Luuk Koelman

Luuk Koelman: 'Ruttes macht reikt nu van de Atlantische Oceaan tot aan Australië'

'Ik sla mijn vleugels uit, denkt Rutte. Een adelaar ben ik, een condor! Macht zo ver als zijn vingertoppen reiken'

Luuk Koelman

De war room van het NAVO-hoofdkwartier te Brussel. Het is nog vroeg. Rutte is alleen. Even sfeerproeven. Hij staat voor de eikenhouten staftafel met daarop een reusachtige wereldkaart. Overal lijnen, lampjes en vlaggetjes. Die zullen vast het een en ander betekenen!

Rutte staart er gebiologeerd naar. Kijk daar, heel klein, dat is Nederland. Hij snuift. Wat een kikkerlandje eigenlijk! Nee, deze war room, dát is zijn natuurlijke biotoop. Het centrum van de macht.

Hij plaatst zijn handen voorzichtig op de staftafel. De linker op Zuid-Afrika en de rechter midden in de Indische Oceaan. Continenten en wereldzeeën binnen handbereik. Gaaf! Hij leunt voorover, spreidt zijn handen nog wat verder. Van de Atlantische Oceaan tot aan Australië reikt zijn macht nu. Zijn stropdas bezet Madagaskar.

Rutte buigt nog verder voorover, superieur heersend over het zuidelijk halfrond. Zijn borst raakt nu bijna de staftafel.

Ik sla mijn vleugels uit, denkt Rutte. Een adelaar ben ik, een condor! Macht zo ver als zijn vingertoppen reiken. Die van zijn linkerhand toucheren nu de kustlijn van Brazilië. Rechts moet Australië eraan geloven. Na Alexander de Grote, Hannibal, Attila de Hun en Dzjengis Khan is er nu Mark Rutte.

Met de borst plat op de staftafel, de armen maximaal gespreid. Alleen zijn tenen raken nog de grond. Dan zwaait de deur achter hem open. Mark springt overeind, draait zich om. Een Amerikaanse militair verschijnt in de opening. Hij ziet er onberispelijk uit. Mark bedenkt zich geen moment. ‘Hoi! Hoi!’ Snel trekt hij beide mondhoeken omhoog. ‘Yes, good morning!’ De militair neemt hem vorsend in zich op.

Nog maar eens knikken dan maar, denkt Mark. En een lofprijzing er achteraan. Dat alle NAVO-landen gave landen zijn. Wat is ‘gaaf’ eigenlijk in het Engels? Hij weet het niet. ‘Good to see you!’ stamelt hij. De militair reageert nauwelijks. Marks brein werkt op volle toeren. Hoe dom! Zo’n knikje met opgeheven hoofd; dat komt vast veel te arrogant over. Daar moet je bij zo’n Amerikaanse generaal niet mee aankomen! Nee, Mark moet laten zien dat hij een echte transatlanticus is, één met de Verenigde Staten.

‘Excuse me! Excuse me!’ Mark buigt nu hoffelijk. Een kans op een goede eerste indruk krijg je maar één keer. Nog wat dieper dan maar. Ruttes middel scharniert als een knipmes. Wervel voor wervel buigt hij, verder en verder voorover. ‘Yes! Yes! Really good to see you!’ De rand van de staftafel komt voorbij, het hoogpolig tapijt nadert.

Voor Mark er erg in heeft, staat hij oog in oog met zijn zwartgelakte schoenen. Hij kan het leer ruiken. Het lukt hem niet de Amerikaanse generaal nog aan te kijken. Zijn rechteroor schuurt nu langs zijn schoenveters. ‘My name is Rutte. Mark Rutte.’

Hij hoort hoe de militair de ruimte betreedt. Het geratel van een karretje. Zwenkwieltjes komen voorbij. ‘Good morning, sir! My name is private James, I’m in charge of the coffee. Black or white?’