‘De multiculturele samenleving is mislukt’
Dat de multiculturele samenleving niet werkt, hebben we al vaker gehoord, maar van Bart Nijman mag het best nog eens benadrukt worden. 'Elke kritiek die op die trage treinramp wordt geuit, is systematisch gekoppeld aan racisme op grond van huidskleur en discriminatie op afkomst.'
De multiculturele samenleving is mislukt. Ik weet het, een populistische stelling met een baard van hier tot de moord op Fortuyn, maar dat maakt het niet minder waar. We hebben in de afgelopen driekwart eeuw alle afkomsten, achtergronden en overtuigingen op één strook duinzand, polderklei en turfveen samengevoegd en daarna is besloten dat er nooit een negatief woord over andermans culturele, religieuze of ideologische lacunes gesproken mag worden.
Andere culturen en religies moeten worden gevierd terwijl er een continu beroep op de autochtone inschikkelijkheid is en wordt gedaan om institutionele achterstanden van anderen te wijten aan onze progressieve voorsprong.
Elke kritiek die op die trage treinramp wordt geuit, is systematisch gekoppeld aan racisme op grond van huidskleur en discriminatie op afkomst – net zolang totdat alleen daadwerkelijke racisten zich nog thuisvoelen in die modder, maar rationele, open minded mensen zich wel twee keer bedenken voordat ze zich wagen aan een scherpe vraag over de economische vruchtbaarheid van derdewereldmigranten, of een debat over de regressieve conservatieve effecten van de driehoogachter-islam in arme stedelijke buitenwijken op de rol van de vrouw in een vrije samenleving.
De schuld voor die blokkade ligt niet bij De Allochtoon, maar bij Ons Soort Mensen. Bij politici en journalisten, cultuursujetten en sociale wetenschappers. Uit dat smaldenkende deel der natie stijgt een spruitjeslucht op die zich keert tegen de luchtige grap, vrijblijvende omgang en plagerige kritiek. Dat bedacht ik me toen ik het zoveelste (vermeende) racisme-onderzoek las, ditmaal over voetballers die weleens grappen te verduren krijgen in de kleedkamer, en me afvroeg waarom toch alle jolijt overal uit geknuppeld moet worden middels het turven van individuele ervaringen.
Het doodslaan van sociale spontaniteit is het gevolg van de verwoestende invloed van dergelijke door media en politiek opgepikte zachtwetenschappelijke bleekneuzerij, maar het leidt ertoe dat ‘samenleven’ een ieder-voor-zich-strijd is geworden waarin het eigenbelang negatief wordt geprojecteerd op anderen.
Op die golf heeft een minderheid van zwarte medelanders zich – nadat wij onszelf gewillig hebben laten blinddoeken voor en muilkorven over culturele tekortkomingen van deze groep, zoals hun oververtegenwoordiging in eenoudergezinnen en de effecten daarvan op hun gemeenschap – toegelegd op een racismeframe dat gebouwd is op (blanke) schuld en erfzonde. Dat is momenteel verworden tot de meest lucratieve sector in het publieke debat. Waar ‘publieke debat’ staat, bedoel ik: een absoluut smaldeel van politiek, media en de voornoemde minderheid van een minderheid, dat elkaar schreeuwend gelijk staat te geven in slecht gevulde zaaltjes van hoofdstedelijke praathuizen.
Je bouwt geen multiculturele samenleving door van de autochtone bevolking te verwachten de handrem er op te houden zonder van de nieuwkomers te vragen gas bij te geven. En ‘je moet tegen een grapje kunnen’ is helaas nooit een peer-reviewed thesis geweest.