Nieuwe Revu ontmoet Jan Roos
Waar? In eerste instantie is de meet-up gepland in de persoonlijke residentie van Jan Roos, in het lieftallige kustplaatje Bergen. Maar wegens een op handen zijnde verhuizing staat de woonkamer op de dag van het interview vol met dozen en andere zooi. Of afspreken in een horeca-etablissement ook een mogelijkheid is? Het wordt Wonder’s Eten & Drinken. Nog iets genuttigd? Drie rooibosthee, één spa rood. De koekjes bij de thee at de interviewer tot de laatste kruimel op, Jan Roos wist zich te beheersen. Verder nog iets? De afspraak vindt plaats op de meest uitgemolken commerciële dag van het jaar, genaamd Valentijnsdag. Er wordt bij Wonder’s Eten & Drinken lekker mee uitgepakt, tot afgrijzen van Jan Roos. Hij trekt zijn neus op bij de ballonnen met hartjes en grote bossen rode rozen, een gebaar dat wij kunnen waarderen. Op de vraag of hij überhaupt veel aandacht krijgt van vrouwen, moet Roos helaas ontkennend antwoorden: ‘Bij Dennis staan ze in rijen van vier voor de deur opgesteld, bij mij valt dat wel mee. Of tegen. Natuurlijk, er komt weleens een berichtje binnen, maar niet op het niveau dat ik denk: ik lig lekker in de markt.’
Je staat bekend om je scherpe tong. Welke opmerking heeft de meeste stof doen opwaaien?
‘Het Marco Borsato-verhaal komt bij Roddelpraat vandaan. Zoals dat gaat in de mainstream media wilden ze ons de credits daarvoor niet geven en hebben ze gewacht op een goedgekeurd verhaal van onze Tim. Tim Hofman is voor zijn docu over The Voice, die hij naar aanleiding van onze scoop is gaan maken, behangen met medailles. Hij zag eruit als een Noord-Koreaanse generaal, zelfs de Nobelprijs stond hij op het punt te gaan winnen. Tim Hofman vindt Jezus Christus nog minderwaardig als hij zichzelf in de spiegel ziet.’
Jij bent geen fan van Tim Hofman.
‘Ik ken Tim als een slimme en leuke jongen, maar hij is zo diep in het BOOS-fuikje gezwommen dat hij ongeloofwaardig en hypocriet is geworden. Dan heb ik het nog niet eens over het verhaal dat hij bijna is vermoord, wat hij niet is. Hij is een en al linkse lulkoek, met z’n rokjes en nagellak. Wees een stoere jongen en doe dat niet alleen met gelijkstemde yuppen op premièrefeestjes, maar ga ook eens zo in Nieuw-West rondlopen. Het punt met Tim Hofman is dat hij zegt te deugen, maar dat doet hij natuurlijk niet. Je kunt op je vingers natellen dat iemand die vaak roept dat andere mensen fascisten zijn zelf fascistische beweegredenen heeft. Die mag geen podium, hij mag niet in de media, zij mag geen werk, die mag hier niet komen. Mensen die per definitie het gevoel hebben dat ze deugen en dat willen uitdragen, die doen dat juist niet. Je bent een goed mens of je bent het niet.’
Ben jij een goed mens?
‘Nee. Ik toon weinig empathie in wat ik doe, omdat ik niet nadenk over tere zieltjes of snel geraakte scheentjes. Ik wens niet hypocriet te zijn. Als ik de een aanpak, dan pak ik de ander ook aan. Dat doe ik omdat ik door mijn ouders ben opgevoed met het idee dat iedereen gelijkwaardig is. Maar als je mensen tegenwoordig als gelijkwaardig beschouwt, dan ben je een slecht mens. Je moet bepaalde mensen meer ruimte of credits geven of ze niet bespreken of er geen grapjes over maken. Maar op het moment dat ik geen grapjes maak over transseksuelen, dan is een transseksueel voor mij een minderwaardig mens en dat is het niet. Als ik donkere mensen, joden, Marokkanen, gehandicapte mensen en kampers anders moet behandelen dan het allergrootste kwaad in de wereld, de witte heteroman, dan maak ik de witte heteroman daar een – hoe zal ik het zeggen – groter en volwassener mens van dan de rest. En daar hou ik niet van. Dus dan deug ik niet.’
‘Tegenwoordig zijn linkse mensen eerder regressief dan progressief. Óf je denkt zoals zij denken óf je moet dood’
Wat hebben je ouders je nog meer meegegeven?
‘Ik heb heel lieve ouders die mij progressief hebben opgevoed met de Volkskrant, VPRO, kunstenaars en intellectuelen om me heen. Ze kwamen er al snel achter dat ik een rechts kind was, ze hebben zich weleens afgevraagd of ik een koekoeksjong was, maar ik heb de ruimte gekregen om mijn eigen denkbeelden te ontwikkelen. Dat is fijn en uniek, want tegenwoordig zijn linkse mensen eerder regressief dan progressief. Óf je denkt zoals zij denken óf je moet dood.’
Je ouders en jij hebben de Sire-campagne ‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt’ niet nodig?
‘Mijn ouders zijn het vaker niet met me eens dan wel en dat wordt dan in discussies besproken. Dat heeft niets te maken of we elkaar als volwaardig mens zien of niet. Ik beschouw mijn moeder als een volkomen volwaardig persoon, ze is een van de liefste en intelligentste mensen die ik ken, maar ze gelooft wel in de totale klimaatswaanzin die wordt verkondigd. Ik vraag vaak aan deugend links: zou jij echt willen dat iedereen is zoals jij bent? Zou je willen dat iedereen denkt zoals jij denkt? Dan heb je geen ruzies meer, geen discussies, geen polemiek, niets meer om tegenaan te vechten, je hebt geen strijd meer, geen doel meer, alles is uniform. Zou je dat willen? Daar hebben ze meestal geen structureel antwoord op. Diversiteit betekent voor hen dat je een ander kleurtje mag hebben en een hoofddoek mag dragen en je lul eraf snijden en jezelf Anja noemen, maar je moet wel op exact dezelfde manier denken als de rest. Als je dat niet even niet doet, dan lig je eruit. Dat lijkt mij een walgelijke wereld.’
Moet je niet gewoon weer terug de politiek in?
‘Waarom zou ik? Dat is paarlen voor de zwijnen.’
Dan kun je misschien iets wezenlijks veranderen in plaats van alleen maar van alles te roepen.
‘Ooit had ik het idee dat ik met vechten en oprechte strijd iets kon veranderen. Niet voor niets heb ik mijn hele carrière om zeep geholpen door de politiek in te gaan. Maar dat heilige vuur heb ik allang niet meer, alsjeblieft zeg.’
Wanneer is dat verdwenen?
‘In eerste instantie toen ik bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 niet genoeg stemmen had gekregen voor een zetel. Maar de echte klap moest nog komen. In de anderhalf jaar daarna ben ik nooit meer door iemand gebeld, terwijl ik best wat kan. Mijn loopbaan in de media was klaar. Ik vond dat een bijzondere gewaarwording: o, ik doe blijkbaar niet meer mee. Ik ben het vleesgeworden bewijs van de cancelcultuur nog voordat die bestond. Er wordt nog steeds vaak door mensen over mij geroepen: dat die man een podium krijgt, maar ik héb helemaal geen podium. Als je naar de huidige politiek kijkt, dan zie je dat de overheid er niet meer is voor het volk, maar het volk voor de overheid. Wat goed is voor ons, dat maakt niet uit. Wij dienen het pad van de overheid te volgen en dat te financieren. Dat is het verworden. Waarom zou ik daar onderdeel van willen zijn? Je kunt geen klote doen, dat zie je aan al die partijen. Achteraf is het goed geweest dat het vertrouwen van de bevolking in mij niet zo groot was. Ik was na een maand gillend gek geworden, in al mijn naïeve oprechtheid. Wat heeft het voor zin om mijn gezondheid daarvoor op te geven? En niet alleen mijn gezondheid. Toen ik politieke aspiraties had getoond, ben ik veel familie en vrienden kwijtgeraakt. Mensen vinden er wat van als je stelling neemt. Het heeft me niets opgeleverd. Het heeft me alleen maar gekost.’
Zit je bij Roddelpraat op je plek?
‘Ik weet niet of ik een plek heb. Natuurlijk, Dennis (Schouten, red.) en ik hebben van Roddelpraat een groot succes gemaakt. We zijn een van de weinige onafhankelijke mensen die niet gelieerd zijn aan producenten of uitgeverijen of dingen, dus we kunnen doen en laten wat we willen. Ik kan mijn ei kwijt in ordinaire opmerkingen en grapjes, maar intellectueel is het verschrikkelijk. Roddelpraat is een schandlap, een beetje smerig. Dat vind ik mooi. Het herinnert me aan vroeger, toen ik als kind naar de VPRO keek. Dat was ook een beetje smerig en vaak op of net over het randje. Dat je dacht: godverdomme, wat is dit harde humor! Vandaag de dag bepaalt BNNVara wat humor is, wat inhoudt dat je mag zeggen dat christenen smeerlappen zijn en over de islam niets zegt.’
Mis je de intellectuele uitdaging niet?
‘Soms. Maar ik zal je vertellen, en dit klinkt misschien een beetje zielig, dat ik vaak denk: joh, wat maakt het allemaal uit? Stel, ik heb een verhaal te vertellen over hoe ik denk dat dingen maatschappelijk gezien zouden moeten zijn. Niemand in de mainstream media is daarin geïnteresseerd, omdat ze mij niet aan het woord willen laten. Daar kan ik op de bank over gaan zitten mokken: waarom mag ik mijn verhaal niet doen, hoezo bellen ze me niet? Maar daar ben ik eigenlijk te oud voor. Ik wil niet zeggen dat mijn vlam volledig is gedoofd, maar er brandt ook geen vuurtje.’
‘We worden nu de hele dag bang gemaakt voor een Derde Wereldoorlog met de Russen, maar dat hebben we zelf opgezocht’
Neem je het de mainstream media kwalijk dat ze je negeren?
‘Als jij jezelf journalist noemt en je bent alleen maar een propagandakanaal, zoals het NOS Journaal, dan ben je geen knip voor je neus waard. Ik stel jou een simpele vraag: weet je wie de leider was van het Oekraïne-referendum in 2016? Precies, dat was ik. Weet je hoe vaak ik gebeld ben door media over Oekraïne? Nul keer. En die mensen noemen zichzelf journalist. Dat zijn ze dus niet, want als jij in Nederland Oekraïne intikt op Google, dan zie je mijn ponem met het referendum over het handelsverdrag met Oekraïne. Ik heb destijds gezegd: als we die kant opgaan met de EU, dan zijn we de Russische beer aan het prikken. Dan worden we onderdeel van een burgeroorlog waarin we partij kiezen voor Oekraïne. We worden nu de hele dag bang gemaakt voor een Derde Wereldoorlog met de Russen, maar dat hebben we zelf opgezocht. Ik zei: doe het niet.’
Kun je dit soort serieuzere onderwerpen niet inbedden in de luchtigheid van Roddelpraat?
‘Mensen zijn de politieke correctheid van de mainstream media zo zat dat ze denken: er is een klein eilandje dat ruikt naar ranzige mayonaise en verschaald bier, maar we kunnen daar wel een half uur tot drie kwartier ordinair lachen over de grootst mogelijke onzin. Op zo’n plek moet je niet gaan preken over wat wel en niet goed is. Ik kan wel iets zeggen over Oekraïne, maar ik denk niet dat Dennis weet waar het ligt.’
Hoe is je band met Dennis?
‘Het is een bijzonder vreemd figuur, maar dat vindt hij van mij ook. We hebben een gigantische klik in onze samenwerking. We zijn een duo en ik ben een beetje de grumpy old man en hij is de jonge jongen die maar niet volwassen wil worden en niet echt uitblinkt in algemene kennis. Van kennis überhaupt. Het is grappig dat ik met m’n ogen kan draaien als hij iets sufs zegt en hij met z’n ogen kan draaien als ik me als een oude man gedraag. Die chemie is er wel tussen ons, al jaren. Er is niks gescript, Dennis maakt een draaiboek, maar ik weet nauwelijks waar het over gaat. Ik ga zitten en dan is het leuk of niet.’
Hoe vrolijk jij Dennis op als hij down is?
‘Dat is mijn taak niet. Ik vind het vervelend voor iemand als hij depressief is, maar ik zie mezelf niet als de puurste vorm van antidepressiva. We hebben ook geen vader-zoonachtige relatie. Die jongen woont op zichzelf. Als er wat is, dan hebben we buiten de uitzendingen contact met elkaar. Dan geef ik hem af en toe advies: maak je daar niet zo druk om, probeer een beetje te relaxen. Hij is een enorme controlfreak, ik gun hem die rust.’
Wat vind je van de openbaarmaking van zijn doodswens?
‘Die jongen is gemankeerd geraakt in zijn jeugd, voornamelijk door toedoen van zijn moeder. Zij had Münchhausen by Proxy, een aandoening waarbij een familielid van een kind doet alsof het kind lichamelijk ziek is. Die arme jongen is volgepropt met psychische medicatie en werd naar speciaal onderwijs met debielen gestuurd. Hij is daardoor in zijn vroege jeugd al geknakt en al die medicatie heeft ervoor gezorgd dat hij veel moeite heeft met überhaupt het licht een beetje zien. Het geluksstofje ontbreekt en hij heeft geen zin om daarmee tachtig te worden. Dat begrijp ik wel.’
Herken jij jezelf in die depressieve gevoelens?
‘Nee, nee. Ik zit prima in mijn vel en ben senang. Ik heb ook niet het gevoel dat ik een slachtoffer ben. Als ik ervoor had gekozen om te buigen, dan had ik waarschijnlijk wel een loopbaan gehad in de media. Ik kan wel iets. Maar ik ben geboren met een vrij stevige ruggengraat, wat vrij bijzonder is in dit land. Ik ben niet meegegaan in wat je moet doen om op een hoge plek in Hilversum te mogen zijn, dus ik heb het een beetje aan mezelf te wijten. Daarnaast heb ik de verschrikkelijkste dingen over mensen gezegd, vrijwel altijd waar, maar dan wordt er al snel gedacht: zo’n ongeleid projectiel kunnen we er niet bij hebben. Die canceling komt ergens vandaan. Ik hoor er niet bij en ik wil er niet bij horen. Dan moet je ook niet klagen.’
Waar haal jij je levensgeluk uit?
‘Ik ben bang dat ik emmers clichés over je ga uitstrooien. Vrienden zijn belangrijk, mensen met wie ik lol kan hebben. Ik hou van plezier maken, met elkaar uit eten, naar de kroeg gaan. Maar het allermooiste wat ik bezit, dat zijn mijn kinderen. Ik heb een dochter van zestien en twee zoons van veertien, een tweeling. De ene week zijn ze bij hun moeder, de andere week bij mij. Bij elke sportwedstrijd zit ik langs de kant van het veld, we zijn net met z’n allen op wintersport geweest. Daar kan ik zo ongelofelijk van genieten. Niks mooier dan met elkaar om de tafel zitten, de boel doornemen, lachen en ondertussen een maaltijd eten waarvan je denkt: godverdomme, dat is lekker. Koken vind ik enig om te doen. Ik maak elke avond uitgebreide happen van over de hele wereld: van roti tot complete rijsttafels. Mijn kinderen zeggen altijd: als we bij jou zijn, dan eten we een week in een restaurant. Het is eigenlijk heel basic shit waar ik gelukkig van word. Ik hoef dat niet te halen uit rare dingen of rushes, zoals bungeejumpen of cocaïne snuiven.’
Nooit gedaan ook?
‘Nee. Ik heb van mezelf plezier en ben nooit echt op zoek naar kicks. Die veroorzaak ik zelf meestal door mijn gedrag. Er gebeurt altijd wel iets in mijn leven. Het is nooit saai. Daar geloof ik ook niet in. Het lijkt me verschrikkelijk als je leven één stabiele lijn is. Ik ken mensen die hun eerste huis hebben gekocht toen ze twintig waren en nu ze vijftig zijn daar nog steeds in wonen. Dat lijkt me vreselijk. Vandaar dat ik waarschijnlijk ook ben gescheiden. Ik ben nu, even oppassen dat ik het goed zeg, alweer een jaar of negen met Joyce.’
Joyce vindt vaak dat je te ver gaat in Roddelpraat, maar je lijkt haar kritiek niet erg serieus te nemen.
‘Ze heeft er op een dag voor gekozen om een relatie met mij aan te gaan en wist wat daaraan vastzat. Dat zijn heel veel positieve dingen, maar ook negatieve. Inclusief bedreigingen en vervelende berichten naar haar toe. Soms is dat niet leuk, dat snap ik.’
Wat doen die bedreigingen met jou?
‘Toen de kinderen kleiner waren, werden zij op zo’n manier bedreigd dat er bewaking voor ze moest komen. Dat was heel vervelend. Joyce had in die periode nog een beautysalon in Utrecht, waarvan het adres op internet werd geplaatst met de tekst: “Verkracht deze vrouw.” Omdat ze mijn verkering was. Zulke dreigementen komen vaak uit linkse hoek, vanuit de mensen die de mondjes vol hebben over wat wel en niet goed is en dat vrouwenrecht belangrijk is. Totdat je als vrouw de verkeerde mening of partner hebt, dan moet je verkracht worden. Ik geloof niet echt in blaffende honden die bijten, dus ik heb weinig op met doodsbedreigingen. Als jij mij heel graag dood wilt hebben, dan lijkt het me dat je me daar niet eerst een bericht over gaat sturen. Dan ga je op vrijdagnacht om een uur of half twee naar de kroeg in mijn woonplaats, zie je mij wankelend naar huis lopen en schiet je me bij het parkeerterrein zo in mijn nek. Bij dezen, haha.’
Ben je diep in je hart niet een klein beetje bang voor de dood?
‘Nee joh, waarom? De dood komt, dat weten we. We zijn de enige diersoort op aarde die weet dat we doodgaan. Waarom zou je daar geen vrede mee hebben? Ik hoop alleen dat ik het goed achterlaat voor mijn kinderen. Dat ze zeggen: hij was een leuke vader, we hebben met die man genoten en hij laat ons niet beroerd achter.’
Is dat een drijfveer voor je, een flinke spaarrekening opbouwen voor je kinderen?
‘Ik wil plezier maken en ben gezegend dat ik met plezier maken mijn boterham kan verdienen. Maar mijn kinderen zijn belangrijk voor me, dus ik vind dat ik hun toekomst goed voor ze moet regelen. Dat lijkt me evident, anders moet je niet aan kinderen beginnen.’
Doe je als liefhebbende vader je best om fit en gezond te blijven, zodat je bloedjes zo lang mogelijk van je kunnen genieten?
‘Ik ben een levensgenieter en hou van eten en drinken, maar ik heb dat de laatste tijd wel terug geschaald. Je wordt ouder en daardoor dikker en ik heb post-covid opgelopen. Voorheen fietste ik twee keer per week met vrienden 40 kilometer. Toen zag ik er een stuk beter uit, want ik zeg weleens dat ik al aankom van een pak yoghurt. Dat is overdreven, maar ik moet veel bewegen om op een normaal gewicht te blijven. Dat ging mis door post-covid. Ik ben heel snel moe en krijg het vlug benauwd, wat niet aanmoedigt om 80 kilometer per week te wielrennen. Sinds kort probeer ik dat weer een beetje op te pakken. Ik heb een fysio die me daarbij begeleidt. Wat meer sporten, wat minder drinken. Om te zorgen dat ik heel blijf voor mijn kinderen.’
Hoe zie jij de toekomst van juicekanalen?
‘Eigenlijk is het enige echte juicekanaal van Yvonne Coldeweijer, daarna komen wij wel een beetje. Wij hebben grote scoops, maar het is voornamelijk entertainment. Ik ben blij met de komst van juicekanalen, omdat we iets openbreken. De traditionele roddelbladen hangen aan elkaar van de afspraken, wij hebben niemand nodig. Maar weet je wat het is: het groeit naar elkaar toe. Toen wij met PowNed begonnen, deed ik daar de parlementaire verslaggeving. Het was in die tijd revolutionair dat wij op politici afgingen met een draaiende camera, terwijl de rest nog braaf achter een hekje stond te wachten op een quootje. PowNed stelt nu niks meer voor, maar de parlementaire journalistiek is wel veranderd. Het is veel meer: eropaf, draaiende camera, patsboem. Ik denk dat de extreme juicekanalen en de mainstream media ook wat meer naar elkaar toe gaan groeien. De een gaat zich wat meer verdiepen, de ander wordt wat heftiger en puntiger. Verdwijnen zullen ze niet, want mensen zijn toch altijd – god mag weten waarom – benieuwd naar het privéleven van BN’ers, CN’ers en DN’ers. In Roddelpraat worden voortdurend mensen besproken die ik helemaal niet ken.’
Is het lastig om je aandacht erbij te houden?
‘Het interesseert me geen reet, nul. Ik kijk ook nooit tv. Al die real life-shit, ik heb geen idee. Dan zit ik een boek te lezen. Op dit moment ben ik bezig met De bolle Gogh van Jaap Cohen. Ik ben niet geïnteresseerd in BN’ers, niet in wie het doet met wie en waarom wel of niet. Wat ik mooi vind aan Roddelpraat is dat wij zeggen wat niemand anders zegt en dat heel veel BN’ers, dat elkaar dekkende clubje mensen, daar niet zo heel blij mee is. Ik vind het plezierig om dat incestueuze kliekje een beetje op te laten schrikken met dat wat wij doen. Verder vind ik het leuk om humor te maken.’
Is er iets wat je stiekem toch nog wel heel graag zou willen bereiken?
‘Nou, eigenlijk weet ik dat niet. Ik weet niet wat ik wil gaan doen. Op een gegeven moment ben ik een reviewkanaal begonnen, als aanklacht tegen YouTube omdat zij mijn andere kanaal hadden platgelegd. Elke aflevering testte ik drie pakken vla of twee soorten koekjes en dat werd nog een succes ook. Maar dat werd ik zat, dus ik ben er ondanks de populariteit weer mee opgehouden. Dat kan met Roddelpraat ook gebeuren of met iets anders. Ik weet het niet. Laatst heb ik gezegd dat ik wel acteur wil worden. Daar hoef je niet veel voor te kunnen in Nederland, dus waarom niet? Sleepers vind ik een serieus goede serie. Misschien kan ik lijk spelen in het derde seizoen. Dat is voor mij op dit moment het hoogst haalbare.’
- NL Beeld