Luuk Koelman

Luuk Koelman: 'Hadden we de verliezende online gokkers bij winst ook horen klagen dat het illegaal was?'

'Wat die honderd Nederlandse gokkers werkelijk willen, is dat de winst voor hen is, maar het verlies teruggevorderd moet kunnen worden. Ongelooflijk'

Luuk Koelman

In dagblad Trouw lees ik een interview met ene Dennis. In tien jaar tijd vergokte hij online 150.000 euro. Dennis gokte 24/7. Eén keer zelfs 32 uur achter elkaar. Ook deed hij een greep in de kas van het familiebedrijf van zijn zwager. Allemaal ‘om de verslaving onder de duim te houden’. En nu beklaagt hij zich erover dat geen enkel gokbedrijf hem ooit een seintje heeft gegeven dat hij onverantwoord bezig was.

Vragen doemen op. Die ‘zorgplicht’ waarop Dennis doelt, geldt pas sinds 2021, want dat is het jaar waarin onlinegokken legaal werd in ons land. Maar toen gokte hij al acht jaar lang, illegaal. En eerlijk is eerlijk, ik snap de legale Nederlandse goksites wel. Elke van die sites denkt: ‘Als wij Dennis blokkeren, dat vergokt hij zijn geld bij de concurrent.’ En als ze hem gezamenlijk blokkeren, dan verkast hij weer naar de illegale onlinecasino’s waar hij de acht voorgaande jaren ook al zat. Dus waar ligt dan het probleem? Bij de goksites? Of bij Dennis zelf?

Maar het kan nog bonter. Even googelen leert dat zo’n honderd Nederlandse gokkers nu hun geld terugeisen van onlinecasino’s. Die hadden nooit kansspelen mogen aanbieden, omdat de markt voor 2021 nog illegaal was. Haha, alsof die honderd gelukszoekers dat zelf niet wisten. Los daarvan, hadden we hen bij winst ook horen klagen dat het illegaal was? Nee, natuurlijk niet. Wat die honderd werkelijk willen, is dat de winst voor hen is, maar het verlies teruggevorderd moet kunnen worden. Ongelooflijk. Misschien moeten ze de definitie van het woord ‘gokken’ nog eens opzoeken.

Terug naar Dennis, oeverloos marinerend in het eigen zieligheidsdenken. Want wat had hij het al die jaren zwaar, met zijn mobiel jagend op drie banaantjes op een rij: ‘Heel heftig allemaal: trillen, koorts, depressies.’ De rest van het interview is gevuld met vingerwijzen. Zijn verslaving? De schuld van anderen! Waren het niet de gokbedrijven die schromelijk tekortschoten, dan was het wel de overheid die faalde. En natuurlijk ook zijn ouders.

En Dennis zelf? Hem valt vanzelfsprekend niets te verwijten. Onder de streep laat zijn klaagzang zich in één zin samenvatten: ‘Het is veel te makkelijk om jezelf te gronde te richten; waarom deed niemand iets?’ Interessante vraag. Met zoveel woorden betoogt hij dus dat de samenleving als geheel is tekortgeschoten. Ja, ook u en ik. Wij, met zijn allen, hebben onze plicht verzaakt om Dennis te beschermen tegen zichzelf. Daardoor had hij nooit een keuze. Welbeschouwd zijn u en ik dus ook medeplichtig aan die hand in de kas van het familiebedrijf van zijn zwager.

Ja, dat is schrikken, hè? Het minste wat we daarom kunnen doen, is een crowdfunding voor hem starten. Zodat hij het gejatte geld weer kan teruggeven aan zijn zwager. Maar als hij het bij nader inzien toch liever vergokt, dan is dat natuurlijk ook helemaal oké. Want wie zijn wij om te oordelen? We kunnen enkel hopen dat Dennis ons uiteindelijk zal vergeven voor wat we hem als samenleving hebben aangedaan.

Column
  • Adobe Stock