'Van Gaal kwam briesend op me af en prikte z'n vinger bijna tegen m'n borst'
Is het erg dat Louis van Gaal straks voor de derde keer de Oranje-selectie onder zijn hoede neemt? Voor journalisten is het in ieder geval een zegen. vindt Edwin Struis. Alhoewel hij het niet altijd even goed kon vinden met Van Gaal. "Maar als ik het goed begrijp, is de man sindsdien elk jaar wat sociaal vaardiger geworden."
Ben toch wel benieuwd met welke emoji’s het nieuws van de aanstelling van Louis van Gaal werd onthaald in de groepsapp van de Oranje-spelers. Een duimpje omlaag? Een glas rode wijn? Een boos gezichtje? Een bom? Heb niet alle symbooltjes paraat, maar iets zegt me dat de voltallige spelersgroep niet staat te juichen als ze straks het barse gezicht van de ijzervreter ontwaren. Een jaar geleden ging zijn naam ook al in de rondte, en die bracht toentertijd meer siddering dan enthousiasme teweeg. Met een zucht van opluchting werd het contracteren van Frank de Boer begroet. Een fikse vergissing, weten we nu.
Is het erg dat Louis van Gaal straks voor de derde keer de Oranje-selectie onder zijn hoede neemt? Voor ons journalisten is het uiteraard een zegen. Met de Amsterdammer is het nooit saai, en met een woede-uitbarsting op z’n tijd kunnen we prima leven. Ik moest meteen terugdenken aan een voorval uit september 1994, in een hotel onder de kust bij Athene. Ajax bereidde zich voor op het eerste Champions League-duel met AEK en ik als argeloze journalist betrad het spelershotel om eens te informeren naar de gesteldheid van Frank Rijkaard, die niet okselfris was. Iets met een onwillige tussenribspier, of zoiets. Ik nestelde me in een comfortabele stoel en wachtte rustig tot de Ajax-selectie terugkwam van het traditionele wandelingetje.
‘Wat moet dat?’ schalde er opeens luidkeels door de lobby. Verstoord keek ik op, niet meteen doorhebbend dat de woorden aan mij gericht waren. Briesend kwam Van Gaal op me af, prikte z’n vinger bijna tegen m’n borst en sprak de onsterfelijke woorden: ‘Wie denk je wel dat je bent? Barend en Van Dorp soms? Iedere journalist weet dat het spelershotel verboden gebied is voor de media.’ Ik sputterde nog wat tegen, zei dat een hotel een openbare gelegenheid was en dat ie anders maar bewaking bij de deur moest zetten, maar hij was niet te vermurwen. ‘Wegwezen! Eruit!’ Schoorvoetend trok ik me terug, geen nieuws, maar wel een mooie anekdote rijker, waar ’s avonds aan de hotelbar van het Hilton door de collegae hartelijk om gelachen werd. Ach ja, die Louis.
Maar als ik het goed begrijp, is de man sindsdien elk jaar wat sociaal vaardiger geworden. Toen ik hem vroeg om een voorwoord te schrijven voor de biografie van Gerard van der Lem aarzelde hij geen moment. ‘Voor Gerard doe ik dat.’ En niet voor jou, dacht ik er in stilte aan vast, en dat was natuurlijk ook zo. ‘Leraar’ Van Gaal blijft in journalisten lastige, moeilijk opvoedbare kinderen zien, die niet als vanzelf meegaan in zijn filosofie. Voetballers hebben minder keus, zal binnenkort blijken. Vandaar dat niet iedere speler zit te springen om onder hem te gaan werken. Sociaal vaardiger of niet, ik zie Van Gaal toch echt niet belangstellend vragen aan Depay hoe het met zijn lijger is gesteld en of diens personal assistant ook op het diertje past als Memphis moet voetballen. Het getuigt natuurlijk van weinig fantasie van de KNVB dat ze weer uitkomen bij een man die al een paar jaartjes uit de running is en die binnenkort zijn zeventigste verjaardag viert, maar op dit moment, met drie belangrijke WK-kwalificatieduels voor de boeg, lijkt het een verdedigbare keuze. Wij zijn er klaar voor, nu de spelers nog.