James Worthy

James Worthy: 'Ik ben op een Nederlands vakantiepark met mijn gezin, als alles misgaat'

'Ik vergat mijn zoon zijn zwembroek, dus we staan allebei in onze onderbroek in 'het zwemparadijs'. Hij ziet een paradijs, ik drijvende pleisters en bubbelbaden waar tienermeisjes in worden gevingerd' 

James Worthy

Onze auto staat voor de slagboom van een Nederlands vakantiepark. Naast de slagboom staat een volwassen man in een konijnenpak. Het konijn deelt kleurplaten uit aan kinderen. Mijn vrouw parkeert de auto op het grasveldje voor de bungalow en ik haal de koffers uit de achterbak. Ik loop naar de slaapkamer toe en zet de koffers naast ons bed neer.

‘Schat, kom eens kijken,’ roep ik. Mijn vrouw komt aangerend. ‘Een fucking stapelbed?’

Onze zoon loopt glimlachend de kamer binnen. ‘Mama zei fucking, mag ik nu ook fucking zeggen?’

Mijn vrouw pakt haar telefoon en belt de receptie. Er zijn vier wachtenden voor haar. ‘Gaan jullie maar alvast naar het zwemparadijs,’ zegt ze. 

Onze zoon rent naakt door de gang. Het woord ‘zwemparadijs’ heeft hem nogal enthousiast gemaakt. Dat is zo prachtig aan kinderen. Ze geloven nog dat een zwemparadijs echt een zwemparadijs kan zijn. Ze zijn nog zo heerlijk blind. Ze zien al die drijvende pleisters niet. Ze zien niet dat er in het bubbelbad tienermeisjes worden gevingerd. En ze weten niet dat er sinds 1983 al zes mensen in dit zwemparadijs zijn verdronken. ‘Ik kan mijn zwembroek niet vinden,’ schreeuwt onze zoon.

‘Jij hebt zijn zwembroek in de koffer gestopt, toch?’ vraagt mijn vrouw. Nog voordat ze de vraag stelde, wist ik het antwoord al. ‘Ja, natuurlijk. Die met die palmboompjes erop? Die zit in de koffer. Pal onder onze toilettassen. Ik weet het zeker.’

Een kwartier later staan mijn zoon en ik in het zwemparadijs. We dragen allebei een onderbroek. Iedereen kijkt naar ons. Een corpulente Duitse man met tanden die op oude kaas lijken, lacht ons uit. Een vrouw die de pootafdrukken van een katachtige op haar onderbuik heeft getatoeëerd, flirt met me. Naar alle waarschijnlijkheid omdat ik de meest bobbelvriendelijke boxershort uit de koffer heb gevist.  

Na het zwemmen moeten we van bungalow verhuizen. Er is een fout gemaakt. En om het goed te maken, mogen we strakjes gratis gourmetten in het restaurant. Nee, in het eetparadijs. 

We zitten aan tafel. De serveerster geeft een kleurplaat en wat kleurpotloden aan onze zoon. ‘Wil je me helpen met kleuren?’ vraagt de kleine aan mij.

Ik haal de potloden uit het kartonnen doosje, pak de groene en poog het gras in te kleuren, maar er gebeurt niets. Pas als ik met mijn hele gewicht op het potloodje druk, verschijnt er iets van kleur. 

Een andere serveerster komt met grote schalen vlees aangelopen. Ik herken haar vrijwel direct. Het is de vrouw van het zwembad die zonder enige vorm van gêne naar mijn bobbel aan het staren was. Mijn vrouw pakt de kleurpotloden en geeft ze aan de bobbelstaarder. ‘Deze potloden werken niet goed,’ zegt mijn vrouw. De serveerster knipoogt naar me. 

Ik plaats een minihamburger en wat uienringen in mijn gourmetpannetje en geef mijn vrouw een kus. Het konijn komt het eetparadijs binnengelopen en vraagt wie er na het eten mee gaat waterfietsen. Mijn zoon steekt zijn vinger op. ‘Mijn vader en ik gaan mee.’

Verdomme, ik hoop dat we zinken.