Edwin Struis

‘Het is een leuk vak, alleen jammer dat we af en toe een wedstrijd hebben’

Sportcolumnist Edwin Struis over Harry van den Ham, de ontslagen trainer van het armlastige FC Dordrecht.

Edwin Struis

Het is herfst, dus naast bladeren vallen er ook veel trainers. Onlangs was ik zelf getuige van de zwanenzang van Aleksandar Rankovic. Zijn houtje-touwtje-elftal dat ADO moest voorstellen, ging roemloos ten onder tegen FC Twente, maar blijkbaar rook de Serviër geen onraad, want in de nababbel zag hij nog volop ‘mogelijkheden’, ‘uitdagingen’ en ‘aanknopingspunten’ zoals het trainersjargon het voorschrijft. Amper een uur later zoemde zijn ontslagbrief al in de mailbox. En dan mocht hij nog van geluk spreken dat capo di tutti capi Martin Jol de club niet helemaal als een maffiabaas bestiert, anders was er aan zijn dienstverband een heel ander einde gekomen. Enkele dagen later werd er al een nieuwe ‘uitstekende vervanger’ gevonden in de persoon van weer een broodtrainer, Ruud genaamd. Die moeiteloos zijn plek in de famiglia innam, in de wetenschap dat ook hij van deze lekkende Haagse tobbe geen luxe motorjacht kan maken.

Ach, dachten ze bij Fortuna Sittard. We zitten zo’n beetje in hetzelfde schuitje, dus moest Kevin Hofland er ook aan geloven. En moeten de mannen die aan het roer staan bij mede-laagvliegers als RKC, Emmen en Willem II ook over hun schouder kijken. In Utrecht ruimde ondertussen John van den Brom z’n bureau uit vanwege een transfer naar KRC Genk. Een lokroep bestaande uit KFC Winterslag, THOR (Tot Heil Onzer Ribbenkast) Waterschei, een troosteloze ex-mijnstreek, Rocco Granata (u weet wel van: Marina, Marina, Marina) en de jaarlijkse Sint-Martinusstoet op 11/11 kon hij blijkbaar niet weerstaan. Tja.

Maar het meeste medelijden riep toch het congé van Harry van den Ham op. Wie z’n ham, hoor ik u denken. Was dat dan ook een trainer in het betaalde voetbal? Ja, dat was Harry. Inderdaad, was. Want het behaagde de nummer laatst van de eerste divisie om na weer een nederlaag de 66-jarige trainer plompverloren bij het grofvuil neer te zetten. Dat gebeurt zelfs bij een club als FC Dordrecht, al jarenlang ronddolend in de krochten van de eerste divisie. Waar winnen nooit hoog op het prioriteitenlijstje heeft gestaan, blij als de club al was met elf spelers die zo gek waren om zich wekelijks in een Dordrecht-shirt te hullen en met een trainer die in dit tranendal kan functioneren.

De dag voor zijn ontslag gaf Van den Ham nog een interview aan Radio Rijnmond waarvan één zin me bijgebleven is. ‘Het is een hartstikke leuk vak, alleen jammer dat we af en toe een wedstrijd hebben.’ Hij haalde specifiek de ontmoeting aan tegen Volendam die heel anders had kunnen verlopen als zijn elftal die eerste kans had benut. Dordrecht verloor die wedstrijd met 7-1. Na weer een nederlaag, nu tegen Eindhoven, moest Van den Ham op zoek naar een ander baantje. Waarschijnlijk voorafgaand door enige omscholing, want ontslagen worden bij de nummer allerlaatst in het betaalde voetbal doet het niet heel erg goed op je cv.

Hoe het nu verder moet met het armlastige FC Dordrecht? Niemand die het weet. Ze zullen heus wel weer een onnozele hapsnurker opsnorren met een diploma, desnoods zwem-, veter- of fiets-. Tot die tijd is het oppassen geblazen voor degenen die toevallig een ommetje maken in de buurt van het stadion. Voor je het weet, ben je er trainer of sta je in de spits. En dat wil niemand.

Column
  • ProShots