En weer peilde Maurice de Hond 42 zetels voor Geert Wilders en de PVV. Hoewel we inmiddels allemaal weten dat De Hond een goed businessmodel heeft ontworpen voor iets wat hij totaal niet kan - peilen - blijven de media zijn resultaten klakkeloos overnemen en passen partijen en politici hun strategie aan op basis van de onzin die het peilingbureau verspreidt. In 2011 kwam bijvoorbeeld maar een van zijn elf voorspellingen uit, de overige cijfers bleken klinkklare onzin, en toch kan De Hond het debat en dus ook de discussieonderwerpen bepalen.
Ik moest hieraan denken toen ik afgelopen weekend een groepje mensen in Amsterdam rond het Waterlooplein zag demonstreren. Het was de bedoeling dat Pegida haar ongenoegen over de huidige maatschappelijke ontwikkelingen zou laten blijken.
De club was er uiteindelijk met een mannetje of zeventig. Ze vonden tegenover zich notoire relschoppers van het linkse kamp die de boel kwamen versjteren, door middel van verbaal geweld en ander kansloos gedag, dit alles zogenaamd met het doel om de wereld mooier en beter te maken. De hele bende werd uiteindelijk omsingeld door hordes perslieden, die afgaand op alle Twitterverslagen, blogreportages en krantenartikelen het sterkst vertegenwoordigd waren.
Allemaal zochten ze naar de groeiende stroming in onze samenleving die met de denkbeelden van Geert Wilders sympathiseert en hem daarmee zo groot in de peilingen maakt. De aandacht die deze marginale demonstratie kreeg, was buitenproportioneel en zelfs een beetje lachwekkend. Het rook naar sensatiezucht, opruiing en bij sommige journalisten kreeg ik vooral de indruk dat ze naar de betoging waren afgereisd om hun eigen gelijk te halen.
Ik moest bijvoorbeeld glimlachen toen ik bij de Pegida-strijders dezelfde gozer zag die wekenlang als aanjager fungeerde van de protesten tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Enschede. Hij heet Benno Wilmink en is hét gezicht van de bezorgde burger. In die hoedanigheid verschijnt hij tegenwoordig vaker op televisie dan Peter R. de Vries. Hij krijgt zo vaak een podium omdat wij met zijn allen op zoek zijn naar mensen die schijnbaar de snoeiharde toon van Geert Wilders onderschrijven. Hetzelfde geldt evengoed voor die hooligans van extreemlinks; er zijn maar weinig politici en burgers die zich op een erudiete manier tegen de voorman van de PVV keren, daarom krijgen getroebleerde geesten van bewegingen als AFA (Anti Fascistische Actie) veel airplay en wordt de suggestie gewekt dat we moeten kiezen tussen deze twee smaken.
De werkelijkheid is natuurlijk weerbarstiger. Ondanks verwoede pogingen van de media om van een slappe demonstratie iets heel groots te maken, hadden we ook afgelopen weekend te maken met de gebruikelijke schreeuwers. We zijn een slechte imitatie van Duitsland, waar bijvoorbeeld wél duizenden mensen in actie komen. In Nederland hebben we nog steeds te kampen met een zwijgende meerderheid die hoofdschuddend kijkt naar wat een betekenisloos groepje nu weer heeft uitgespookt in de hoop op media-aandacht. Natuurlijk, veel gedachten en opvattingen worden met de onruststokers op tv gedeeld, maar het gros van de samenleving wil niet geassocieerd worden met oproerkraaiers. Het maakt de pers niet zoveel uit. Zolang De Hond peilt moeten we op zoek naar beelden die zijn cijfers staven. Maar bestaan de mensen achter die statistieken eigenlijk wel?
Lees hier de andere columns van Özcan Akyol