Bart Nijman

Bart Nijman: 'Te zien is vooral hoe nutteloos de Tweede Kamer is geworden'

‘Nederland heeft geen moer meer te zeggen over wie er binnenkomt en wat daarmee binnen de landsgrenzen gebeurt’

Bart Nijman

Normaliter wordt bij de algemene politieke beschouwingen de koers uitgezet, langs de lijnen van de Miljoenennota, voor het regeringsbeleid en de oppositiekritiek van het komende jaar. Deze keer is vooral te zien hoe nutteloos de Tweede Kamer is geworden in het democratisch proces. Dat komt door de brief van asielminister Faber aan de Europese Commissie, waarin ze een opt-out vroeg voor Nederland inzake migratie. Die stuurde ze vlak voordat de beschouwingen begonnen naar Brussel, wereldkundig gemaakt via een fotootje op X.

Martin Bosma opende vervolgens het debat met een paar regels uit Prediker en Frans Timmermans vroeg terstond (en in een stevige onderstreping van de vluchtigheid die in het door de voorzitter geciteerde vers besloten ligt) of hij volgende keer misschien ook iets uit de Koran kon voordragen.

Vluchtig was ook het verzoek van Faber. Al voor de lunch voorbij was, kwam er post terug uit Brussel. Nederland dient zich aan opgelegde EU-regels te houden. Ook soevereiniteit is een vrijheid die je pas echt voelt wanneer je het verloren bent, en de vluchtigheid ervan je overvalt.

Uit de verkiezingen is een regeringscoalitie voortgekomen die op papier een stevig democratisch mandaat heeft om immigratie in te perken en de asielcrisis te lijf te gaan met een restrictief welkomstbeleid. Maar zoals Nederland op veel vlakken gebonden is aan de wensen, grillen en ketenen van externe overeenkomsten, heeft Nederland ook geen moer meer te zeggen over wie er binnenkomt en wat daarmee binnen de landsgrenzen gebeurt.

Dat stukje soevereiniteit is gecapituleerd in Europese verdragen die op geen enkele manier retorisch toereikend zijn voor de huidige vluchtelingen- en migratiestromen, en die bovendien onmachtig zijn om onvoorziene omstandigheden zoals een tekort aan opvangplekken en woningen te adresseren omdat ze in hun legalistische benadering meer gewicht toekennen aan morele principes als mensenrechten, dan aan praktische problemen.

Met de groeiende onwil van de ontvangende zijde van de migratiestroom wordt überhaupt geen rekening gehouden. Sterker nog, in de Tweede Kamer staan (oppositie)politici te smalen dat het kabinet geen kant op kan, omdat Brussel de weg voorwaarts belemmert en 26 andere lidstaten net zoveel te zeggen hebben over de nationale beleidsvoering als Nederland zelf. Hoe is dat nog democratisch en hoe vertegenwoordigt dit de duidelijke meerderheidswil van de kiezer? En, bonusvraag, hoe kunnen politici zich zo verguld tonen over het feit dat ze zichzelf tot lakeien van een supranationale macht hebben gereduceerd, geketend door onwrikbare verdragsteksten die bewaakt worden door een politioneel cordon van machtswellustige technocraten?

Martin Bosma, als Kamervoorzitter in de gedaante van de laatste soeverein van het Nederlandse parlement, koos zijn vluchtige Predikers-vers met pijnlijke precisie. Politiek is immers altijd een vermoeiend proces – niets nieuws onder de zon. Maar donkere wolken pakken zich samen.

Politiek
  • NL Beeld