Het weinig schilderachtige leven van 'Happy Painter' Bob Ross

Altijd goedgehumeurd, een slaapkamerstem vanonder een vlassig afrokapsel en binnen een half uur een mooi natuurlijk tafereeltje op het doek; niet voor niets werd Bob Ross The Happy Painter genoemd. Maar was zijn leven wel zo schilderachtig? Revu dook in het leven van de wereldberoemde natuurschilder.

Bob Ross

Er staat een rij voor Museum MORE in het Gelderlandse Gorssel. Nog even en de unieke tentoonstelling van Robert Norman 'Bob' Ross kan niet meer worden gezien. De meeste wachtende mensen zijn fan, anderen zijn ramptoerist. Het imago van de beroemdste schilder ter wereld is de laatste weken nogal verslechterd. De zon schijnt. Gorsellaren eten steak bij Loetje of drinken Weizen op het museumterras. Ze hebben uitzicht op een billboard van Bob Ross. America’s Favorite Art Teacher draagt zijn vlassige afrokapsel vol bravoure, in zijn baard zitten wat grijze haren en hij lacht omdat hij een kwast in zijn hand heeft. Hij heeft een heel gewone blouse en spijkerbroek aan, onder de foto staat: ‘Bob Ross. Happy Painting. Van 19 november tot 5 september 2021 in Museum MORE.’ Op de website wordt hij omschreven als ‘een culticoon die tot op de dag van vandaag populair is’.

We komen aan bij een deur. Een portier zegt: ‘Tijdslot drie uur?’ Hij wijst. ‘U kunt uw kaartje daar ophalen.’ De bezoekers schuifelen naar het loket en laten hun uitgeprinte ticket zien. De toegangsprijs is 19 euro. Op bordjes staat dat er minimaal 1,5 meter afstand moet worden gehouden en we moeten goed de looplijnen in de gaten houden. Volgens een tekst op de muur staan we in het grootste museum in Europa voor modern realisme.

Een bezoeker leest het programmaboekje. ‘Miljoenen mensen’ hebben de serie van Bob Ross The Joy of Painting bekeken. Dat was bepaald geen straf, want hij zette ‘binnen 30 hypnotiserende minuten een landschap neer’. Creatief directeur van Museum MORE Ype Koopmans noemt Bob ‘een prachtig fenomeen in de popcultuur’ en ‘een ontwapenend blije promotor van schildervreugde’. De tentoonstelling is daarom zeker in coronatijd perfect, want hij ‘biedt een veilige plek in turbulente tijden’ en ‘alles loopt altijd goed af in de wereld van Bob Ross’. Zijn taalgebruik was altijd positief. Bomen waren ‘happy little trees’, wolken ‘happy little clouds’ en hij gaf zijn kijkers lessen mee als: ‘Ever make mistakes in life? Let’s make them birds. Yeah, they’re birds now.’ Daarmee had hij een ‘therapeutisch effect’ op zijn fans. Hij was ‘the King of Chill’, ja met ‘zijn kalme warme stem was Bob een mindfulness goeroe avant la lettre’.

Er volgen nog meer grote woorden over de ogenschijnlijk bescheiden schilder. Bob Ross nam met ‘zijn authentieke en laagdrempelige manier’ van schilderen ‘de angst weg om kunst te maken en naar kunst te kijken’. Iedereen kan schilderen, als je maar je best doet en naar Bob Ross luistert. Dat kan door naar museum MORE te gaan, maar het is nog beter als je zijn boeken koopt of je laat abonneren op zijn YouTubekanaal. Bob Ross levert lang na zijn dood tientallen miljoenen dollars op en dat bedrag lijkt ondanks de recente pr-debacles alleen maar te stijgen.

We gaan naar binnen. Veertig schilderijtjes staan op ezels heel dicht naast elkaar. Ze hebben titels als Shades of Grey, Blue Winter, Glacier Lake, Majestic Mountain en Cactus at Sunset. Op de muren staan Bob Ross-quotes als: ‘Remember how free clouds are. They just lay around, in the sky all day.’ En: ‘Everything you want you can build here. This is your world.’

Happy little trees

Op het eerste schilderijtje staan wat happy little trees en een vrolijk kabbelend beekje. Het heeft als titel A Walk in the Woods, de maker signeerde het in rode letters met ‘Ross’. Op het tweede schilderijtje staan uiteraard ook happy little trees, in de takken ligt voor de afwisseling wat sneeuw. Mannen en vrouwen zetten stapjes naar achter en gaan dan weer snel naar voren om de landschappen zo goed mogelijk te kunnen zien. Alles kan betekenis hebben, er mag geen detail verloren gaan. Zijn fans noemen dit: Experiencing Bob Ross.

We schuifelen door. Een jongen in een korte broek maakt aantekeningen bij een winterzonnetje. Een man op Adidas-sneakers neemt foto’s van een schilderijtje met dennenbomen. Bergen zijn groot, maar nooit bedreigend, meren zijn idyllisch en gespiegeld. Een vrouw met een stok blijft heel lang kijken naar een afgeraffeld schilderijtje met een cactus. Uit een speaker in het plafond klinkt volkomen onverwacht de zalvende stem van Bob Ross. Hij is zijn kwast aan het schoonmaken door het tegen een buis te slaan en zegt: ‘Shake ’m up and just beat the devil out of it.’ ‘Leuk hoor,’ zegt een kunstkenner en hij verlaat na drie minuten de Bob Ross-tentoonstelling om te gaan kijken naar stillevens, stadsgezichten en zelfportretten van Carel Willink en Pyke Koch in andere zalen van Museum MORE.

Op een scherm op de muur wordt een korte New York Times-documentaire over Bob Ross vertoond. Vier mensen staan er op vijf meter afstand naar te kijken. Bob vertelt een doek dat hij haar wil strelen. Op andere momenten mompelt hij iets over ‘happy little background’ en hij schildert binnen een minuut een spar. Een oude vrouw fluistert naar haar vriendin: ‘Dat vind ik zo knap.’ De eerste scène is op een industrieterrein in het stadje Herndon in Virginia. Op de muur van het gebouw staat ‘Bob Ross Incorporated’, het bedrijf dat zijn nalatenschap verzorgt. Het volgende shot is van honderden kartonnen dozen met de meer dan 30.000 schilderijen die Ross in zijn korte leven maakte. De belangrijkste geïnterviewde in de film is Annette Kowalski. Ze heeft wit haar en wordt in grote letters aangekondigd als ‘Discoverer of Bob’. Annette Kowalski was zakenpartner van Bob Ross en de oprichter van Bob Ross Inc. Haar man Walt spreekt ook in de documentaire. Volgens de makers werkte hij ooit bij de CIA.

Met zijn ‘ontdekker’ Annette Kowalski.

Bill Alexander

De Kowalski’s speelden al eens de hoofdrol in een documentaire met de titel The Happy Painter. Daarin komen allemaal maar mensen voor die lieve dingen over de hoofdpersoon vertellen. De documentaire in Museum MORE is net zo goed een pr-film voor Bob Ross Inc. geworden. Op het scherm verschijnt de tekst ‘Chapter 1’. Annette Kowalski vertelt een verhaal dat ze vaker heeft verteld. Hun 25-jarige zoon was aan het einde van de jaren zeventig dodelijk verongelukt. Annette werd depressief en keek weken tv op de bank. Op een middag zag ze een programma van de schilder Wilhelm ‘Bill’ Alexander. Hij had aan het oost- en westfront gevochten voor nazi- Duitsland, werd gevangengenomen door de Amerikanen en maakte zich geliefd door GI’s te leren schilderen. Zijn leerlingen hielpen hem na de oorlog naar Amerika te komen en Bill Alexander werd een fenomeen omdat hij de wet-on- wet-techniek perfectioneerde. Volgens het programmaboekje is dat ‘een schildertechniek die vereist dat de schilder snel te werk gaat om het droogproces van de verf voor te zijn’.

Bill Alexander vertelde in zijn shows met een zwaar Duits accent dat iedereen kon schilderen als je het maar echt wilde en goed naar hem zou luisteren. Hij gebruikte daarbij opmerkelijk positieve taal: bomen waren happy little trees, meertjes konden happy little lakes zijn, bergen waren in Bill Alexanders wereld altijd almighty. Bijnaam die hij voor zichzelf verzon: The Happy Painter.

Annette Kowalski’s man Walt gaf haar op voor een cursus van Bill Alexander. De Kowalski’s woonden in Washington DC en reden meer dan 1000 kilometer om in Clearwater, Florida te komen. Er waren vijf andere studenten. Annette kreeg tot haar teleurstelling ‘een onbekende man genaamd Bob’ als instructeur. Ze zou vijf dagen met die vent moeten doorbrengen en overwoog naar huis te gaan. Annette gaf hem een kans en ze was al op de eerste dag ‘betoverd’ door Ross. Hij was volgens haar een wonderbaarlijk groot talent en ze nam zich voor hem groot te maken. In een interview zei ze: ‘Op een of andere manier kreeg hij me uit de depressie. Bob weet gewoon hoe hij mensen moet inpalmen. Ik zei: “Let’s put it in a bottle and sell it.”’

De Kowalski’s gingen na af loop uit eten met Bob. Ze konden het goed met elkaar vinden en Annette overtuigde Bob ervan te stoppen als instructeur van de Bill Alexander-methode. De eerste jaren waren zwaar, zegt Annette Kowalski in de film. Bob gaf lessen in winkelcentra en de kleinste kunstwinkeltjes die er waren. Hij had te weinig leerlingen en het verbeterde maar niet. Fijn detail dat Annette vast heeft verzonnen: Bob was zo arm dat hij zo min mogelijk naar de kapper ging. Annette stelde voor dat hij een permanentje moest laten groeien en er een soort afro van moest maken, dat had als groot voordeel dat hij bijna nooit meer naar de kapper zou hoeven. Bob haatte zijn nieuwe coupe, maar het bespaarde inderdaad wel geld en het zou zijn handelsmerk worden. In zaal 1 van Museum MORE noemt iemand hem ‘the guy with the hair’.

Bobs levensdoel was volgens Annette mensen plezier in schilderen bijbrengen en de schilderkunst democratiseren. Hij zei eens: ‘We zijn gebrainwasht met het idee dat je moet zijn aangeraakt door Michelangelo om dit werk te doen. Nou, wij tonen mensen dat iedereen een schilderij kan maken waar je trots op bent. En daar gaat het allemaal om.’

Annette had goed gekeken naar de tv-show van Bill Alexander en kwam op het idee een bijna identieke schilderserie met Bob Ross op te zetten met de titel The Joy of Painting. Ze overlegde met Bobs tweede vrouw Jane en vonden na veel afwijzingen een zender. Bob Ross nam ontslag als schilderinstructeur voor Bill Alexander. Volgens een vriend stortte Bobs leermeester ineen en hij huilde nadat hem werd verteld dat Bob hem had verraden. Het ‘brak zijn hart’ en Bill Alexander heeft nooit meer tegen Bob gesproken.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.