Aan welk persoonlijk trauma het televisie-fenomeen Maxim Hartman lijdt, weet ik niet precies, maar de verwerking hiervan, op verschillende podia, heeft hem behoorlijk ver gebracht. Als beroepsprovocateur, die bij voorkeur altijd schreeuwt, is hij verantwoordelijk voor veel memorabele televisie.
Hij wordt dan ook gretig uitgenodigd door organisaties die iets meer leven in de brouwerij willen hebben, bijvoorbeeld tijdens een boekenevenement, of in een televisieprogramma dat een beetje ingedut is en daarom wel een relletje kan gebruiken.
De werkwijze van Hartman is niet bijster ingewikkeld: hij vernedert mensen, op zijn eigen lompe manier wat in veel gevallen lukt, omdat de andere partij niet is opgewassen tegen de dominante persoonlijkheid van de roemruchtige grappenmaker. Want zo is het wel: er zijn genoeg mensen die zijn aanpak kunnen waarderen, anderen vinden hem infantiel en niet leuk.
Sinds een paar weken mag het enfant terrible van de Nederlandse televisie ook pas verschenen boeken recenseren in de Volkskrant, van romans tot non-fictie, alles is geoorloofd. In de praktijk behelst deze klus dat ie de eerste tien bladzijden leest en er dan quasilollige stukjes over schrijft. Je moet ervan houden, zeg maar.
Iets vergelijkbaars maar dan véél beter doet Herman Brusselmans in de Playboy, een minder gewichtige omgeving, en dan ook nog eens met kennis van de materie en een literair oeuvre dat respect en waardering afdwingt. Maar bij Maxim Hartman en de Volkskrant ligt dat nét iets anders: er zijn schrijvers die slapeloze nachten hebben, omdat ze weten dat hun boek binnenkort in de weekendbijlages van de kranten zal worden besproken.
Lees hier meer columns van Özcan Akyol
Sommigen hebben jarenlang op hun werk zitten zwoegen, geteisterd door onzekerheid, zelfhaat en de angst voor een totaal debacle. Dus die lui zitten een paar jaar op hun zolderkamer te zweten en dan komt de nar van de Volkskrant, iemand die niet kan bogen op noemenswaardige literaire verdiensten, de nieuwe boeken even keihard kraken in een stukje van tweehonderd woorden, en daar moet je het dan mee doen.
Kijk, als het allemaal leuk en grappig was, zou ik gewoon mijn muil houden, maar het is niet alleen tenenkrommend slecht, ook de Volkskrant-lezer ergert zich groen en geel. Dat blijkt wel uit alle ingezonden brieven die vorig weekend door de ombudsvrouw werden behandeld.
De mensen die de deftige courant lezen, zijn ontstemd over het taalgebruik van Hartman en snappen de exacte bedoeling niet van de ongepolijste scheldstukjes. Een aantal vraagt zich oprecht af wie die rare snuiter is en waarom hij de krant mag bevuilen met zijn platheid.
Het zal wel goedkope scoringsdrift van de redactie zijn: het boekenkatern moest leuker en spraakmakender, en wie kan je dan beter uitnodigen dan rauwdouwer Maxim Hartman?
Bij Studio Sport hebben ze vorig jaar op dezelfde manier geredeneerd. Daarom mag de presentator bij hen op vrijdagavond profvoetballers interviewen over hun beroep. Een enkeling vindt het geweldig, maar de échte liefhebber zapt met plaatsvervangende schaamte weg, temeer omdat Hartman etaleert dat hij maar één kunstje kan, weinig verstand van zaken heeft en bovenal niet grappig is.
In de sport ligt het allemaal wat anders. Maar in de literatuur is het pijnlijk: serieuze schrijvers worden weggezet als labiele stakkers die een prulwerk hebben afgeleverd, terwijl degene die deze boodschap verkondigt de boeken niet heeft gelezen noch het gezag heeft er iets over te zeggen. Blijkbaar heeft de Volkskrant te weinig waardering voor het ambacht van auteur. Dan weten we dat ook weer. Als er maar gelachen kan worden.