James Worthy

‘Onze boodschappen worden voor ons gedaan door straatbutlers’

Pizzascharen, voorgesneden watermeloenen en boodschappenbezorgers: als je het aan James Worthy vraagt, worden de simpelste dingen onnodig makkelijk gemaakt. 'We fietsen op fietsen waarop we niet meer hoeven te fietsen.'

James Worthy

Vorige week had ik een woordenwisseling met mijn buurman. Ik kwam thuis en zag hem bij de voordeur staan. Naast de buurman stond een jongen in een fluorescerende jas die boodschappen voor hem had gedaan.

‘Dit kan echt niet, buurman. Op de hoek van de straat zit een supermarkt. Hoeveel stappen zullen het zijn. Vijftig? Zestig?’

‘Niet vandaag, James. Ik heb hier echt geen zin in.’

‘Wat heb je allemaal besteld dan?’ vroeg ik, terwijl ik in de papieren zakken keek die op de trap stonden. Ik zag een leverworst, afbakbroodjes, roomboter, chips en twee bakjes voorgesneden watermeloen. Altijd als ik voorgesneden watermeloen zie, denk ik aan de dag dat ik naar de hemel mag. En dat al mijn voorvaderen in een rij op me staan te wachten.

‘En hoe was het? Hoe was de toekomst?’ vraagt een familielid die in 1643 overleed.

‘Nou, best leuk eigenlijk. Op een gegeven moment hoefden we onze watermeloenen niet meer zelf te snijden.’

‘Dus geen vliegende auto’s en zo?’ vraagt mijn opa.

‘Nee, maar er waren wel pizzascharen en jasjes voor honden,’ zeg ik. Niets stelt zo teleur als de toekomst.

De buurman liep bovengemiddeld snel de trap op. Hij schaamde zich.

‘De volgende keer mag je mij ook gewoon een lijstje geven, hoor. Ik doe het met liefde. Er zit een supermarkt op de hoek van de straat.’

‘Verdomme, James. Ik had gewoon even geen zin om naar buiten te gaan. Dat heb jij toch ook weleens?’ vroeg de buurman.

‘Dat heb ik elke dag, vriend. Buiten is een bijzonder overgewaardeerde plek, als je het mij vraagt. Ik werd laatst bijna van mijn sokken gereden door zo’n idioot op een elektrische fiets. We leven in een gekke wereld. Als je stil bent, kan je mijn voorvaderen horen kokhalzen en zuchten. We fietsen op fietsen waarop we niet meer hoeven te fietsen en onze boodschappen worden voor ons gedaan door straatbutlers. Fietsende straatbutlers. En waarom haal je niet gewoon een hele watermeloen?’

‘Omdat hele watermeloenen te groot zijn. Ik heb af en toe zin in watermeloen, maar nooit heb ik zin in een hele watermeloen. Begrijp je? Een watermeloen staat wat mij betreft gelijk aan een tros bananen. En weet jij hoe je een watermeloen moet snijden? Ik ben bang om dingen te snijden. Gewoon omdat ik niet weet hoe ik dingen moet snijden. Ik heb dat nooit geleerd. Daarom zijn de buurvrouw en ik ook niet getrouwd. Ik weet zeker dat ik onze bruidstaart helemaal zal verminken. Ik hoor mijn schoonfamilie al zuchten. Waarom trouwt ze met deze klootviool? Hem kun je beter niet om een boodschap sturen. Hij kan niet eens een taart snijden.’

‘Maar ik zag ook een leverworst liggen. Die kun je wel gewoon snijden?’

‘Iedereen kan een leverworst snijden.’

‘In de supermarkt, dat is een plek waar normale mensen zelf hun boodschappen doen, liggen sinds kort ook bakjes voorgesneden leverworst,’ zei ik.

‘Dat meen je niet?’

‘Dat meen ik wel. Deze wereld is gek geworden. Alleen de dingen die nooit moeilijk zijn geweest, worden makkelijker gemaakt.’