Hoe kijk je terug op dit acteerjaar?
‘Voor film en dramaseries geldt dat die sectoren op wonderbaarlijke wijze nooit helemaal tot stilstand zijn gekomen. Er gebeurde wel minder en het was allemaal wat omslachtiger, maar er is eigenlijk de hele tijd doorgefilmd. De theaters hebben wel lang stilgestaan, dat is duidelijk. Daar zie je inmiddels verandering in komen, maar het gemiddelde theaterpubliek is al wat ouder, dus dat kost moeite. Waar de theatersector het al niet makkelijk had, is het door corona eigenlijk nog moeilijker geworden. Dat is zorgelijk, maar je merkt wel dat de waardering voor de creatieve sector, het feit dat je het theater, de bioscoop, een concert of een museum kunt bezoeken, is toegenomen, omdat mensen het zolang hebben moeten missen.’
Ben je je vak zelf ook meer gaan waarderen?
‘Het is inmiddels weer een beetje vastgelopen, maar voor mij was dit toch een jaar van bevrijding. Vorig jaar was voor mijn vrouw en mij, en ook voor de kinderen, in eerste instantie best aangenaam. We waren net verhuisd, trokken de witte wijn open en gingen borrelen. Maar toen brak de herfst aan en viel alles weg. Pas dit voorjaar kwam daar langzaam weer een beetje beweging in. Ik ontwikkel veel voor film en tv en merkte dat mensen mijn nieuwe plannen eindelijk weer leuk begonnen te vinden. Dat gaf adem en ruimte. Daarna stond ik op het toneel in het Amsterdamse Bos, met Toneelgroep Oostpool. Daar hing elke avond zo’n intens gevoel van euforie, dat was fantastisch. Er hoefde tijdens het feestje na af loop maar een lullig plaatje opgezet te worden of iedereen ging uit z’n dak.’
Zie je het als je plicht om alle ontwikkelingen op film-, theater- en seriegebied op de voet te volgen?
‘Dat heb ik wel een tijdje gedaan, omdat ik dat advies vaak kreeg. Als ik zelf ergens in speel, dan doe ik het ook nog weleens, hoor. Dan vind ik het leuk om veel te zien. Maar als ik aan het schrijven ben, dan zit ik de hele dag al met mijn eigen verhaaltjes in mijn hoofd. Naar een serie kijken vind ik dan een lange zit, omdat ik andermans verhaaltjes niet zo nodig heb. Het gebeurt lang niet altijd, maar het mooiste is als iets zo origineel, mooi, grappig en ontroerend gemaakt is dat je geïnspireerd raakt. Ik had dat dit jaar bij de Deense film Druk met Mads Mikkelsen, waarin vier mensen onderzoeken of het leven leuker is als je de hele dag een klein beetje tipsy bent.’
Heb je uitgeprobeerd hoe dat bij jou uitpakt?
‘Nee, want ik weet ook wel dat de gedachte bij dit experiment aantrekkelijker is dan de barre praktijk. Maar dat je door een film of een theaterstuk wordt geconfronteerd met een vraag die zonder dat je dat wist ook in jou blijkt te leven, dat die omhoog komt borrelen terwijl je zit te kijken, dat is wat je als maker hoopt los te maken bij mensen. Vanaf maart sta ik in het theater met het stuk Een meeuw van Toneelgroep Maastricht, maar de afgelopen drie maanden ben ik vooral bezig geweest met schrijven. Ik werk parallel naast elkaar aan twee films en een miniserie. De serie is gebaseerd op een boek dat mijn vader heeft geschreven: Meesterstuk, over de ontbrekende randen van de Nachtwacht. Ik las met hem mee tijdens het schrijfproces van het boek, nu werken we samen aan de ontwikkeling van de serie. En ik ben bezig met een remake van De Overval, de eerste Nederlandse film ooit die een bioscoophit was, mijn opa speelde erin mee. Zo houden we het allemaal een beetje binnen de familie.’
Wat vind je van het niveau van Nederlandse films?
‘Als je kijkt naar het bioscoopaanbod van de afgelopen tijd, dan wordt dat gedomineerd door formulefilms en dan met name in de romcomsfeer. Als acteur krijg ik veel scenario’s opgestuurd uit die categorie, met de vraag of ik mee wil spelen. Vaak vind ik het moeilijk om voorbij pagina 30 van het script te komen, omdat ik tijdens het lezen een beetje woedend word. Ik heb niks tegen een genrefilm, of dat nu een romcom, thriller of politiedetective is, maar het hoeft niet bol te staan van de clichés. Het bioscooppubliek wordt daarin niet altijd serieus genomen. Of nou ja, laat ik het maar gewoon ronduit zeggen: op een paar goede films na was het aanbod dit jaar matig tot slecht.’
Gaat het op seriegebied beter?
‘Tot tien jaar geleden werkten serieuze scenaristen en regisseurs in principe niet voor tv en series, wat een van de redenen was dat ik dacht: de bioscoopwereld is leuk, maar overvol, dus ik moet series gaan opzetten. Ik heb onder meer Weemoedt, Baantjer het Begin en het eerste seizoen van Mocro Maffia gemaakt, maar daarna wilde ik weer wat meer toneel gaan spelen, omdat ik de rust van het repetitielokaal, de verdieping die dat met zich meebrengt en het live spelen voor een publiek heel aangenaam vind. Ondertussen kwam er een onwijze kentering op het hele seriegebied, want inmiddels zitten alle goede makers, internationaal en nationaal, op series. Dat bracht mij op het idee om juist weer meer de kant van de bioscoop op te gaan, want een mooi verhaal vertellen in 90 minuten en de beleving van mensen die met z’n allen in een zaal zitten, dat kan zo opwindend zijn. Het voelde zo lekker om van de zomer die Mads Mikkelsen-film in de bioscoop te zien, om met elkaar het gevoel van verwondering en verrassing te ervaren.’
Was dat de enige film waar je blij van werd?
‘Ik ben ook twee keer bij James Bond gaan zitten, maar verder waren er niet zoveel films, toch?’
Even denken hoor, je had De Veroordeling, De Oost, De Slag om de Schelde.
‘O ja, dat is waar ook. Niet allemaal gezien.’
Toevallig waren die films alle drie genomineerd voor een Gouden Kalf. Wat vond je van het eerste genderneutrale Kalf dat tijdens het Nederlands Film Festival werd uitgereikt?
‘Ik snap dat een organisatie denkt: gaan wij wel mee met de tijd? Het feit dat de hele culturele sector zich dat afvraagt, vind ik alleen maar gezond. Toneelgroep Oostpool was daar ook op een geweldige manier mee bezig in de voorstelling die ik afgelopen zomer speelde. Voor wie maken we eigenlijk theater, doen we dat eigenlijk wel om het hele publiek te bereiken, of alleen maar voor het hogeropgeleide witte gedeelte? Welk verhaal vertellen we, wie zijn de schrijvers, welke terminologie gebruiken we? Door het spelen van de voorstelling Hollandsch Glorie ben ik woke geworden, kan ik wel zeggen.’
Welke nieuwe inzichten heeft de woke Thijs Römer?
‘Dat ik heel lang het perspectief ben geweest van waaruit de wereld werd bekeken. Het perspectief van de witte heteroman van middelbare leeftijd is heel lang het uitgangspunt geweest. Daarna kwam de witte heteroseksuele vrouw erbij, toen de witte homoseksuele man. Er zijn allerlei gradaties, maar hoe verder je van de witte heteroseksuele man afstond, hoe lastiger het was. Het duurt best een poos om te snappen dat het zo is, omdat je er zelf middenin zit. De koning denkt ook dat heel Nederland altijd gepoetst is, omdat hij overal waar hij komt blinkende tafeltjes en smetteloze vloeren ziet. Hoe krijg je dan een reële kijk op de wereld? Dat kost tijd en verdieping. Tijdens het maken van Hollandsch Glorie heb ik veel verhalen gehoord, bijvoorbeeld de ervaringen van een zwart biseksueel meisje in deze wereld, wat voor mij heel louterend is geweest.’
Dus eigenlijk zeg je: hartstikke goed, zo’n genderneutraal Gouden Kalf.
‘Ik vind het uitstekend dat een organisatie zelfkritisch is en openstaat voor deze tijd, maar om de specifieke keuze te maken voor een genderneutraal Kalf, dat vind ik zó stom. Er is volgens mij nog nooit een acteur of actrice geweest die heeft gezegd: ja goh, ik heb nu een Gouden Kalf gekregen voor Beste Vrouwelijke Hoofdrol, maar ik voel me aan de kant gezet omdat er ook een Gouden Kalf is voor Beste Mannelijke Hoofdrol. In het publiek zal ook nooit iemand hebben gedacht: jeetje, dat vind ik nou toch lastig, deze situatie, dus het is gewoon een stupide maatregel. En wat was het resultaat? Dat alleen maar witte heteroseksuele mannen een Kalf wonnen.
Nou, gefeliciteerd. Terugdraaien, die handel.’
Wil je zelf ook nog iets terugdraaien, bijvoorbeeld dat je na de dood van Peter R. de Vries twitterde dat je het wel ‘verfrissend’ vond, een paar dagen zonder RTL Boulevard?
‘Oef, half Nederland viel over me heen. Het ligt zo gevoelig, dat onderwerp. Maar ik ga eerlijk zijn: ik heb er geen spijt van. Mijn berichtje ging niet of het erg was of niet dat Peter R. de Vries was vermoord, maar dat we niet de waarde van een roddelprogramma als RTL Boulevard moeten overschatten in onze samenleving. Het leek alsof er een instituut was gesloopt. Nou, dat kunnen we met een korreltje zout nemen. Je zou met terugwerkende kracht misschien kunnen zeggen dat het een misplaatst grapje was, omdat de redacteuren van RTL Boulevard bang waren, ze stonden onder druk. Maar als je kijkt naar misplaatste grapjes, daar maken ze er bij RTL Boulevard ook elke dag wel een paar van. Je zou dus kunnen denken: jeetje, wat een stom grapje van die man die zijn mening op Twitter ventileert, maar wie de bal kaatst, kan hem terugverwachten. Ik vond het dus erg kleinzerig dat ik vanuit alle hoeken boze berichtjes kreeg. Dat ging van RTL Boulevard en andere mensen van RTL tot aan de directeur, Peter van der Vorst die me appte.’
Wat had hij te melden?
‘Dat hij echt in shock was over wat ik op Twitter had gezegd en dat het schandalig was. En dat niet alleen RTL Boulevard, maar heel RTL dat niet kon waarderen.’
Heeft deze hele episode je werk gekost?
‘Dat weet je nooit. Je bent er niet bij als mensen zeggen: “Doe Thijs Römer maar niet, dat vind ik zo’n paardenlul.” Maar als ik elke keer dat ik een soort blauwe plek had overgehouden aan de berichtgeving van RTL Boulevard de directie van RTL had moeten bellen dat ik het schandalig vind dat er op deze manier over mij wordt gepraat, dan had ik daar een halve dagtaak aan gehad, snap je? Ik denk dan: ik vind het niet leuk, het doet pijn, maar het hoort er blijkbaar een beetje bij, dus als ik nu maar zoveel mogelijk in de luwte blijf, dan heb ik daar het minste last van.’
Doe je daar bewust je best voor, om in de luwte te blijven?
‘Absoluut. De afgelopen jaren heb ik zo min mogelijk van mezelf laten zien, omdat ik wel heel veel van mezelf in de etalage heb gezet toen ik samen met Katja (Schuurman, red.) was. Op het laatst kreeg ik daar serieus last van, want ik heb nooit de ambitie gehad om een personality of een bekende Nederlander te zijn. Het gaat mij om het uitoefenen van het werk dat ik heel leuk vind, of dat nu het maken van een serie als Mocro Maffia is of het spelen van een stuk met Oostpool. Ik snap dat het erbij hoort dat je hier en daar vertelt dat je in een geweldige productie zit, kom eens kijken, want dit is te gek! Maar door de optelsom van mijn huwelijk met Katja, wat er met Theo van Gogh gebeurde en onze carrières die zo’n vlucht namen, was ik daar na tien jaar wel moe van. Ik werd ook moe van mezelf. En moe van het moeten verpakken van je leven in oneliners. Is mijn leven nou echt zo’n cliché? Ik wilde niet meer elke keer hetzelfde verhaaltje over mezelf vertellen en het leek me ook wel goed dat mensen wat meer zouden kijken naar de rol die ik speelde, dan naar de acteur met zijn enorme leven. Dat is de reden dat ik de afgelopen jaren zo min mogelijk in de publiciteit ben geweest.’
Je hebt niet stilgezeten, want je bent in de tussentijd getrouwd met iemand anders: Igone de Jongh. Is het een groot verschil, een huwelijk met een sterballerina of een actrice?
‘Goh ja, ik zit in een heel andere fase van mijn leven. Toen Katja en ik iets kregen, was ik 24 en zij 27 jaar. Igone en ik waren eind dertig toen we een stel werden. Dat is een heel ander moment in je leven. We zijn heel gelukkig in het kleine dorpje waar we met onze kinderen wonen. Het is heel gemoedelijk.’
Jullie zijn geen showbizzkoppel.
‘Nee. In het verleden was ik dat misschien ook een beetje tegen wil en dank, naar zoveel feestjes gingen Katja en ik niet. Maar er was een niet te stuiten behoefte aan informatie over haar en dus ook over ons. Dat hangt ook een beetje aan Igone, maar dan op een andere manier en uit een andere hoek. We zijn niet zo RTL Boulevard-fähig.’
De rest van het interview lees je in de nieuwste Revu of op Blendle.nl.
- Isa Wiegers