Premium

Parels in plaats van prullaria

Van gietijzeren pannen tot onverwoestbare keukenmachines: de Buy It For Life-beweging richt zich op de aanschaf van hoogwaardige producten met een lange levensduur. Best lastig in een wereld waarin we overspoeld worden met prutsspullen. ‘De industrie lijkt niet te weten hoe ze geld kunnen verdienen aan producten met een langere levensduur.’

Parels in plaats van prullaria

Sinds een aantal jaar is het in de gemiddelde Nederlandse buurt een onafgebroken komen en gaan van jakkerende busjes van PostNL, DHL en andere pakketbezorgers. De stortvloed uitgeladen, overhandigde en voor de deur gezette pakjes illustreren haarfijn onze consumptiedrift. De gemiddelde burger koopt zich rot, en meestal gaat het dan niet om kwalitatief hoogwaardige spullen, maar om goedkope prullaria. Van alle winkels die door de coronapandemie op slot moesten, misten de Nederlanders prullariaketen Action het meest, zocht onderzoeksbureau Q&A uit. ‘Meer kopen dan waarvoor je kwam,’ zo beschreef RTL Nieuws het succes van de winkelketen enkele jaren terug. We kopen allang niet meer alleen uit noodzaak, maar omdat het leuk is, we niet anders weten, puur voor de daad van het kopen, en omdat spullen onderdeel zijn van onze identiteit.

Zelf ben ik me, geconfronteerd met de berg aan pakjes om mij heen, sinds de coronapandemie gaan richten op het zo weinig mogelijk kopen van spullen. En als ik iets koop, geef ik liever wat meer uit voor een hoogwaardig product dat decennia meegaat. Neem de antiaanbak(koeken) pan: betaalbaar en makkelijk in gebruik, en het is voor sommige gerechten fijn dat er zeker niets aanbakt. Maar veel antiaanbakpannen zijn binnen een jaar of twee, drie onbruikbaar omdat de antiaanbaklaag loslaat of beschadigd is geraakt door kookgerei. Hup, de prullenbak in. Los van een enkele antiaanbakpan voor eiergerechten kook ik alleen nog met koekenpannen van gietijzer, roestvrijstaal of koolstofstaal, van merken als Le Creuset, de Buyer en Demeyere: kwaliteitsproducten die weleens je hele leven lang mee zouden kunnen gaan.

Een meubelmaker aan het werk.

Op dat soort spullen richt Buy It For Life (BIFL) zich, een beweging die vooral op internetforum Reddit leeft. ‘For practical, durable and quality made products that are made to last,’ zo leest de beschrijving van het subforum, dat bijna een miljoen leden telt. Enthousiast delen zij foto’s van hun betrouwbare pareltjes: een Cuisinart classic-keukenmachine (‘41 years of chopping, shredding, and dicing’), een oude, maar piekfijn werkende boor gekregen van grootvader, een gereviseerde iPod van vijftien jaar oud en leren laarzen uit 1999 bijvoorbeeld. Ook vragen gebruikers naar tips: welke spijkerbroek/elektrische tandenborstel/ tent gaat lang mee? Op ongezouten manier en zonder rekening te houden met de reputatie van een merk worden ervaringen gedeeld. Neem de pincetten van Tweezerman: die kun je je leven lang gratis laten bijslijpen en waren van hoge kwaliteit. Maar de laatste maanden verschijnen op het forum berichten dat de kwaliteit van de pincetten achteruit gaat, misschien wel omdat de productie is verplaatst van Duitsland naar India, wordt gesuggereerd. Op zoek naar alternatieven dus, zoals de pincetten van het Zwitserse Rubis.

Ouder is soms beter

Buy It For Life betekent vaak ook dat je liefde en tijd in je spullen moet stoppen. Gietijzeren, roestvrijstalen en koolstofstalen pannen heb je bijvoorbeeld niet zomaar onder de knie en vereisen een hele andere manier van bakken dan met aan antiaanbakpan. En gietijzeren en koolstofplaten dienen na elk gebruik en schoonmaak ingevet te worden met een beetje olie. Al die liefde kan niet alleen resulteren in spullen die een leven lang meegaan, sommige goed onderhouden spullen worden zelfs beter naarmate ze ouder worden: denk aan een leren jack dat meer karakter krijgt of een gietijzeren pan die na veelvuldig gebruik een ‘gekweekte’ antiaanbaklaag ontwikkelt.

Opvallend is dat het de meeste BIFL-aanhangers niet zozeer te doen lijkt om de negatieve klimaat- en milieugevolgen van onze wegwerp- en consumptiecultuur, maar andere drijfveren hebben. Nostalgie bijvoorbeeld, gekeken naar een verzuchting die regelmatig voorbijkomt op het forum: vroeger waren producten van betere kwaliteit. Ook de eigen portemonnee en weerzin tegen de kapitalistische tredmolen van kopen, kopen, kopen weegt zwaar – ook voor mij. Een echte wereldverbeteraar ben ik niet, ik heb simpelweg geen zin om elke twee of drie jaar een nieuwe antiaanbakpan van een paar tientjes te moeten kopen en investeer liever één keer in een goede pan. De hoge instapprijs neem ik voor lief. Elitair? Een tikje wel, misschien.

Mensen worden dol­ dwaze consumenten die niet nadenken over wat belangrijk is voor hun toekomst en die van de planeet

Historicus Peter van Dam, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in de consumptiemaatschappij, kwalif iceert Buy It For Life als een traditionele kijk op consumptie. In de loop der eeuwen is de afstand tussen producent en consument steeds groter geworden, legt hij uit. ‘Vanaf de 19de eeuw ontstond geleidelijk de consumptiemaatschappij, waarin je een groot deel van je dagelijkse behoeften niet zelf produceert of om de hoek haalt, maar via de markt koopt. De consument begon zich te verenigen in allerlei verbanden om invloed uit te kunnen oefenen. Na de Tweede Wereldoorlog nam dat een vlucht. De overheid en particuliere organisaties als de Consumentenbond gingen aan de slag om consumenten betrouwbare informatie te verschaffen over hoe je “goede” economische keuzes kon maken. Welke keuzes zijn uit economisch oogpunt verstandig op de lange termijn?’ De Consumentenbond benadrukt al sinds jaar en dag dat producten duurzaam moeten zijn in de betekenis dat ze lang mee dienen te gaan. Dat is de oorspronkelijke betekenis van duurzaamheid, zegt Van Dam. ‘Al in de tweede helft van de 19de eeuw wordt de term veel gebruikt. Later is de term verbreed en gaat het niet alleen over het economische aspect, maar ook om sociale en ecologische duurzaamheid.’

Bijvangst

Gekeken naar de huidige tijdgeest verbaast het de historicus dat sociale en ecologische duurzaamheid voor de BIFL-beweging slechts bijvangst lijken te zijn. ‘Vanuit links klinkt de kritiek dat de consumptiemaatschappij ons vervreemdt van onze eigenlijke behoeftes: mensen worden doldwaze consumenten die niet nadenken over wat belangrijk is voor hun toekomst en die van de planeet. Daarnaast is er ook vanuit conservatieve hoek kritiek op de consumptiemaatschappij, in de traditie van de Duitse filosoof Martin Heidegger: de mens raakt het authentieke kwijt, het oog voor het kleine, voor hetgeen wat echt waardevol is. De liefde die de BIFL-gedachte heeft voor producten die goed en met zorg zijn vervaardigd, soms nog met de hand, sluit goed aan op de hang naar authenticiteit.’

Van Dam ziet Buy It For Life a ls prima manier om mensen aan het denken te zetten over de consumptiemaatschappij. En ook om aan te tonen dat het kan: minder consumeren zonder dat je levenspeil omlaag gaat. ‘Maar als we echt iets willen doen aan de overvloed aan spullen, vaak van twijfelachtige kwaliteit, is uiteindelijk ook de politiek nodig. Dat is lastig, want het zit heel diep in de morele rechtvaardiging van westerse samenlevingen dat we alles in overvloed kunnen krijgen. Politici bemoeien zich daarom liever niet met consumptie en zijn bij alle beleidsafwegingen geobsedeerd door koopkracht. Als ze zich er toch mee bemoeien, dan liever een beetje buiten beeld. Dat zie je bijvoorbeeld rondom de recente invoering van import-heffingen op alle producten uit China.’

Een gasfornuis voor het leven.

De BIFL-beweging is dus op zoek naar hoogwaardige producten met een lange levensduur. Maar die missie staat haaks op waar veel spullenproducenten zich op richten, stelt productontwerper en onderzoeker naar circulaire productontwikkeling Marcel den Hollander. Hij maakt in het beoordelen van producten een onderscheid tussen twee termen. ‘Ten eerste is er grade: het niveau waarop een product zich begeeft. Als je de vergelijking maakt met restaurants kun je zeggen dat een maaltijd in een fastfoodrestaurant bijvoorbeeld een lager niveau heeft dan een maaltijd in een vijfsterrenrestaurant. Daarnaast is er de term quality om te beschrijven in hoeverre een product op zijn niveau voldoet. Een maaltijd in een fastfoodrestaurant mag dan van lager niveau zijn, door de strenge controles op het voedsel is de kwaliteit hoog. Het zal bijvoorbeeld niet snel gebeuren dat iemand ziek wordt door het verorberen van een Happy Meal.’

Inferieure kwaliteit

Volgens Den Hollander is low grade, high quality voor veel producten de laatste decennia de norm geworden. De veelgehoorde klacht van BIFL-aanhangers dat producten vroeger van betere kwaliteit waren, lijkt dus niet helemaal uit de lucht gegrepen. De low grade, high quality-ontwikkeling wordt gedreven door de wens van fabrikanten om een product zo te vervaardigen dat het voor hen het beste rendeert. Dat resulteert doorgaans in betaalbare producten die weliswaar doen waarvoor ze bedoeld zijn, maar door het gebruik van materialen van inferieure kwaliteit niet zo lang meegaan.

Den Hollander: ‘Zwart-wit-tv’s gingen bijvoorbeeld dertig tot 35 jaar mee, maar daar betaalde je ook voor. Omgerekend naar nu kostten die toestellen duizenden euro’s. Nu koop je voor een paar honderd euro een smart-tv met allerlei toeters en bellen. Die doet het fantastisch, maar is wel behoorlijk flimsy en de kans is aanzienlijk dat het toestel daarom na een aantal jaren kuren krijgt – even afgezien van modellen in het hogere segment.’

De BIFL-beweging zweert bij duurzame potten en pannen.

Dat komt omdat fabrikanten hun producten zo ontwerpen dat ze na een tijdje aan vervanging toe zijn of dat ze door consumenten als verouderd worden gezien en daarom een nieuwe willen – lekker gemaakt door een nieuw model dat net wat meer opties heeft, bijvoorbeeld. Het principe om producten een beperkte levensduur te geven, staat bekend als geplande veroudering. Het bekendste historische voorbeeld daarvan is de gloeilamp. De documentaire The Lightbulb Conspiracy uit 2010 laat zien dat gloeilampen begin 20ste eeuw nog duizenden uren meegingen, maar door een afspraak onder fabrikanten op duizend branduren werden beperkt. ‘Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw werd geplande veroudering een beproefd concept in allerlei industrieën,’ zegt Den Hollander. ‘Samen met de opkomst van de creditcard, waardoor mensen toegang kregen tot extra krediet, maakte dat de continue consumptie waar fabrikanten naar op zoek zijn mogelijk.’

Consumenten waren er altijd aan gewend geweest dat kapotte producten gerepareerd konden worden, maar door de opkomst van geplande veroudering raakte het idee ‘nieuw is beter’ in zwang. Een nieuw exemplaar is immers vaak goedkoper dan een reparatie, dus het oude product kan richting de prullenbak als er ook maar iets mis mee is of als de consument iets nieuws wil. In dat licht wordt vaak de niet-uitneembare batterij van de iPhone genoemd: vervanging van de batterij is vaak zo duur dat consumenten liever een nieuwe smartphone kopen. Zo leidde geplande veroudering ertoe dat de vuilnisbelten overstelpt raakten met producten waar eigenlijk weinig tot niets mis mee is.

Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw werd geplande veroudering een beproefd concept in allerlei industrieën

Den Hollander stelt dat het moeilijk is om zwart-op-wit aan te tonen, maar is overtuigd dat sommige fabrikanten de levensduur van hun producten nog altijd opzettelijk begrenzen. Op het eerste gezicht klinkt dat als een kwaad plan om consumenten een loer te draaien en dat is het soms ook. Apple en Samsung kregen miljoenenboetes in Italië omdat hun software-updates toestellen vertraagden. In Frankrijk is geplande veroudering strafbaar en de Europese Unie werkt aan een veelomvattend pakket aan regels rondom het ‘rechtop reparatie’, dat geplande veroudering verbiedt en producenten verplicht stelt reparatie makkelijk en betaalbaar te maken.

‘Maar geplande veroudering is niet alleen een duivels spel om producten zo gauw mogelijk
kapot te laten gaan,’ zegt Den Hollander. ‘Er zijn vanuit het perspectief van de ontwerper namelijk ook argumenten te noemen die pleiten voor ontwerpkeuzes die gezien kunnen worden als geplande veroudering. Zo windt de Duitse onderzoeker en publicist Stefan Schridde zich in zijn boek Murks? Nein danke! Was wir tun können, damit die Dinge besser werden op over een mixer waarin plastic tandwieltjes zitten: levensduurbeperkend, vindt hij. Maar het voordeel van plastic tandwieltjes is dat ze zichzelf smeren, ze geluiddempend werken en het ook geen probleem is als er iets tussen zou komen. Tandwieltjes van messing gaan lang mee, maar maken geluid, moeten gesmeerd worden en gaan genadeloos door als er iets tussenkomt.’

Energiezuiniger

Het ligt volgens Den Hollander helemaal aan het soort product en de levensfase daarvan of een product voor het leven zin heeft. ‘Als het gaat om producten die energie gebruiken tijdens het gebruik – koelkasten en koffiezetapparaten bijvoorbeeld – kan het zinvol zijn om een product al na een tijdje te vervangen door een nieuwer exemplaar dat energiezuiniger is. Ook voor producten die nog in de introductie- of groeifase zitten – zelfrijdende auto’s, 3D-televisie’s – is het niet verkeerd om ze bijtijds te vervangen, omdat ze snel zullen worden ingehaald door nieuwe modellen die niet zomaar wat meer functies hebben, maar echt beter zijn. Bij producten die in de volwassenheidsfase zitten, is er veel meer gelegenheid om producten te maken die een leven lang mee kunnen.’

Voor de business modellen van producenten zijn regelmatige vervangingsaankopen van levensbelang: door de (al dan niet door de consument gepercipieerde) beperkte levensduur van producten kan de schoorsteen van fabrikanten blijven roken. ‘De industrie lijkt niet te weten hoe ze geld kunnen verdienen aan producten met een langere levensduur,’ stelt Den Hollander. Sommige partijen proberen het om te draaien en verhuren spullen van hoge kwaliteit en uit het hogere segment, zoals Gerard Street. Voor een klein bedrag per maand huur je daar een uitstekende koptelefoon, met de garantie dat het product altijd gerepareerd wordt, zowel bij slijtage als wanneer er iets kapotgaat. ‘Op deze manier kun je als bedrijf wél verdienen aan een lange levensduur van een product. Bij het ontwerp wordt het dan ook weer belangrijk om ervoor te zorgen dat een product niet zomaar kapotgaat, en als dat toch mocht gebeuren makkelijk te repareren is.’

De meeste consumenten, zoals hier in de rij voor Primark, kijken eerder naar de prijs dan naar de duurzaamheid van kleding.

Zelf heeft Den Hollander ook de gewoonte om waar mogelijk hoogwaardige producten te kopen die lang meegaan. Hij kookt op pannen van gietijzer en koolstofstaal, heeft een beeldscherm van Eizo dat inmiddels al twaalf jaar functioneert en vindt het ‘afschuwelijk’ om te moeten werken met een set steeksleutels uit de grabbelbak.

‘Om de simpele reden dat er veelal staal van een inferieure kwaliteit is gebruikt, waardoor de sleutels een stuk dikker gemaakt zijn om ze maar sterk genoeg te maken. Voor het sleutelen aan auto’s of motors, waarbij de ruimte beperkt is, zijn die steeksleutels gewoon te dik. Dit soort producten zijn dus niet gewoon lekker goedkoop, ze werken gewoon niet goed.’

Den Hollander is bijzonder gesteld op zijn vouwfiets van Brompton. ‘Ik ben begonnen met goedkopere vouwfietsen, maar die ervoer ik als martelwerktuigen. Je kan ze niet goed instellen, de remmen werken niet goed en de geometrie van het ontwerp klopt niet. Brompton-fietsen zijn niet goedkoop, maar ze gaan ontzettend lang mee, ook omdat nieuwe onderdelen goed te betalen zijn. De scharnierpennen zijn zo ontworpen dat je ze drie keer kunt laten uitboren en vervangen. Elke pen gaat ongeveer tien jaar mee, dus de vouwfiets heeft een potentiële levensduur van minstens veertig jaar.’

Veel mensen zijn niet goed in staat om te beoordelen of een product nu goed of slecht gemaakt is, waardoor ze vaak meer geld uitgeven dan nodig is

Den Hollanders voorkeur voor hoogwaardige producten met een lange levensduur komt niet alleen voort uit ergernis over slecht gemaakte spullen, ook telt het milieuargument voor hem zwaar. ‘Het systeem van economische waardering dat we hanteren, is op dit moment niet in staat om ook milieuschade mee te rekenen. Dat deugt niet. Er zijn ook producten die hoog in de markt worden gezet die gewoon slecht zijn voor het milieu. Dat zie je veel bij kleding. Als daar een labeltje aan zit, gaat de prijs flink omhoog. Maar de kwaliteit van de stoffen en de afwerking is niet per se beter of slechter dan goedkope kleding. Ik denk dat veel mensen niet goed in staat zijn te beoordelen of een product nu goed of slecht gemaakt is, waardoor ze vaak meer geld uitgeven dan nodig is, ook omdat ze in de marketinghype geloven. Dat laatste geldt bijzonder sterk voor producten die identiteitsversterkend werken, zoals smartphones en kleding.’

BuyItForLife-aanhangers kopen maar zelden bij Action.

Ecologische schade

Een ander recent voorbeeld dat haarfijn illustreert dat economische waarde in onze maatschappij nog altijd boven ecologische kosten gaat: Amazon dat massaal (vrijwel) nieuwe producten vernietigt: van televisies tot stofzuigers en van boeken tot koptelefoons. Het langer opslaan van de artikelen kost minder dan ze te laten vernietigen en op de ecologische schade van het vernietigen van prima producten wordt geen acht geslagen. ‘Verschrikkelijk,’ noemt Den Hollander het. ‘Zeker omdat het ook om apparaten gaat waar veel zeldzame aardmetalen in verwerkt zitten. Daarbij zit de milieubelasting bij dergelijke producten voornamelijk in de productiefase, dus juist die producten zou je idealiter lange tijd willen gebruiken voordat je ze vervangt.’

Voor wie graag wat meer in de geest van Buy It For Life koopt, heeft Den Hollander twee tips. Ten eerste: begrijp het product. ‘Leer van een gietijzeren of koolstofstalen pan bijvoorbeeld het verschil tussen een geklonken of een gelaste grip. Ik geef de voorkeur aan geklonken grepen omdat gelaste grepen bij frequente hitteverandering altijd gezeur opleveren. Het is niet voor niets dat spoorbruggen, boten en stoomketels geklonken zijn: niet kapot te krijgen.’

Zijn tweede tip is om je te richten op producten die in de volwassen levensfase zitten, waarvan je weet dat de functionaliteit nog lange tijd ongeveer hetzelfde zal blijven. Meubels en kookgerei bijvoorbeeld, spullen die in relatie staan tot de menselijke maat of die slechts een minimale dan wel ingebakken technologiecomponent hebben. ‘Zo heb ik al jaren een kleine documentenscanner staan, die helemaal autonoom is en dus ook niet plotseling stopt met werken na een update van de soft- of firmware.’

Ten slotte heeft de productontwerper en onderzoeker nog een waarschuwing: ‘Koop geen Buy It For Life-varianten van producten die zich nog snel ontwikkelen. Linksom of rechtsom zal er iets veranderen waardoor het product toch niet meer zal voldoen.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct