriebels en zo, waar al die ngo’s zich mee bezighouden. Clubs als het COC. Wat een verschrikkelijke organisatie vind ik dat. Nauwelijks leden, overeind gehouden door miljoenen aan subsidie, uiteraard met zo’n ex-PvdA-Kamerlid als voorzitter.

Het is allemaal inteelt, het draait vooral heel erg rond in zichzelf, en zit bij elkaar op schoot. Daarom ben ik trots dat ik stichting de Roze Leeuw geïntroduceerd heb op het ministerie van OCW. Ken je ze? Dát zijn mijn homo’s. Ik ben ze erg toegenegen. Ik ben ook erg trots op de homo-emancipatie in Nederland. Zelfs spreek ik altijd over HoLeBi’s, omdat ik die term LHBTIQ zo weinig mogelijk wil gebruiken vanwege die T, van de trans-ideologie. Want dat vind ik het echt, een ideologie.

‘We struikelen over de homo’s in de Tweede Kamer, dus waar praat je nog over als je het hebt over homo-emancipatie?’

Wat mij betreft is die hele emancipatie van HoLeBi’s eigenlijk wel afgerond. Wat wordt homo’s maatschappelijk nog in de weg gelegd? Er is nog homohaat ja, maar ik weet wel waar die vandaan komt, en niet van blanke gereformeerde jongens uit Ede, op een enkele zonderlinge idioot na. Die haat komt nog steeds uit de hoek van de islam, vooral van Marokkanen. Dié maken het zo gevaarlijk voor HoLeBi’s, waardoor ze niet meer hand in hand kunnen lopen in Amsterdam, zoals dat in Tel Aviv wél kan. Inmiddels zijn homo’s zelfs óververtegenwoordigd in de politiek. We struikelen over de homo’s in de Tweede Kamer, dus waar praat je nog over als je het hebt over homo-emancipatie?

En die Robbert Dijkgraaf, de laatste minister waar ik mee te maken had, steeds maar weer een regenboogvlag hijsen. Omdat iedereen zichzelf moet kunnen zijn. Ook al zo’n kreet, ‘jezelf kunnen zijn’. Weet je wat er gebeurt als ik mezelf ga lopen zijn? Dat wil je niet meemaken! Die semantiek deugt niet, maar iedereen praat het na. Behalve die jongens van de Roze Leeuw, die juist af willen van dat slachtofferschap. Ja, je seksualiteit is hartstikke belangrijk, maar je bent zoveel meer dan je seksualiteit. Doe het gewoon met iedereen waar je zin in hebt. Maar waarom wil je daar nou maatschappelijke erkenning voor, waarom eis je dat zo demonstratief van iedereen? Ik begrijp dat oprecht niet. Maar Dijkgraaf, de gerenommeerde hoogleraar, stond zo ongeveer elke dag met een blij hoofd een regenboogvlag te hijsen. Er kwam geen einde aan, het leek wel dwangmatig.’

Aan welke minister van Onderwijs bewaar je de beste herinneringen?
‘Aan Marja van Bijsterveldt, toen we als PVV het kabinet gedoogden. Met haar ben ik veel samen opgetrokken. Ze werd hard aangepakt door de linkse oppositie, op een nare manier. Dat denigrerende toontje, over dat ze nooit verder was gekomen dan een verpleegkunde-opleiding en daarna maar beroepsbestuurder was geworden. Dat wegzetten, ik heb dat altijd zo achterlijk gevonden. Wat zijn linkse mensen toch naar en rancuneus, en ook weinig respectvol.’

Toen je bij de laatste verkiezingen op plaats zestien van de PVV-lijst terechtkwam, maakte je duidelijk: dan houdt het op.
‘Weet je, ik wist dat een aantal mensen zou opstappen en niet meer op de lijst wilde. Dus ik had een beetje zitten tellen, en ik kwam uit op dertien als laagste plek die ik zou accepteren. Als ik niet hoger kom, dan bedank ik ervoor – dat had ik bedacht. Omdat ik dat echt een gebrek aan waardering zou vinden. Voor het harde werk. En voor het mooie onderwijsprofiel.’

Maar je wist ook: op plaats zestien kom ik sowieso weer in de Kamer.
‘Voor mij werkt het anders. Die plek staat voor iets. In elke organisatie beloon je de mensen die je waardeert. Die haal je naar voren. Vier jaar eerder heb ik wel een te lage plek geaccepteerd, om vervolgens tegen de achterhoofden aan te kijken van collega’s van wie ik vond dat ze ondermaats presteerden, of zelfs helemaal níks deden. En dat is wel een beetje zoals Geert Wilders het wil. Mensen die zo weinig mogelijk doen, want dan worden er geen fouten gemaakt. En dat is natuurlijk zijn stijl van opereren. Hij doet alles zelf, in z’n eentje. Ik ben wel steeds meer tot de conclusie gekomen dat je op deze manier nooit een factor van betekenis kan worden. Want je kan dat niet allemaal als Geert Wilders in je eentje doen. Je moet op een gegeven moment wel vertrouwen hebben in de mensen om je heen. De mensen van wie je toch ook ziet dat hun loyaliteit giga is. Je kunt niet altijd bang blijven voor verraad of voor fouten. Als je altijd maar blijft denken dat jij zelf de enige bent die het kan, dan loop je op een gegeven moment tegen de grenzen van je kunnen aan.’

Je zou ook kunnen stellen: tot nu toe blijkbaar niet. Want de PVV is groter dan ooit tevoren, en zit voor het eerst in het centrum van de macht.
‘Zeker, en dat doet Geert echt weergaloos goed. Zijn politieke antennes zijn gigantisch. En zelfs nu hij in de regering zit, staan die andere partijen op verlies en de PVV op winst. En als er nu niets gebeurt op het gebied van migratie, kan hij zeggen: zie je wel, ze zitten me dwars, ik heb nog meer stemmen nodig. En dan laat hij het klappen, en haalt hij misschien nóg meer zetels. Maar dan? Het zijn er nog steeds geen 76, die krijg je nooit. En zelfs al krijg je die, al haal je er als PVV tachtig: welke mensen gaan het dan voor je doen?’

‘Dat is zoals Geert Wilders het wil. Mensen die zo weinig mogelijk doen, want dan worden er geen fouten gemaakt. Dat is zijn stijl van opereren’

Als je plek zestien toch had geaccepteerd, was je dan nu minister van Onderwijs geweest?
‘Nee. Die post zou Geert zeker niet hebben geclaimd. Het gaat om immigratie, en daarna justitie en veiligheid. Misschien was ik dan nu minister geweest, maar zeker niet van onderwijs. Geert weet helemaal niks van onderwijs. En wat voor hem geldt, geldt eigenlijk voor alle partijleiders: ze hebben een hekel aan die portefeuille. Het is technisch, ze krijgen er niet goed de vinger achter, het is een heel moeilijke portefeuille om te doorgronden. Maar het probleem is: links doet dat wel, met hart en ziel, en daardoor staat rechts op onderwijs op een enorme achterstand, en leeft mei 1968 daar gewoon voort.’

Hoe kijk je terug op je jaren in de Tweede Kamer? Heb je het gevoel dat je veel hebt kunnen doen? Of voelt het onaf?
‘Het voelt onaf, ja. Heel erg onaf. Wat ik geleerd heb, is dat je als Kamerlid gewoon zó weinig in te brengen hebt. Als ik me even beperk tot mijn eigen portefeuille, dan zou ik nu alles bewegen om een onderwijscrisis uit te roepen. Op dit moment is tussen een derde en de helft van de leerlingen van vijftien functioneel analfabeet. Dat betekent dat je niveau 2f niet haalt, hè? Dat is het niveau van een gebruiksaanwijzing. Een verfinstructie voor een schilder. Of een briefje van de gemeente over de vuilnisophaaldienst. Probeer je je dat eens voor te stellen, hoe het is als je dat soort informatie niet begrijpt. In de hoogtechnologische samenleving die wij zijn. Dan ga je dus een sociaal gemankeerd leven tegemoet. Als gemankeerde burger. Dat is een rotleven, weet je dat? Dan krijg je vervolgens een vrouwtje of een mannetje en dan ga je kinderen maken. Maar functioneel analfabetisme, dat kan zomaar drie, vier generaties doorwerken, hè? Dus je bent gewoon een hele onderklasse aan het creëren. Als ik minister van Onderwijs was, zou ik daar niet van kunnen slapen.

Als dat geen onderwijscrisis is, wat dan wel? Dan moet je dus ingrijpen. In de opleidingen. Daar de didactiek, de directe instructie, weer het leidende model maken. Nu gaan al die onderwijsinstellingen daar zelf over. Nou: dan even niet. Maar dan moet je wel ingrijpen in de almacht die die onderwijsbestuurders hebben. En ingrijpen in die lumpsum-systematiek, anders verandert er nooit iets. Die systematiek, waarbij je dus die 52 miljard onderwijsgeld rechtstreeks aan de bestuurders geeft, of ze nou van de universiteit zijn of van de basisschool, waarbij ze dat geld rechtstreeks op hun rekening krijgen overgemaakt en die bestuurders bepalen hoe het wordt uitgegeven – dat systeem zet de politiek op afstand. Daarom ben ik mijn laatste tien begrotingsdebatten altijd begonnen met de opmerking aan de minister en mijn collega’s in de Tweede Kamer dat wij allemaal helemaal niets meer te vertellen hebben over het onderwijs. De bestuurders wel, en ze weten het.’

‘Mijn eigen broer heeft afscheid van me genomen, van een neef kreeg ik een mail dat ik een nazi was die de laarzen aan het poetsen was van de nieuwe Hitler’

Hoe kijk je nu naar het functioneren van de 37-koppige PVV-fractie?
‘In mijn tijd was een plenair debat heilig. Daar ging je heen, ook als je ziek was. Voor je kiezers. En nu gebeurt het zo vaak dat die PVV-bankjes leeg zijn. Kennelijk wordt dat getolereerd. Opnieuw vanuit het idee dat ze dan ook geen fout kunnen maken. Ik vind dat echt politieke armoede. Of het nu over onderwijs of wonen gaat, je bent het verplicht om daar te zitten. Aan je kiezers, die jou hun kostbare democratische stem hebben toevertrouwd. Het is ook een ontzettende uitholling van ons kwetsbare systeem. Het woord parlement komt van parler. Van spreken; je spreekt voor je kiezer. Ik vind het echt heel fout om dat niet te doen. Het gaat nu nog goed in de peilingen, en Geert zal ongetwijfeld een truc bedenken om dat zo te houden, maar als dit zo doorgaat, heeft die kiezer dat op een dag natuurlijk ook door.’

Werken Kamerleden in het algemeen hard?
‘De VVD had collega’s die net als ik keihard werkten. Lisa Westerveld van GroenLinks: daar ben ik het ideologisch verschrikkelijk mee oneens, maar dat is een hartstikke goede meid. Keihard werken, weet je wel. Net als Paul van Meenen van D66. En Peter Kwint van de SP, daar had ik ook veel waardering voor. Hij heeft mij nog weleens een fascist genoemd, of zoiets, dat was dan minder. Maar ik ben heel vergeeflijk. In alle partijen vind je hartstikke goede mensen. Maar waar ik ooit, als ik het niet meer hartstikke druk heb, nog eens een boek over wil schrijven, is de enorme prijs die mensen betalen die actief worden voor de PVV. Of Vlaams Belang. Of de AfD. Of Rassemblement national. Die mensen steken zo verschrikkelijk hun nek uit. Als je dat vergelijkt met de bemensing van de VVD... Dat zijn voornamelijk toch voormalige ambtenaren, tassendragers en beleidsmedewerkers. Die mensen doen het voor hun eigen cv. Ik heb bij de VVD mensen gezien die woordvoerder waren voor verkeer, dus voor de taxiwereld en zo, en die na enkele jaren enorm lobbyen voor Uber dan heel toevallig een topfunctie kregen bij... Uber. Echt verschrikkelijk. Zulke mensen vind je bij de PVV niet, want die mensen leveren alleen maar in.

Als ik naar mezelf kijk: mijn eigen broer heeft afscheid van me genomen, van een neef die ik sowieso al nooit zag, kreeg ik een heel lange mail dat ik een nazi was die de laarzen aan het poetsen was van de nieuwe Hitler. Huizen van PVV’ers worden beschadigd, ze hebben nooit een naambordje op hun deur, doen nooit de deur open als wordt aangebeld zonder afspraak, kijken altijd over hun schouder als ze met hun hond gaan wandelen. We zijn gewoon afgeserveerd. Het is de prijs die we allemaal betalen, en toch gaan we door. Mensen van andere partijen hebben werkelijk geen idee hoe dat is, en hoeveel dapperheid er voor nodig is.’

Je bent wel nog zeer actief op X.
‘Sterker: alles dat ik moet weten, lees ik via X. Ik vind het echt geweldig. Ik wóón op X. Weet je dat Elon Musk me ook betaalt?’

Haha.
‘Nee, ik meen het. Ik heb zo’n abonnement met een vinkje, en zit graag de hele dag te becommentariëren op X. Als ik een keer een dag niet tweet, word ik daar meteen op aangesproken. En toen kreeg ik op een dag een aanbod via mijn tijdlijn: dat ik kon meedelen in de advertentie-inkomsten. Moest ik een paar dingen invullen, waar ik belastingplichtig ben en zo. En inderdaad: sindsdien krijg ik elke maand iets van 14 euro overgemaakt. Daar ben ik enorm trots op, ik vertel het ook aan iedereen.’

Had je niet liever een gratis Tesla van Musk gekregen?
‘Ik haat elektrische auto’s. Ik hou van benzine. Van de lucht. Van het getril. Ik heb nu een auto met een 3,5 liter zescilindermotor. Ik hou ervan. En dan heel hard optrekken. Een Tesla trekt ook heel hard op, maar heeft geen ziel.’

Al snel na je vertrek uit de Tweede Kamer werd je ad-interimvoorzitter van het bestuur van omroep Ongehoord Nederland, na het gedwongen vertrek van oprichter Arnold Karskens. Is dat een leuke klus?
‘Léúk? Nee, het is helemaal niet léúk. Het is een enorme klus. Er moet heel veel puin geruimd worden, het is de ene procedure na de andere. Maar ik ben het gaan doen omdat er een beroep op me werd gedaan.’

Waarom?
‘Omdat ik dat ongehoorde geluid waardevol vond, en ik vond dat omroepje zo’n verschrikkelijk mooi experiment. Dat heeft Karskens toch maar mooi gedaan, zo’n omroep uit het vuur slepen, daar betuig ik het grootste respect voor. En dat experiment dreigde ten onder te gaan, en ik vind het te belangrijk om te laten mislukken. Dus ik geef het de beste krachten die ik in me heb. Tijdelijk, want ik ben ad interim.’

Mensen kunnen functies ook ad interim jaren volhouden.
‘Ja, maar dat is niet mijn inzet, hoor. De rust moet weer terugkomen, mensen moeten weer met plezier naar hun werk gaan. De vrede moet hersteld worden met de NPO, dat gaat gelukkig goed. Mijn insteek is ook niet zoals die van Arnold, die een complete oorlog wilde voeren met de NPO. We zijn onderdeel van die NPO-familie, en dat geeft rechten, maar schept ook verplichtingen. En we moeten groter worden. Kijk, we hebben natuurlijk de potentie om al die kiezers van PVV, FvD, JA21, BVNL en BBB te bedienen. Dus 100.000 leden zou mogelijk moeten zijn.’

Van alle partijen die je zojuist noemde, werd je kort na je vertrek uit de Tweede Kamer lid van de BBB. Waarom die?
‘Ik ben een politiek dier. Ik vind politiek belangrijk en ik vind dat je je moet committeren aan de politiek. De BBB is de club die me na de PVV het meest na aan het hart ligt. Ik vind dat BVNL ook een heel goed programma heeft, en ik vind Wybren van Haga een toffe vent. Zoals ik Thierry Baudet ook heel graag mag. Maar ik vind dat Forum toch een beetje te veel de rabbit holes in is gedoken. Ik zeg ook altijd tegen Thierry: “Jullie zijn een fantastische lifestyle community, met die maaltijdboxen en weet ik wat, maar dat is iets anders dan een politieke partij.” Ik ben ordinair. Ik ben van de straat. Het gaat mij om zetels en macht. Dat oprichten van een nieuwe zuil, wat Thierry doet, ik vind het allemaal prachtig, maar het brengt mij niet voldoende politieke voldoening. Politiek is niet mooi, het is een ordinair vak, waarin het gaat om trucjes om macht te verwerven. Die macht heb je nodig om dingen te veranderen. Voor massa heb je een volkspartij nodig. Ik denk dat BBB die potentie wél heeft, al heb ik tegen Caroline van der Plas ook weleens gezegd dat er te veel boeren in zitten en te weinig burgers. Maar wat niet is, kan nog komen.

Ik vind het ook mooi dat ze zich zo hardmaken voor de visserijsector. Dat is een heel eigen cultuur, en die is helemaal naar de kloten geholpen. Die zijn al het vertrouwen in de overheid kwijt, zoals zoveel groepen, zeker na covid. Die gigantische overkill aan overheidsmaatregelen, waarmee de mensen de huizen in werden gejaagd met avondklokken. Zo creëer je mensen die alles wantrouwen, van de wetenschap tot de overheid, en die in die konijnenholen gaan zitten. De overheid heeft dat over zichzelf afgeroepen.

Ik vind dat zo tragisch, temeer omdat ik altijd enorm trots ben geweest op onze vaccinatieprogramma’s voor pasgeborenen en voor kinderen. Mijn opa was een kleine schipper uit een schippersfamilie. Een prachtige kerel, die nog heeft meegeholpen om de christelijke schippersvakbond op te richten. Hij kwam uit een gezin van elf kinderen, waarvan hij de enige was die ouder is geworden dan twintig. De rest ging dood aan de vliegende tering, aan tuberculose en zo. Zo ging dat in die tijd. En toen kreeg je de sociaaldemocraten en de andere helden uit de politiek van die tijd, die een gezondheidssysteem ontwikkelden met kraamzorg, met vaccinatieprogramma’s. Tegen kinderverlamming, tegen polio, tegen tetanus. Die ziekten hebben we eronder gekregen. Tbc was volksziekte nummer één, en die hebben we verslagen. Dat zijn echt magnifieke prestaties, van beschaving, van organisatie, van maatschappelijke betrokkenheid. En het vertrouwen in die wetenschap is nu weg. Want die wetenschappers hebben zichzelf verraden. Die hebben mensen van alles wijsgemaakt. Die hebben mensen met dwang naar de GGD gejaagd om die jabs te krijgen. Die hebben mensen verboden om hun ouders in hun armen te laten sterven.

Dat heeft er zo ongelooflijk in gehakt, dat is een nationaal trauma geworden. Niet alleen in Nederland, maar in het hele Westen. De geloofwaardigheid van het gezag, van de politiek en van de wetenschap is te grabbel gegooid. Er is zoveel stukgemaakt dat het bijna niet meer valt te herstellen. Een hele generatie jongeren is er zwaar beschadigd uitgekomen. Kijk naar de pubers van nu, zie ze rondlopen met hun grote koptelefoons op, in hun vormloze, grauwe kleertjes, kijkend naar de grond, afgesloten van de wereld. Als ik ze zie lopen, kan ik alleen denken: ach god, die arme kinderen.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Politiek
  • Ivo van der Bent